Actuele uitspraken aanbestedingsrecht week 43
In week 43 zijn er 7 uitspraken op het gebied van het aanbestedingsrecht gepubliceerd, waarvan 6 op rechtspraak.nl en 1 op eur-lex.europa.eu. De uitspraken gaan over: Minder punten voor plan van aanpak voldoende onderbouwd, gang naar rechter mag niet worden afgesneden, inschrijving terecht terzijde gelegd, inschrijving terecht ongeldig verklaard, Parket bij de Hoge Raad laat bestreden arrest over schade in stand, adviseur veroordeeld tot betalen schadevergoeding en Richtlijn 2014/25 geldt volgens HvJEU niet voor ondernemers uit derde landen.
Minder punten voor plan van aanpak voldoende onderbouwd
De Gemeente Zeist heeft een aanbesteding georganiseerd voor de plaatsing, beheer, onderhoud en reclame-exploitatie van A0 reclamedisplays in haar gemeente. De rechter is van oordeel dat de Gemeente voldoende heeft onderbouwd waarom zij het plan van aanpak van [eisende partij] met minder punten heeft beoordeeld. Ook de wijze waarop [eisende partij] vanaf de start van de opdracht emissieloos wil gaan rijden is niet duidelijk, nu de bedrijfswagen wel is besteld maar kennelijk nog niet is geleverd. Van procedurele dan wel inhoudelijke onjuistheden, dan wel onduidelijkheden op dit punt, is volgens de rechter geen sprake. (ECLI:NL:RBMNE:2024:6016, Rechtbank Midden-Nederland, Datum uitspraak 25 oktober 2024, Datum publicatie 28 oktober 2024)
Samenvatting: Minder punten voor plan van aanpak voldoende onderbouwd
Gang naar rechter mag niet worden afgesneden
Doppa en Helios bieden jeugdhulp en hebben zich daarom ingeschreven op een door SamenTwente georganiseerde inkoopprocedure. Volgens Doppa en Helios zijn de tarieven die SamenTwente heeft vastgesteld echter niet reëel. Ook kunnen zij zich niet verenigen met de voorwaarde uit het voorliggende contract die de gang naar de overheidsrechter afsnijdt. De rechter vindt dat niet kan worden geoordeeld dat de tarieven die zijn vastgesteld niet op een zorgvuldige en transparante wijze tot stand zijn gekomen. Dat de gang naar de overheidsrechter wordt afgesneden druist in tegen de fundamentele rechten van de zorgaanbieders. De rechter vindt dat deze voorwaarde moet komen te vervallen. (ECLI:NL:RBOVE:2024:5399, Rechtbank Overijssel, Datum uitspraak 21 oktober 2024, Datum publicatie 28 oktober 2024)
Samenvatting: Gang naar rechter mag niet worden afgesneden
Inschrijving terecht terzijde gelegd
Rijkswaterstaat heeft in het najaar van 2023 drie afzonderlijke Europese openbare aanbestedingen georganiseerd voor “Het engineeren en uitvoeren van variabel onderhoud van suppletiewerken langs de Nederlandse kust”. [eiseres] heeft op alle drie de aanbestedingen ingeschreven. Op 8 maart 2024 heeft Rijkswaterstaat in de drie aanbestedingen aan [eiseres] bericht dat de inschrijvingen van [eiseres] terzijde worden gelegd, omdat niet wordt voldaan aan bepaalde eisen. De rechter vindt dat Rijkswaterstaat terecht heeft kunnen oordelen dat [eiseres] niet aan eis a voldoet en dat alleen al daarom haar inschrijvingen terecht terzijde zijn gelegd. (ECLI:NL:RBDHA:2024:17325, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 19 juni 2024, Datum publicatie 28 oktober 2024)
Samenvatting: Inschrijving terecht terzijde gelegd
Inschrijving terecht ongeldig verklaard
UMCU (Universitair Medisch Centrum Utrecht) heeft bij een Europese openbare aanbestedingsprocedure voor een Patiëntbewakingssysteem Dräger uitgesloten omdat uit de testfase bleek dat het aangeboden product niet aan alle knock-out (KO-) criteria uit het PvE voldeed. Dräger vordert UMCU te gebieden om de beslissing om Dräger uit te sluiten en de opdracht voorlopig te gunnen aan Philips in te trekken. De rechter vindt echter dat UMCU terecht heeft kunnen concluderen dat Dräger niet aan de in geschil zijnde KO-eisen voldeed en dat zij de inschrijving van Dräger terecht ongeldig heeft verklaard. (ECLI:NL:RBDHA:2024:17328, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 25 juni 2024, Datum publicatie 27 oktober 2024)
Samenvatting: Inschrijving terecht ongeldig verklaard
Parket bij de Hoge Raad laat bestreden arrest over schade in stand
Deze zaak komt voort uit gebeurtenissen die in 2013 hebben geleid tot zeer ernstig lichamelijk letsel van een destijds elfjarige jongen, als gevolg van een explosie van een illegale vuurwerkbom. Het Parket bij de Hoge Raad stelt dat niet alleen de Gemeente, maar ook Unique aansprakelijk is jegens [betrokkene 2] en zijn ouders voor de door hen geleden schade. Dit brengt automatisch met zich dat de schade die is ontstaan als gevolg van de onrechtmatige gedragingen van [betrokkene 1] moet worden aangemerkt als ‘schade ontstaan door of in verband met de diensten’ in de zin van artikel 15 lid 2 van de algemene inkoopvoorwaarden. De slotsom luidt dat alle onderdelen falen en dat het bestreden arrest in stand kan blijven. (ECLI:NL:PHR:2024:1012, Parket bij de Hoge Raad, Datum uitspraak, 4 oktober 2024, Datum publicatie 24 oktober 2024)
Samenvatting: Parket bij de Hoge Raad laat bestreden arrest over schade in stand
Adviseur veroordeeld tot betalen schadevergoeding
Waalstede nam deel aan een tender van NS Vastgoed, waarbij [appellanten] werd verweten de tegenpartij DGAAB te hebben geholpen, in plaats van Waalstede te ondersteunen zoals afgesproken. De rechtbank veroordeelde [appellanten] tot het betalen van een schadevergoeding aan Waalstede, maar het hof vernietigde dit vonnis in 2018. In een herroepingsprocedure ontdekte het hof dat [appellanten] DGAAB wel degelijk had geholpen en informatie had achtergehouden, wat leidde tot heropening van de zaak. Het hof komt in dit nieuwe arrest alsnog tot het oordeel dat [appellanten] tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen jegens Waalstede c.s., en veroordeelt [appellanten]. tot het betalen van schadevergoeding, te begroten in een schadestaatprocedure. (ECLI:NL:GHDHA:2024:1414, Gerechtshof Den Haag, Datum uitspraak 30 juli 2024, Datum publicatie 22 oktober 2024)
Samenvatting: Adviseur veroordeeld tot betalen schadevergoeding
Richtlijn 2014/25 geldt volgens HvJEU niet voor ondernemers uit derde landen
In september 2020 startte de Kroatische spoorwegbeheerder HŽ Infrastruktura een aanbesteding van 271 miljoen euro voor spoorbouw tussen Hrvatski Leskovac en Karlovac. Het Strabagconsortium won, maar het Turkse bedrijf Kolin ging in beroep, bewerend dat Strabag niet voldeed aan de kwalificaties. Na verschillende juridische stappen en aanvullend bewijs gunde HŽ Infrastruktura de opdracht opnieuw aan Strabag, waarna Kolin opnieuw beroep aantekende. De EU-hofzaak onderzoekt of Turkse bedrijven rechten hebben in EU-aanbestedingen zonder wederkerigheidsovereenkomst. Het Hof concludeert dat richtlijn 2014/25 niet geldt voor Turkse bedrijven, waardoor Kolins beroep niet ontvankelijk wordt verklaard. (Arrest van het Hof (Grote kamer) 22 oktober 2024 In zaak C‑652/22)
Samenvatting: Richtlijn 2014/25 geldt volgens HvJEU niet voor ondernemers uit derde landen
In het dossier Jurisprudentie vindt u 2 rubrieken met uitspraken.
Een lijst met samenvattingen van uitspraken van het Hof van Justitie EU en de Nederlandse rechters, inclusief bovenstaande uitspraken. Deze lijst wordt wekelijks aangevuld.
Een lijst met de belangrijkste uitspraken van het Hof van Justitie EU, de Hoge Raad, gerechtshoven en rechtbanken. Gerubriceerd naar onderwerp en per onderwerp vindt u adviezen.