Vaststellen definities en duurzaamheidsambities
Bepaal uw duurzaamheidsambities en in hoeverre de inkoop van energie dient bij te dragen aan deze ambities. Het valt aan te bevelen heldere duurzaamheidsdefinities te gebruiken. Maak keuzes in de geografische herkomst en de bronsoort. Ook kunt u wensen hebben over de locatie waar deze bron staat en of er sprake is van een nieuwe duurzame energiebron.
Duurzaamheidsambitie
Het inkopen van duurzame energie begint met het bepalen van de duurzaamheidsambities van uw organisatie. Laat u goed informeren omtrent de mogelijkheden en wensen vanuit uw eigen organisatie. Tracht vervolgens tot een onderbouwde doelstelling te komen van waaruit u verder kunt werken. Een aantal vragen die u kunt stellen om de ambities van uw organisatie te verduidelijken zijn:
- Wilt uw organisatie duurzame energie inkopen?
- Wilt uw organisatie een bijdrage leveren aan duurzame energie in de regio?
- Wilt uw organisatie een bijdrage leveren aan nieuwe duurzame energiebronnen?
Wat onder duurzame energie wordt bedoeld is van belang voor het bepalen van uw duurzaamheidsambitie.
Definitie duurzaamheid
Wat onder duurzame energie wordt verstaan is sterk afhankelijk van de definitie van duurzaamheid. Er bestaat echter geen eenduidige definitie van duurzaamheid. Het kan per organisatie verschillen wat onder duurzame energie wordt verstaan. Het valt daarom aan te bevelen heldere definities te gebruiken.
Duurzame elektriciteit
Artikel 1, lid 1, sub u van de Elektriciteitswet 998 geeft een definitie voor duurzame elektriciteit.
Duurzame elektriciteit: elektriciteit, opgewekt in productie-installaties die uitsluitend gebruikmaken van hernieuwbare energiebronnen, alsmede elektriciteit die is opgewekt met hernieuwbare energiebronnen in hybride productie-installaties die ook met conventionele energiebronnen werken, met inbegrip van elektriciteit die is opgewekt met hernieuwbare energiebronnen en die wordt gebruikt voor accumulatiesystemen, en met uitzondering van elektriciteit die afkomstig is van accumulatiesystemen;
Naast deze definitie worden vaak aanvullende eisen aan het duurzaamheidsbegrip toegevoegd die aansluiten bij de duurzaamheidsambities van de eigen organisatie. In de aanbestedingsstukken kunnen dus naast wettelijke eisen ook de voorkeuren en wensen van de eigen organisatie worden opgenomen.
Duurzaam gas
Een definitie van duurzaam gas is niet opgenomen in de Gaswet. Veel overheden verwijzen naar de definitie van VertiCer over gecertificeerde Garanties van Oorsprong (GvO’s). In dit kennisdossier wordt onder duurzaam gas hernieuwbaar gas en groen gas gekoppeld met een gas GvO. Duurzaam gas kan echter ook breder worden opgevat als “grijs gas” met CO2-compensatiecertificaten.
Type energiebronnen
De Elektriciteitswet 1998 definieert in artikel 1, lid 1 sub t de hernieuwbare energiebronnen voor duurzame elektriciteit.
hernieuwbare energiebronnen: wind, zonne-energie, omgevingslucht-, oppervlaktewater- en aardwarmte, energie uit de oceanen, waterkracht, biomassa, stortgas, rioolwaterzuiveringsgas en biogas.
Hoe duurzaam de energie daadwerkelijk is, verschilt per bron. U kunt daarom overwegen bepaalde bronnen in uw aanbestedingen uit te sluiten of juist voor te schrijven. In de praktijk doen overheden dit vooral bij biomassa als bron. Biomassa is een veelsoortige bron die ook als voedsel kan dienen en daarom als minder duurzaam wordt aangemerkt. Als alternatief kunt u overwegen eisen op te nemen over de oorsprong van de biomassa. Biomassa kan zowel een bron zijn van duurzame elektriciteit als van groen gas.
Locatie energiebronnen
De Elektriciteitswet maakt geen onderscheid naar het land van herkomst van duurzame energie. Vaak wordt gesteld dat buitenlandse GvO’s geen bijdrage leveren aan een reductie van de CO2-voetafdruk in Nederland. Overheden hanteren dan ook vaak de eis dat de Garanties van Oorsprong (GvO’s) van Nederlandse bodem afkomstig moeten zijn. Het is op dit moment onduidelijk of verdere regionale beperking is toegestaan volgens de Aanbestedingswet 2012. Het kan daarom juridische risico’s met zich mee brengen. Een verdere beperking kan ertoe leiden dat u toeschrijft naar één leverancier en dat u leveranciers disproportioneel uitsluit die een gelijkwaardig product kunnen leveren. De mogelijkheden lijken afhankelijk te zijn van het beschikbare aanbod van GvOs binnen een bepaalde regio.
Vanwege de technische beperkingen van het grensoverschrijdende gastransport en het gebrek aan een Europees certificeringssysteem voor hernieuwbaar gas, worden geen gas GvO’s van buitenlandse herkomst uitgevraagd. Verdere regionale beperking van de herkomst van hernieuwbaar gas in Nederland lijkt gezien het gering aantal productielocaties bijna niet mogelijk.
Nieuwe energiebronnen
Nieuwe energiebronnen van duurzame energie verruimen het aanbod. In een aanbesteding kan gestuurd worden op nieuwe energiebronnen, dit heet veelal additioneel aanbod. Deze nieuwe energiebronnen kunnen worden aangetoond met Garanties van Oorsprong (GvO’s) van nieuwe opwekinstallaties. Uiteraard dient u in dit geval ook te definiëren wat u onder nieuwe opwekinstallaties verstaat en vanaf welk moment in het realisatieproces van de nieuwe opwekcapaciteit u spreekt van nieuw. U kunt hierbij denken aan:
- Verstrekken omgevingsvergunning ;
- Eventuele subsidieaanvraag;
- Eventuele beschikking subsidie;
- Start bouw van de energiebron;
- Start productie.
Bij de inkoop van duurzaam gas kan een vergelijkbare definitie van nieuwe energiebronnen als bij duurzame elektriciteit worden gehanteerd. Er zijn relatief weinig hernieuwbaar gas projecten in ontwikkeling, waak er daarom in u definitie voor, dat u te veel projecten uitsluit.
Omgevingsvergunning
In beginsel geldt, hoe eerder u in het realisatieproces - bijvoorbeeld “verstrekken omgevingsvergunning” –de energiebronnen als “nieuw” definieert, hoe makkelijker het is de gewenste GvO’s te leveren. Hanteer hierbij uiteraard realistische groeipaden. Nieuwe duurzame energiebronnen zijn niet zomaar gebouwd na het verstrekken van de omgevingsvergunning. Voor wind op land wordt veelal rekening houden met 4 jaar, voor zon 1,5 of 3 jaar. Het traject voor het verkrijgen van de omgevingsvergunning en eventuele subsidie is vaak nog veel langer. Overweeg in deze gevallen een groeipad aan te bieden, waarbij de leverancier enkele jaren de tijd heeft om een bepaald percentage GvO’s uit nieuwe energiebron te leveren.
Datum overeenkomst
Of een leverancier daadwerkelijk energie uit een nieuwe duurzame energiebron kan leveren is naast de gekozen definitie ook afhankelijk van de ingangsdatum van de overeenkomst. Gaat de overeenkomst pas na 3 jaar in, dan heeft de leverancier meer tijd de nieuwe energiebron te realiseren en kunt u besluiten een korter groeipad te hanteren.
Locatie en type
Heeft u specifieke voorkeuren op de locatie en type van de nieuwe energiebron, dan kan ook dit invloed hebben op het realisatieproces. Het uitsluiten van bijvoorbeeld opwekmethodes die relatief snel tot stand gebracht kunnen worden betekent dat leveranciers zwaarder op wind moeten leunen. Een langer groeipad kan noodzakelijk zijn.
Start productie
Verder kunt u zich afvragen of een latere definitie – bijvoorbeeld “start productie” – ook daadwerkelijk bijdraagt aan de realisatie van nieuwe energiebronnen. Immers de meeste stappen in het realisatieproces zijn al genomen. In de praktijk blijkt vooral een constante vraag naar duurzame energie uit nieuwe energiebronnen een impuls te geven aan de realisatie nieuwe duurzame energiebronnen.
Beschikbare budget
In veel gevallen zult u een afweging moeten maken tussen het type duurzame energie en het beschikbare budget. De prijzen van de verschillende types van GvO’s verschillen sterk. Echter de prijs van de GvO is in veel gevallen slechts een deel van de totale energierekening.