Technische kringloop
De producten en materialen in de technische kringloop zijn beperkt beschikbaar en kunnen we niet makkelijk opnieuw creëren. Daarnaast zijn deze producten en materialen niet biologisch afbreekbaar, ze zouden zo lang als mogelijk is moeten ‘circuleren’. Voorbeelden zijn fossiele brandstoffen, kunststoffen en metalen.
De biologische en technische kringloop
Het circulaire inkoopproces houdt rekening met de principes van de circulaire economie. In een circulaire economie is het cruciaal dat waardevernietiging zoveel mogelijk wordt voorkomen en hergebruik je grondstoffen in theorie oneindig lang. De grondstoffen circuleren in gesloten kringlopen, vandaar de term circulair. In een circulaire economie delen we de circulatie van deze producten, componenten en materialen op in de biologische kringloop en technische kringloop.
Klik op de afbeelding voor grote weergave.
De afbeelding geeft zowel de biologische als de technische kringloop weer. De 4 manieren van circuleren in de technische kringloop worden (rechts in de afbeelding) weergegeven inclusief de stappen die het product doorloopt voor het weer bij de gebruiker uitkomt. De manier van circuleren die het dichtste bij de gebruiker staat doorloopt de minste stappen en is daardoor het meest efficiënt. Meer informatie over het linker deel van de afbeelding: biologische kringloop.
Circulatie van producten en materialen
In de technische kringloop zitten producten en materialen die niet biologisch afbreekbaar zijn. Streef daarom naar een zo lang mogelijk circulatie.
4 manieren van circuleren binnen de technische kringloop:
Onderhoud en reparatie
Reparatie en onderhoud van onderdelen, materialen of producten tijdens gebruik om de levensduur ervan te verlengen. Hiermee wordt de koop van nieuwe producten uitgesteld.
- Meest effectieve manier omdat het product volledig in tact wordt gehouden.
- Voorbeeld: Veel elektronicawinkels hebben een afdeling waar apparaten of onderdelen worden gerepareerd, zodat de eigenaar het product kan blijven gebruiken en geen nieuw product hoeft aan te schaffen.
Hergebruik
Direct hergebruik door een product opnieuw te vermarkten. Het betreft dus hergebruik van een afgedankt, nog goed product dat dezelfde functie behoudt, maar door een andere gebruiker wordt gebruikt.
- Effectieve manier omdat producten in hun oorspronkelijke vorm en voor hun oorspronkelijke doel in gebruik blijven.
- Voorbeeld: Door de verkoop van tweedehandsproducten in kringloopwinkels of op online marktplaatsen wordt kleding – door een andere gebruiker – opnieuw gebruikt. Hierdoor kan de vraag naar nieuwe producten afnemen.
Opknappen/herfabriceren
Het opknappen en herstellen van product door de consument of fabrikant.
- Minder effectieve manier omdat deze producten niet in hun huidige staat in de kringloop kunnen blijven. Hierdoor wordt het proces om de producten te kunnen hergebruiken intensiever.
- Voorbeeld: Dit komt veel voor bij mobiele telefoons en tablets. Een apparaat wordt dan vanwege een defect teruggestuurd, waarna een onderdeel wordt vervangen. Vervolgens wordt het apparaat verkocht aan een andere consument. Zo besparen de producent én de consument veel CO2 en grondstoffen.
Recycelen
Onderdelen of materialen terughalen uit het product om ze opnieuw te gebruiken.
- Minst effectieve manier omdat het product gereduceerd wordt tot het basismateriaal om opnieuw te kunnen verwerken. Hiermee wordt voorkomen dat het materiaal afval wordt.
- Voorbeeld: Denk bij recycling bijvoorbeeld aan het terugwinnen van kritieke materialen uit afgedankte mobiele telefoons of het maken van producten van gerecycled plastic, zoals een sofa gemaakt met 95 procent gerecycled plastic.
Rijksbrede programma Circulaire Economie
Sinds 2016 is het Rijksbrede programma Circulaire Economie, genaamd 'Nederland Circulair in 2050' van kracht. Dit programma geeft richting aan de Rijksbrede doelstelling om uiterlijk in 2050 een volledig circulaire economie tot stand te brengen, met een tussenstap van 50% minder gebruik van primaire grondstoffen in 2030.
In 2017 ondertekenden 200 partijen het Nationaal Grondstoffenakkoord, hierin staan afspraken om de Nederlandse economie te laten draaien op herbruikbare grondstoffen.
Een jaar later, in 2018, heeft de Rijksoverheid samen met de ondertekenaars van het Grondstoffenakkoord 5 transitieagenda’s opgesteld. In de transitieagenda’s staat hoe een betreffende sector circulair kan zijn in 2050 en welke acties daarvoor nodig zijn.