Inschrijving terecht ongeldig verklaard (week 43)
Testfase | knock-out-criteria
UMCU (Universitair Medisch Centrum Utrecht) heeft bij een Europese openbare aanbestedingsprocedure voor een Patiëntbewakingssysteem Dräger uitgesloten omdat uit de testfase bleek dat het aangeboden product niet aan alle knock-out (KO-) criteria uit het PvE voldeed. Dräger vordert UMCU te gebieden om de beslissing om Dräger uit te sluiten en de opdracht voorlopig te gunnen aan Philips in te trekken. De rechter vindt echter dat UMCU terecht heeft kunnen concluderen dat Dräger niet aan de in geschil zijnde KO-eisen voldeed en dat zij de inschrijving van Dräger terecht ongeldig heeft verklaard. (ECLI:NL:RBDHA:2024:17328, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 25 juni 2024, Datum publicatie 27 oktober 2024)
Feiten en omstandigheden
UMCU (Universitair Medisch Centrum Utrecht) heeft een Europese openbare aanbestedingsprocedure georganiseerd voor een Patiëntbewakingssysteem. Het doel van de aanbesteding is om één marktpartij te contracteren voor het leveren en onderhouden van compacte bewakingsmonitoren met toebehoren, voor een periode van acht jaar, met de mogelijkheid voor UMCU om twee keer twee jaar verlenging in te roepen. Op 11 oktober 2023 heeft UMCU aan Dräger bericht dat er twee geldige inschrijvingen zijn ontvangen en dat die inschrijvingen zijn beoordeeld op vormvereisten, inschrijvingsvoorwaarden en ko-eisen. De inschrijving van Dräger is als eerste geëindigd en de opdracht wordt voorlopig aan Dräger gegund. Bij brief van 22 maart 2024 heeft UMCU als volgt aan Dräger bericht: “Wij moeten u helaas mededelen dat uit de testfase is gebleken dat het aangeboden product niet aan alle knock-out (KO-) criteria uit het PvE voldoet. Daarmee sluit uw aanbieding ook niet aan bij de gewenste doelstelling die UMC heeft gecommuniceerd in deze aanbesteding. Uw inschrijving is daarmee ongeldig. Wij trekken daarom de gunningsbeslissing van 11 oktober 2023 in en verklaren uw inschrijving alsnog ongeldig.” Dräger vordert UMCU te gebieden om de beslissing van 22 maart 2024 om Dräger uit te sluiten en de opdracht voorlopig te gunnen aan Philips in te trekken. Het oordeel van de rechter:
Oplossing moet aansluiten op werkwijze SEH
“De vraag is of voor een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver op grond van de aanbestedingsstukken duidelijk had moeten zijn hoe de werkwijze van de SEH is en dat de aangeboden oplossing ook op de SEH (Spoedeisende Hulp) zou moeten werken. De voorzieningenrechter beantwoordt deze vraag bevestigend. Allereerst is relevant dat deze eis algemeen is en dus voor alle afdelingen in het ziekenhuis geldt, dus ook voor de SEH. De werkwijze op de SEH was bekend bij inschrijvers. Er heeft immers vooraf een schouw plaatsgevonden, waarbij ook Dräger aanwezig was. Dräger heeft niet weersproken dat tijdens de schouw een toelichting is gegeven op de werkwijze op de SEH. Philips heeft in dit verband verklaard dat de trolley waarop de bedside opstelling op de SEH staat tijdens de schouw bekeken is en dat daarbij is toegelicht dat de hele bedside opstelling bij de patiënt blijft, ook bij verplaatsing binnen de SEH. Volgens Philips is dit uitdrukkelijk aan de orde gekomen bij de schouw. Ook dat heeft Dräger niet betwist. Zij was er dus mee bekend dat op de SEH een patiënt niet met slechts de transportmonitor, maar met de hele bedside opstelling wordt verplaatst en zij heeft dan ook moeten weten dat haar oplossing ook voor die werkwijze passend moest zijn. Het valt dan ook niet in te zien waarom UMCU een oplossing zou moeten accepteren die niet aansluit bij de werkwijze op de SEH, terwijl die werkwijze voorafgaand aan de inschrijving expliciet kenbaar is gemaakt.”
Het woord ‘bevat’
“Tussen partijen is in geschil hoe de term ‘bevat’ in eis 2.2.12 moet worden uitgelegd. Volgens Dräger impliceert de woordkeuze ‘bevat’ dat met de transportmonitor de saturatietechnologie kan worden gefaciliteerd. Volgens Dräger houdt eis 2.2.12 niet in dat de technologie in de transportmonitor moet zijn geïntegreerd. Dräger kan in deze uitleg niet worden gevolgd. Indien naar de betekenis van het woord bevatten wordt gekeken, dan wordt dat in de Van Dale omschreven als ‘in zich sluiten’, ‘omvatten’, ‘bergen’, ‘behelzen’, ‘inhouden’. Gelet daarop is evident dat met de woordkeuze ‘bevat’ niet wordt bedoeld dat de technologie wordt gefaciliteerd, maar dat deze – zoals UMCU stelt – moet zijn geïntegreerd. Dat UMCU in het PvE de betekenis conform de Van Dale aan het woord ‘bevat’ verbond, kan ook worden afgeleid uit eis 2.2.25 (zie hierna). Ook uit die eis blijkt dat er een onderscheid is tussen ‘bevatten’ en het faciliteren van de technologie via een extra module. De uitleg die Dräger bij eis 2.2.12 aan het woord ‘bevat’ geeft is gezocht. Een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver heeft moeten begrijpen wat UMCU in deze eis voorschreef. Dit wordt allemaal niet anders door de stellingen van Dräger dat met haar oplossing meer flexibiliteit kan worden verwacht in de toekomst, hetgeen UMCU ook heeft uitgevraagd. Dat betekent immers niet dat ko-eisen op een andere manier mogen worden ingevuld dan in het PvE dwingend is voorgeschreven.
Geforceerde koeling is niet toegestaan
“Dräger betwist niet dat haar tweede saturatie bewakingsmonitor (“de Radical 7’) geforceerde koeling bevat. Desondanks voldoet zij volgens haar aan deze eis, omdat de geforceerde koeling van de Radical 7 slechts heel zelden gedurende een bepaalde tijd inschakelt. Ook bij de beoordeling van de stellingen van partijen over deze eis komt het aan op een taalkundige uitleg. Volgens Dräger is alleen continue geforceerde koeling niet toegestaan en biedt zij dat niet aan. Dit standpunt kan niet worden gevolgd. De bewoordingen in eis 2.1.5 kunnen in redelijkheid niet anders worden uitgelegd dan dat een geforceerde koeling niet is toegestaan, waarbij de toevoeging van ‘(continue)’ beoogt duidelijk te maken dat koeling, al dan niet continue, niet is toegestaan. Dat is ook logisch in het licht van de ratio van deze eis. In dat kader is relevant dat Dräger erkent dat een geforceerde koeling een risico meebrengt. Het valt niet in te zien waarom dit risico wel aanvaardbaar zou zijn en door UMCU zou moeten worden geaccepteerd als de koeling incidenteel inschakelt.”
De rechter vindt dat UMCU terecht heeft kunnen concluderen dat Dräger niet aan de in geschil zijnde ko-eisen voldoet en dat zij de inschrijving van Dräger terecht ongeldig heeft verklaard.
(VdLC publishers/consultants BV, 30 oktober 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl