Generieke digitale infrastructuur van de overheid (GDI)
De overheid verbetert de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Digitalisering biedt daarvoor grote mogelijkheden, als dat op een uniforme, veilige en geharmoniseerde wijze gebeurt. Denk bijvoorbeeld aan het inloggen op overheidsvoorzieningen met DigiD voor burgers, of aan het eenvoudig vinden van informatie voor bedrijven op het digitale Ondernemersplein.
De GDI bestaat uit herbruikbare digitale voorzieningen, standaarden en producten die gezamenlijk gebruikt worden door overheden, publieke organisaties en in een aantal gevallen ook private partijen. Hierdoor is het mogelijk om primaire processen doelmatig in te richten en te blijven ontwikkelen.
De GDI draagt bij aan de realisatie van een samenhangende digitale overheid die burgers en bedrijven mogen verwachten: uitvoeringsprocessen zijn op elkaar afgestemd, informatie is makkelijk vindbaar en transacties zijn eenvoudig uitvoerbaar. Door gebruik te maken van generieke voorzieningen wordt de dienstverlening anders en beter georganiseerd, waardoor het geheel efficiënter wordt. Versnippering van de digitale overheid wordt tegengegaan door gebruik van generieke digitale voorzieningen.
Wet Generieke Digitale Infrastructuur
Om de digitalisering van de dienstverlening van de overheid te harmoniseren en deze van waarborgen te voorzien op het gebied van toegankelijkheid, veiligheid, betrouwbaarheid en privacybescherming, is een wettelijke basis nodig. Deze wordt gegeven met de (komende) Wet Generieke Digitale Infrastructuur (WGDI).
In beginsel worden alle bestuursorganen straks verplicht om aan te sluiten op in de regelgeving vastgelegde voorzieningen van de GDI. Het gaat dan om regels over de manier waarop algemene overheidsinformatie voor burgers en bedrijven digitaal wordt ontsloten, berichten aan burgers en bedrijven digitaal worden verzonden en de wijze waarop burgers en bedrijven veilig kunnen inloggen om digitale diensten van overheden af te nemen. Voor burgers en bedrijven betekent de wet dat sprake zal zijn van eenvoudige, snellere en betere dienstverlening door de overheid en vermindering van administratieve lasten. Voor de overheid heeft de wet als consequentie dat alle bestuursorganen (gemeenten, provincies, ZBO's enzovoort), al dan niet gefaseerd, hun werkprocessen moeten aanpassen. De eigen ICT-systemen van de overheden moeten immers op de GDI aansluiten.
Aansluiting en fasering zal in overleg met betrokken overheden plaatsvinden. Bepaalde bestuursorganen, of processen van bestuursorganen, kunnen op grond van de wetgeving (tijdelijk) worden uitgezonderd als dat nodig is. De wet wordt zo ingericht dat deze in de de toekomst kan worden uitgebreid met nieuwe regels. Dit is nodig omdat de digitale ontwikkelingen snel gaan en burgers en bedrijven er op moeten kunnen vertrouwen dat digitale dienstverlening altijd zo optimaal mogelijk en op hen afgestemd wordt aangeboden.