Kwaliteitssysteem Nederlandse Archeologie
De kwaliteitszorg is verankerd via het Certificatieschema Archeologie. Dit schema bestaat uit een Beoordelingsrichtlijn (BRL 4000 Archeologie) en een aantal normdocumenten, protocollen genaamd. Deze protocollen vormen samen de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wijst de Beoordelingsrichtlijn en de KNA aan op voorspraak van het Centraal College van Deskundigen Archeologie (CCvD). Sinds 1 juli 2016 moeten uitvoerders van archeologische opgravingen beschikken over een certificaat. Dat is geregeld in de Erfgoedwet.
Met opgraven wordt in de Erfgoedwet bedoeld: het verrichten van handelingen met betrekking tot het opsporen, onderzoeken of verwerven van cultureel erfgoed of onderdelen daarvan, waardoor verstoring van de bodem, of verstoring of gehele of gedeeltelijke verplaatsing of verwijdering van een archeologisch monument of cultureel erfgoed onder water optreedt (zie artikel 5.1 lid 1 van de Erfgoedwet). Het is verboden om zonder certificaat daartoe opgravingen te verrichten.
Beoordelingsrichtlijn BRL SIKB 4000
In de Beoordelingsrichtlijn BRL 4000 staan de eisen vermeld op grond waarvan een opgravingscertificaat afgegeven wordt. Het gaat om eisen aan het proces van archeologische werkzaamheden bij opgravingen en om eisen aan het kwaliteitssysteem van de gravende organisatie. Daarnaast staan er ook eisen in aan de wijze van certificeren (door en voor de Certificerende Instelling). De certificerende instellingen verzorgen het privaat toezicht op de naleving.
Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA)
Om de kwaliteit van het onderzoekstraject in de archeologische monumentenzorg te waarborgen heeft de Rijksoverheid en de archeologische beroepsgroep in aanloop naar de marktwerking in de archeologie het ‘handboek’ Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) opgesteld. In dit handboek staan de minimale eisen die betrekking hebben op de vorm, informatieplicht, verslaglegging en deskundigheid van de uitvoerders van archeologisch onderzoek. In de huidige versie van de KNA wordt omschreven welke onderzoekstappen (KNA-protocollen) tenminste moeten worden uitgevoerd om van een basiskwaliteit te kunnen spreken.
Land- en waterbodems
De KNA bestaat uit een onderdeel KNA-Landbodems en een onderdeel KNA-Waterbodems. Zowel de KNA-Landbodems als de KNA-Waterbodems zijn onderverdeeld in diverse protocollen met specificaties, diverse toelichtingen en bijlagen. Te allen tijde geldt dat de uitvoerder van onderzoek zich dient te houden aan de specificaties die zijn vastgelegd in de protocollen en leidraden van de vigerende versie van de KNA.
Het beheer van de KNA is in handen van het Centraal College van Deskundigen Archeologie (CCvD). Het CCvD is onderdeel van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) die de norm beheert.
Protocol (landbodems) |
BRL 4000- protocolnummer |
Certificaat wel/niet verplicht |
---|---|---|
Bureauonderzoek | 4002 | niet verplicht |
Programma van Eisen | 4001 | niet verplicht |
Inventariserend Veldonderzoek proefsleuven | 4003 | verplicht |
Inventariserend Veldonderzoek overig | 4003 | verplicht |
Opgraven (incl. ‘variant archeologische begeleiding’) | 4004 | verplicht |
Specialistisch onderzoek | 4006 | niet verplicht |
Depotbeheer | 4010 | niet verplicht |
Protocol (waterbodems) | BRL 4000- protocolnummer | Certificaat wel/niet verplicht |
---|---|---|
Bureauonderzoek | 4002 | niet verplicht |
Programma van Eisen | 4001 | niet verplicht |
Inventariserend Veldonderzoek onderdeel 'op water' | 4113 | verplicht |
Inventariserend Veldonderzoek onderdeel 'op water-verkennend' | 4113 | verplicht |
Inventariserend Veldonderzoek onderdeel 'op water-waarderend' | 4113 | verplicht |
Opgraven | 4104 | verplicht |
Archeologische begeleiding | 4107 | verplicht |
Specialistisch onderzoek | 4006 | niet verplicht |
Depotbeheer | 4010 | niet verplicht |
Richtlijnen en KNA-protocollen
Actorregistratie
Het Actorregister Archeologie heeft als doel om de sector een effectieve en betrouwbare wijze te bieden om de competentie-eisen van individuele KNA-actoren te verifiëren, resulterend in een algemeen geaccepteerd bewijs van inschrijving in het Actorregister Archeologie. KNA-actoren zijn personen die op basis van (aantoonbaar) verworven competenties bevoegd zijn om voorbehouden handelingen in een archeologisch onderzoeksproces te verrichten. De registratie van personen die werken als KNA-actor is verplicht gesteld door het CCvD Archeologie. De registratie geldt voor zowel de volgens de Erfgoedwet verplichte KNA-protocollen, als voor de protocollen waarvoor het halen van een certificaat vrijwillig is.
Centrale registratie
Deze vorm van centrale registratie ontslaat organisaties (certificaathouders, inleners) van de verplichting om zelf allerlei dossiers (incl. bewijsvoering) van eigen en tijdelijk personeel aan te houden en, indien aan de orde, over te dragen. In plaats hiervan kan volstaan worden met een kopie van het bewijs van inschrijving van de betreffende actor. Daarnaast is het voor opdrachtgevers en (publieke en private) toezichthouders eenvoudig om de competenties van een actor te controleren.
Aanbesteding
Bij een aanbesteding kunnen zowel in het archeologisch Programma van Eisen, als bij bepaalde kwaliteitscriteria voor gunning aanvullende eisen worden gesteld aan de in te zetten actoren. De inschrijvers dienen dan aan te kunnen tonen dat deze actoren voldoen aan de gestelde eisen. Dit gebeurde doorgaans middels een CV. Maar inmiddels biedt de actorregistratie een formele ingang ter toetsing van de noodzakelijke kennis en ervaring. Met het individuele registratienummer van de betreffende actor, dat door de inschrijver wordt aangeleverd, kan de verificatie plaatsvinden.