Minder punten voor plan van aanpak voldoende onderbouwd (week 43)
Beoordeling van de kwaliteit | duurzaamheid
De Gemeente Zeist heeft een aanbesteding georganiseerd voor de plaatsing, beheer, onderhoud en reclame-exploitatie van A0 reclamedisplays in haar gemeente. De rechter is van oordeel dat de Gemeente voldoende heeft onderbouwd waarom zij het plan van aanpak van [eisende partij] met minder punten heeft beoordeeld. Ook de wijze waarop [eisende partij] vanaf de start van de opdracht emissieloos wil gaan rijden is niet duidelijk, nu de bedrijfswagen wel is besteld maar kennelijk nog niet is geleverd. Van procedurele dan wel inhoudelijke onjuistheden, dan wel onduidelijkheden op dit punt, is volgens de rechter geen sprake. (ECLI:NL:RBMNE:2024:6016, Rechtbank Midden-Nederland, Datum uitspraak 25 oktober 2024, Datum publicatie 28 oktober 2024)
Feiten en omstandigheden
De Gemeente Zeist heeft een aanbesteding georganiseerd voor de plaatsing, beheer, onderhoud en reclame-exploitatie van A0 reclamedisplays in haar gemeente. De vier inschrijvingen zijn beoordeeld op basis van prijs (35%) en kwaliteit (65%). Voor de beoordeling van de kwaliteit bestonden drie gunningscriteria die in de vorm van een plan aanpak moesten worden uitgewerkt en waarvoor punten konden worden gescoord. De gemeente wil dat het lokale MKB in de gemeente Zeist goed en professioneel bediend worden door de Opdrachtnemer. Het Plan van aanpak 'Benadering lokaal MKB' wordt beoordeeld conform het volgende criterium: De mate waarin het lokale MKB professioneel wordt benaderd en ondersteund en ontlast wordt met extra diensten en mogelijkheden die niet in het programma van eisen staan.’ Na een initiële beoordeling op 2 mei 2024, waarop door [eisende partij] kritisch is gereageerd, en die later is ingetrokken, heeft de Gemeente na een herbeoordeling van de inschrijvingen door een andere beoordelingscommissie op 19 juni 2024 de uitslag van de aanbestedingsprocedure aan [eisende partij] bekend gemaakt. In die brief staat dat zij het voornemen heeft om de opdracht te gunnen aan Event Support Holland B.V. Uit die in die brief opgenomen ranking blijkt dat [eisende partij] met een score van 74 punten op tweede plaats is geëindigd. Die uitslag wordt met name verklaard door het feit dat [eisende partij] bij de hiervoor onder 2.3 genoemde kwalitatieve gunningscriteria (G2 - Benadering lokale MKB en G4 - Duurzaamheid) aanmerkelijk minder punten heeft behaald dan de (voorlopig) winnende inschrijver. [eisende partij] stapt naar de rechter en vordert dat de voorzieningenrechter de Gemeente veroordeeld tot intrekking van de gunningsbeslissing van 19 juni 2024. Het oordeel van de rechter:
Link met MKB onvoldoende beschreven
“In de gunningsbeslissing van 19 juni 2024 staat: ‘U stelt een stoppercampagne voor, echter de mate waarin u dit aanbod heeft omschreven is niet geheel specifiek en meetbaar beschreven. Zo wordt wel omschreven wat de stoppercampagne inhoudt, maar wordt de link met het MKB onvoldoende omschreven.’
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de Gemeente daarmee voldoende heeft onderbouwd waarom zij het plan van aanpak van [eisende partij] op dit onderdeel met minder punten heeft beoordeeld omdat het plan van aanpak niet volledig is. De stoppercampagne, bedoeld om leegstand te voorkomen, kan tenslotte ook werken voor grote bedrijven, culturele instellingen of non-profitorganisaties, zoals ook blijkt uit de inschrijving van [eisende partij]. Wanneer in de Aanbestedingsleidraad is opgenomen (zie ook onder 2.3) dat het plan van aanpak 'Benadering lokaal MKB' wordt beoordeeld conform het criterium: “De mate waarin het lokale MKB professioneel wordt benaderd en ondersteund en ontlast wordt met extra diensten en mogelijkheden die niet in het programma van eisen staan”, dan volgt daaruit dat de Gemeente een plan van aanpak wenst waaruit duidelijk de mate blijkt waarin het lokale MKB professioneel benaderd, ondersteund en ontlast wordt. [eisende partij] heeft betoogd dat die link reeds voldoende blijkt uit de omschrijving dat zij (onder andere) de stoppercampagne als extra voordeel aan de ondernemers van Zeist aanbiedt. Uit deze door [eisende partij] gebezigde algemene begrippen blijkt de link met het MKB zoals uitgevraagd in geringe mate. Dat die geringe mate als onvoldoende is beoordeeld is niet onbegrijpelijk. Van procedurele dan wel inhoudelijke onjuistheden, dan wel onduidelijkheden op dit punt is geen sprake. Deze beoordeling doorstaat daarmee de door de voorzieningenrechter aan te leggen marginale toetsing, zoals is beschreven onder 3.4.
Elektrisch rijden
In de gunningsbeslissing van 19 juni 2024 staat: “Voor de beoordelingscommissie is niet duidelijk hoe u vanaf de start van de opdracht elektrisch gaat rijden. Dit is in de inschrijving onvoldoende specifiek uitgelegd. U garandeert het wel door in te schrijven, maar op welke wijze u dit gaat realiseren wordt onvoldoende duidelijk in de inschrijving.” Wanneer [eisende partij] in haar inschrijving enkel aangeeft dat zij een elektrische bedrijfswagen (een Ford E-Transit 350 L2H2 Trend 135 kW) heeft besteld, dan is het oordeel van de beoordelingscommissie, dat het niet duidelijk is hoe [eisende partij] vanaf de start van de opdracht elektrisch gaat rijden niet onbegrijpelijk. De wijze waarop [eisende partij] vanaf de start van de opdracht emissieloos wil gaan rijden nu de bedrijfswagen wel is besteld maar kennelijk nog niet is geleverd, is immers niet duidelijk. Dat [eisende partij] ter zitting heeft aangegeven dat wanneer de elektrische bedrijfswagen bij aanvang van de overeenkomst (nog) niet is geleverd zij er een moet huren dan wel leasen is niet als zodanig in haar inschrijving opgenomen. De beoordelingscommissie heeft dit aspect dus ook niet in haar beoordeling van de inschrijving kunnen meenemen. Het is nu juist dit realistisch gehalte dat door de Gemeente is uitgevraagd en zij wil beoordelen en waarderen. Nu dit realistisch gehalte met betrekking tot emissieloos rijden in de inschrijving van [eisende partij] niet duidelijk dan wel onvoldoende is beschreven kan de beoordelingscommissie daar een lagere score voor geven. Van procedurele dan wel inhoudelijke onjuistheden, dan wel onduidelijkheden op dit punt is geen sprake. Deze beoordeling doorstaat daarmee de door de voorzieningenrechter aan te leggen marginale toetsing, zoals is beschreven onder 3.4.
(VdLC publishers/consultants BV, 30 oktober 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl