Versterking Drontermeerdijk: hogere dijk, minder impact op het milieu
Er stroomt steeds meer water door de IJssel. Om dit water veilig door te laten stromen, startte het Rijk samen met lokale partijen het IJsseldeltaprogramma. Eén onderdeel van dit programma was de versterking van de Drontermeerdijk, waar waterschap Zuiderzeeland aan werkte. Met behulp van de Milieukostenindicator koos het waterschap voor een zo duurzaam mogelijke uitvoering. ‘De markt is er klaar voor. Opdrachtgevers moeten er alleen wel goed om vragen.’ (augustus 2021)
Praktijkvoorbeeld Drontermeerdijk
Door een extra watergeul van de IJssel naar het Revemeer stroomt er straks meer water langs de Drontermeerdijk. Die dijk moest daarom worden verstevigd. Waterschap Zuiderzeeland ontwikkelde een plan om die versteviging maatschappelijk verantwoord in te kopen. Ze stelden inschrijvers in staat om met de tool DuboCalc de Milieukostenindicator (MKI) toe te passen: een methode om de milieueffecten te berekenen van materiaal, bouwwerken of projecten. Inschrijvers konden extra punten scoren voor een lage MKI-waarde van hun voorstel. En nog meer punten voor goede bereikbaarheid en lokale toegevoegde waarde. Het waterschap besteedde het project Europees aan. Boskalis kwam als beste uit de verf met een concreet, duurzaam plan van aanpak. Dit bedrijf wist met lage CO₂-uitstoot en aandacht voor circulariteit de dijk te verstevigen.
Geleerde lessen en tips
- ‘Besef dat de markt wat duurzame inpassingen betreft flink voorloopt op de overheid. En dat ze prikkels nodig heeft. Stel daarom gerust hoge MVI-eisen.’
- ‘Laat de markt zelf bepalen hoe ze aan je eisen kan voldoen. Zij weten vaak beter wat er mogelijk is dan jij als overheidsorganisatie.’
- ‘Maak de MKI-waarde een belangrijk onderdeel van de uitvraag. Hoe lager die waarde, hoe meer kans een bedrijf heeft de aanbesteding te winnen.’
- ‘Het gebruik van tools zoals DuboCalc heeft draagvlak nodig binnen de organisatie, maar iemand moet ermee beginnen. Wees dus niet bang om het te initiëren.’
- ‘Zet Maatschappelijk Verantwoord Inkopen in de verkenningsfase op de agenda van het project. Zo krijg je de beste prestaties.’
Duurzame dijkversterking
Het water in de IJssel staat steeds hoger – mede door klimaatverandering. Om te zorgen dat de regio’s in de IJsseldelta droge voeten houden, werken het Rijk, de provincies Overijssel en Flevoland, de gemeenten Kampen en Dronten, Rijkswaterstaat en de waterschappen Zuiderzeeland en Drents Overijsselse Delta samen aan de verbetering van de waterveiligheid in de regio. Dit doen zij in het programma IJsseldelta. In dat programma voert Waterschap Zuiderzeeland de versterking van de Drontermeerdijk uit. Een traject met meerdere fasen en een duurzaam ingestoken uitvraag.
‘In de eerste fase van dit programma is de hoogwatergeul 'het Reevediep' gegraven,’ vertelt Teun Wendt, projectmanager bij Waterschap Zuiderzeeland en betrokken bij project Versterking Drontermeerdijk als technisch manager. ‘Daardoor kan de IJssel bij hoogwater meer water afvoeren naar het Revemeer. Die verplaatsing van extra water vereist echter wel enkele aanpassingen. Daar zijn we in de huidige tweede fase mee bezig. Zo wordt de Roggebotsluis afgebroken en komt drie kilometer zuidelijker ter vervanging de nieuwe Reevesluis.’ Ook moest de Drontermeerdijk verstevigd worden. ‘Om het extra hoogwater aan te kunnen, moesten we de dijk over een traject van drie kilometer zo’n 2,7 meter verhogen. En dat wilden we zo duurzaam mogelijk doen: circulair en met een zo laag mogelijke belasting voor het milieu.’
De Milieukostenindicator
Het project was niet vanaf het eerste moment maximaal duurzaam ingestoken, vertelt Wendt. ‘Halverwege de planuitwerking van de dijkversterking ben ik aangehaakt. Samen met het team hebben we toen gekeken hoe we de aanbesteding voor de dijkversterking nog zo maatschappelijk verantwoord mogelijk konden insteken.’ Hiervoor maakte het projectteam met de tool DuboCalc gebruik van de Milieukostenindicator (MKI). Via deze methode vallen schadelijke milieueffecten te meten.
‘We stelden eerst de referentiewaarde van ons project vast. Oftewel: de MKI-waarde die het zou hebben zónder aandacht voor duurzaamheid.’ Via een Europese aanbesteding vroeg Waterschap Zuiderzeeland inschrijvers vervolgens om ook de MKI-waarde van hun voorstel uit te rekenen. ‘Om de aanbesteding te winnen, moesten ze een lage MKI-waarde neerzetten, een plan hebben om de beschikbaarheid van de provinciale weg die op de dijk ligt te waarborgen én een maatschappelijke waarde toevoegen. Het gehele plan moest bovendien goed SMART onderbouwd zijn.’
Voor invulling van de eisen konden inschrijvers scoren op beste prijs-kwaliteitverhouding (BPKV). Bij een hoge score kreeg de inschrijver een fictieve korting op haar inschrijvingssom. Wendt: ‘In totaal konden inschrijvers tot ongeveer 40 procent aan korting op de totaalsom scoren, waarvan 10 procent op het onderdeel MKI. Een mooie uitdaging om goed op te presteren op de criteria dus.’ De fictieve kortingen brengen de inschrijfsom (op papier) naar beneden en geeft goed scorende inschrijvers een grotere kans om als BPKV-inschrijver uit de bus te komen en de opdracht te krijgen.
Positieve reacties
Het interne projectteam bij het waterschap reageerde enthousiast op de inzet van (DuboCalc voor) de MKI. ‘Bij Grond-, weg- en waterbouw projecten is DuboCalc bekend, maar ons waterschap werkt er niet standaard mee’, zegt Wendt. ‘We hadden ook geen vergelijkbaar dijkversterkingsproject om van te leren. Maar iedereen was positief over de MKI-toevoeging.’
Om zoiets succesvol te integreren in een aanbesteding moeten er intern wel medewerkers zijn die hameren op het belang van duurzaamheid, vertelt hij. ‘Dat was gelukkig het geval bij ons. Het is nog te vroeg om te zeggen dat MKI het nieuwe normaal voor het waterschap is; in organisaties als de onze kan het even duren voordat nieuwe dingen “gewoon” worden. Maar dit was een goed begin.’
Naast de organisatie reageerde ook de markt positief. ‘Inschrijvers weten hier goed mee te werken en kwamen met verschillende aanpakken. We waren blij verrast door hun voorstellen. De markt blijkt al behoorlijk klaar voor duurzame planuitvoering. De overheid moet wel op een goede manier uitvragen om dat ook in de praktijk te brengen.’
Grotere toekomstplannen
Waterschap Zuiderzeeland selecteerde de Economisch Meest Voordelige Inschrijving na de gegeven fictieve kortingen. ‘Aannemer Boskalis kwam het beste uit de verf en had een MKI-waarde die meer dan de helft lager was dan onze referentiewaarde.’ Hoe de aannemer aan die lage waarde kwam? ‘Boskalis onderscheidde zich door het materiaal voor de dijk in de buurt te zoeken en door veel te hergebruiken. Zo bespaarde het bedrijf stevig op transport: het zand en klei won het uit het Drontermeer en vervoerde het per schip. Daarnaast gebruikte het biodiesel als brandstof. Het milieuvoordeel van dat laatste was groot.’ Zo groot zelfs dat Wendt biodiesel als minimale eis meeneemt in een volgend project. ‘Daarnaast willen we de milieu-impact zwaarder laten meetellen in de beoordeling. Een goede score op de MKI-waarde telde nu mee voor een fictieve korting van 10 procent. Maar die kunnen we makkelijk op 25 procent zetten. We zien hoe makkelijk aannemers met de MKI-waarde-eis overweg kunnen, dus kunnen we die prima zwaarder mee laten.’
Meer MVI-invullingen
Naast een lage MKI-waarde, scoorde Boskalis ook goed op de andere punten. Wendt: ‘Om bereikbaarheid te optimaliseren, legden ze tijdelijk een weg aan. Het materiaal van die weg is later verwerkt in een oprit naar de versterkte dijk en in een ander project. Daarnaast maakten ze ook op andere manieren zo min mogelijk gebruik van primaire grondstoffen. Zo is een deel van de dijk gebouwd met industriezand in een Grootschalige Bodemtoepassing (GBT). De gekeurde industriegrond is gebruikt om de dijk op te hogen.’
Het project is bijna afgerond, de versterking van de dijk is een feit. De dijk kan nu weer decennialang mee. Wendt is tevreden over hoe het project verliep: ‘Netjes binnen budget en binnen de planning. Het rapport met de uiteindelijke MKI-scores moeten we nog krijgen, maar alle tussenrapportages zagen er veelbelovend uit. Als er ooit weer een verbouwing nodig is, dan pakken we het vergelijkbaar aan. Alleen gaan we dan voor 100 procent duurzaam!’