Stelling over veilingen lijkt niet ‘zonder deugden’ (week 26)
Aanbestedingsplicht | gelijkheidsbeginsel
Deze zaken betreffen gemeenten die commerciële derden tegen vergoeding gelegenheid geven tot reclame-uitingen op of aan grond of objecten van de gemeente. In zijn conclusie gaat de Advocaat-Generaal (A-G) ook kort in op het aanbestedingsrecht. Hij stelt dat ‘de stelling dat uit het aanbestedingsrecht volgt dat de veilingen een overheidstaak zijn waarop de overheidstakenvrijstelling van toepassing is’, mits tijdig aangevoerd, niet zonder deugden lijkt, als het inderdaad zo is dat een gemeente wettelijk (EU-rechtelijk) geen keus heeft dan dergelijke mogelijk schaarse huurrechten door middel van een veiling te verdelen. (ECLI:NL:PHR:2024:658, ECLI:NL:PHR:2024:695 en ECLI:NL:PHR:2024:631, Parket bij de Hoge Raad, Datum uitspraken 14 juni 2024, Datum publicatie 28 juni 2024)
Feiten en omstandigheden
Deze zaken betreffen gemeenten die commerciële derden tegen vergoeding de gelegenheid geven tot reclame-uitingen op of aan grond of objecten van de gemeente. Eén van de drie gemeenten veilt bovendien rechten om brandstofverkooppunten te huren en te exploiteren en verhuurt die punten vervolgens aan de gegunden. In alle zaken is de vraag of de gemeenten vennootschapsbelastingplichtig zijn voor het batige saldo van de genoemde activiteiten. In zijn conclusie gaat de Advocaat-Generaal (A-G) ook kort in op het aanbestedingsrecht. De A-G zegt o.a. het volgende:
Gemeente hecht veel waarde aan gelijke kansen
“Een brandstofverkooppunt moet passen in de omgeving. De gemeente gebruikt haar locatiebeleid als instrument voor de ruimtelijke ordening en het geeft haar de mogelijkheid duurzaamheidseisen te stellen, bijvoorbeeld door een exploitant te verplichten om snelladers te plaatsen. De gemeente wil niet dat huurovereenkomsten van zittende exploitanten stilzwijgend worden verlengd omdat dat de concurrentie kan beperken en de consument kan duperen. Ook gegeven het aanbestedingsrecht acht de gemeente het riskant om huurovereenkomsten stilzwijgend te verlengen. Een toetreder kan de gemeente verwijten de zittende exploitant te bevoordelen. De gemeente hecht veel waarde aan gelijke kansen en het volgen van de aanbestedingsregels. Om die reden is gekozen voor een veiling.”
Stelling is niet ‘zonder deugden’
“De stelling dat uit het aanbestedingsrecht volgt dat de veilingen een overheidstaak zijn waarop de overheidstakenvrijstelling van toepassing is, heeft de belanghebbende mijns inziens in hoger beroep prijsgegeven met haar expliciete verklaring dat volgens haar de overheidstakenvrijstelling niet van toepassing is op haar activiteiten ter zake van de brandstofverkooppunten en trouwens ook niet op die ter zake van reclame. Het proces-verbaal van ’s Hofs zitting (p. 2) vermeldt als standpunten van de belanghebbende onder meer:
‘Desgevraagd trek ik mijn standpunt in dat de overheidstakenvrijstelling van toepassing is op de resultaten behaald met de reclameactiviteiten. (….). De overheidstakenvrijstelling is niet van toepassing op de activiteiten met betrekking tot de brandstofverkooppunten.’
Overigens zou deze stelling een onderzoek naar feiten vergen, waarvoor in cassatie geen plaats is. Ik merk wel op dat deze stelling, mits tijdig aangevoerd, mij niet zonder deugden lijkt als het inderdaad zo is dat een gemeente wettelijk (EU-rechtelijk) geen keus heeft dan dergelijke mogelijk schaarse huurrechten door middel van een veiling te verdelen. In dat geval wordt de organisatie van een veiling immers bij wet opgelegd aan de gemeente. Niemand verplicht de gemeente echter om die verkooppunten te verhuren; zij kan ze ook verkopen of onder vergunningsvoorwaarden toestaan op andere grond dan die van de gemeente. Uit belanghebbendes betoog volgt dat verdeling van schaarse huurrechten ook zonder veiling mogelijk is, bijvoorbeeld via inschrijving, al is het denkbaar dat ook inschrijving een overheidstaak is als het zo zou zijn dat gemeenten EU-rechtelijk verplicht zijn tot openbare aanbesteding van huurrechten ter zake van brandstofverkooppunten.”
(VdLC publishers/consultants BV, 3 juli 2024)