Serieuze verdenkingen van betalingen aan gemeenteambtenaren (week 32)
Corruptie en belangenverstrengeling
Spanningen tussen de (indirecte) bestuurders [B] en [C] van Image Building zijn opgelopen nadat aan het licht was gekomen dat een werknemer een pinpas van het bedrijf had gebruikt voor contante opnames tot een bedrag van ruim € 100.000 in een jaar tijd, en een serieuze verdenking was gerezen dat de contanten (deels) waren gebruikt voor onoorbare doelen, onder meer voor betalingen aan gemeenteambtenaren in ruil voor het verstrekken van opdrachten en/of het afgeven van vergunningen door de gemeentes in kwestie. De Ondernemingskamer schorst beide vennootschappen als bestuurder en benoemt in hun plaats een nader aan te wijzen onafhankelijke persoon tot bestuurder. (ECLI:NL:GHAMS:2024:2153, Gerechtshof Amsterdam, Datum uitspraak 30 mei 2024, Datum publicatie 2 augustus 2024)
Feiten en omstandigheden
Image Building c.s. exploiteert een onderneming op het gebied van buitencommunicatie. Zij verkoopt en plaatst onder meer reclameborden in de buitenruimte. Bestaande spanningen tussen de (indirecte) bestuurders [B] en [C] zijn opgelopen nadat aan het licht was gekomen dat een werknemer een pinpas van Image Building had gebruikt voor contante opnames tot een bedrag van ruim 100.000 euro in een jaar tijd en een serieuze verdenking was gerezen dat de contanten (deels) waren gebruikt voor onoorbare doelen, onder meer voor betalingen aan gemeenteambtenaren in ruil voor het verstrekken van opdrachten en/of het afgeven van vergunningen door de gemeentes in kwestie. Het oordeel van de rechter:
Serieuze aanwijzingen
“De Ondernemingskamer is met partijen van oordeel dat zich gegronde redenen voordoen om aan een juist beleid of een juiste gang van zaken van Image Building te twijfelen. Er zijn serieuze aanwijzingen dat zich onregelmatigheden hebben voorgedaan bij het gebruik van een pinpas van Image Building door een werknemer, [E] Het gaat daarbij om contante opnames, gevolgd door contante betalingen aan (werknemers van) (potentiële) klanten of aan (ambtenaren van) een vergunningverlenende gemeente, alsmede aan collega’s. Mede gelet op de door de betrokkenen zelf afgelegde verklaringen (zie onder andere de verklaringen vermeld in 2.14 en 2.15) moet rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat (in ieder geval) [C] hiervan heeft geweten. Daarnaast is niet in geschil dat zowel Loods ( [C] ) als Miller ( [B] ) er in het verleden aan hebben meegewerkt dat contante bonusbetalingen aan werknemers zijn gedaan die niet in de aangifte loonbelasting werden betrokken. Image Building loopt daarmee het risico dat de belastingdienst naheffingen en boetes zal opleggen.”
Verstoorde verhoudingen
“Het voorgaande biedt al gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken. Deze twijfel wordt versterkt door de verstoorde verhoudingen binnen het bestuur op een moment waarop Image Building c.s. in financieel zwaar weer verkeert. Een patstelling binnen het bestuur werd aanvankelijk doorbroken door een niet-geagendeerde benoeming van MKB Profit tot bestuurder; inmiddels is MKB Profit weer afgetreden waarmee opnieuw een groot risico op een patstelling in het bestuur is ontstaan. Hoewel belanghebbenden in staat zijn die impasse door middel van een of meer besluiten in de algemene vergadering te doorbreken, slagen zij daar niet in.”
Onmiddellijke voorzieningen
“De Ondernemingskamer is verder van oordeel dat de toestand van Image Building c.s., zoals die blijkt uit het voorgaande, het nodig maakt onmiddellijke voorzieningen te treffen. Zowel Loods als Miller heeft bijgedragen aan de twijfel omtrent het beleid en de gang van zaken. Daarom zal de Ondernemingskamer beide vennootschappen schorsen als bestuurder van de Vennootschap en in hun plaats een nader aan te wijzen onafhankelijke persoon tot bestuurder benoemen, die als enige bevoegd is om de Vennootschap zelfstandig te vertegenwoordigen en zonder wie de Vennootschap niet vertegenwoordigd kan worden. De Ondernemingskamer tekent daarbij aan dat [C] en [B] beiden desgevraagd ter zitting hebben verklaard dat zij bereid zijn in geval van schorsing op verzoek van de bestuurder diensten te verrichten. De schorsing zal ingaan op het moment waarop de door de Ondernemingskamer benoemde bestuurder zal zijn aangewezen. Voor het treffen van meer of andere voorzieningen ziet de Ondernemingskamer op dit moment geen aanleiding.”
(VdLC publishers/consultants BV, 14 augustus 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl