Onduidelijkheden in aankondiging, bestek of nota van inlichtingen
Belangrijkste jurisprudentie over onduidelijkheden in aankondiging, bestek of nota van inlichtingen.
Rechtsregel 1:
Een opdracht dient voldoende bepaalbaar te zijn. U dient uw specificaties aldus voldoende duidelijk, precies en ondubbelzinnig te omschrijven, zodat een duidelijk beeld kan worden verkregen van wat u voor ogen heeft. De aanbestedingsstukken dienen daarom te worden uitgelegd naar hun objectieve betekenis, zoals een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver deze, binnen de context van het totaal van de aanbestedingsstukken, redelijkerwijs heeft moeten begrijpen.
Rechtsregel 2:
Een inschrijver dient nadere vragen te stellen in geval van onduidelijkheden in de nota van inlichtingen. Uitblijven hiervan leidt tot rechtsverwerking.
Rechtsregel 1:
Een opdracht dient voldoende bepaalbaar te zijn. U dient uw specificaties aldus voldoende duidelijk te omschrijven, zodat een duidelijk beeld kan worden verkregen van wat u voor ogen heeft. Dat geldt (vanzelfsprekend) ook in het geval van het toepassen van de BVP-methodiek. Voorkomen dient te worden dat inschrijvers bijvoorbeeld doelstellingen geheel anders kunnen interpreteren, waardoor het gevaar bestaat dat de inschrijvingen niet met elkaar zijn te vergelijken.
Citaat JBM Koeriers/Universiteit van Amsterdam:
“Het hof stelt het volgende voorop. Het in het aanbestedingsrecht geldende transparantiebeginsel impliceert dat alle aanbestedingsvoorwaarden en -modaliteiten in het aanbestedingsbericht of het bestek worden geformuleerd op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze, onder meer opdat alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers de juiste draagwijdte kunnen begrijpen en zij deze op dezelfde manier kunnen interpreteren. Die stukken dienen daarom te worden uitgelegd naar hun objectieve betekenis, zoals een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver deze, binnen de context van het totaal van de aanbestedingsstukken, redelijkerwijs heeft moeten begrijpen. Voor zover de aanbestedingsstukken verduidelijking behoeven, is in het aanbestedingsrecht voorzien in vragenrondes met daarop volgende nota’s van inlichtingen, waarvan alle potentiële inschrijvers gelijkelijk kennis kunnen nemen, dan wel vergelijkbare systemen (zoals een concurrentiegerichte dialoog). De nota’s van inlichtingen dienen overeenkomstig hetzelfde criterium te worden uitgelegd. Bij de uitleg van de aanbestedingsstukken dient de niet in die stukken tot uitdrukking gebrachte opvatting van de opstellers van de aanbestedingsstukken over de uitleg daarvan buiten beschouwing te worden gelaten, omdat die tot ongelijke behandeling zou kunnen leiden. Dat geldt tijdens de aanbestedingsprocedure, omdat de zittende opdrachtnemer veelal met die opvattingen bekend zal zijn en zijn inschrijving daarop zal kunnen afstemmen. Het geldt ook tot aan het einde van de fase van uitvoering van de opdracht, omdat een gewijzigde lezing van de aanbestedingsstukken tijdens die uitvoering een meer dan marginale wijziging van de opdracht zou kunnen impliceren, waarop verliezende inschrijvers hun inschrijving niet konden afstemmen. Een wijziging van de opdracht is slechts toegestaan als daarin uitdrukkelijk in de aanbestedingsstukken is voorzien (zie HvJEU 29 april 2004, C-496/99, Succhi di Frutta, ECLI:EU:C:2004:236, rechtsoverwegingen.115-121).” (ov. 5)
Gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2015:3399, 15 december 2015) op rechtspraak.nl
Rechtsregel 2:
Een inschrijver dient nadere vragen te stellen in geval van onduidelijkheden in de nota van inlichtingen. Uitblijven hiervan leidt tot rechtsverwerking.
Citaat IT Creation/Gemeente Weststellingwerf:
De voorzieningenrechter overweegt dat uit vaste jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie volgt dat van een adequaat handelend inschrijver/gegadigde mag worden verwacht dat hij zich proactief opstelt bij het naar voren brengen van bezwaren in het kader van een aanbestedingsprocedure. De eisen van redelijkheid en billijkheid die de inschrijver/gegadigde jegens de aanbestedende dienst in acht heeft te nemen, brengen mee dat hij zijn bezwaren duidelijk naar voren brengt en in een zo vroeg mogelijk stadium aan de orde stelt, zodat eventuele onregelmatigheden desgewenst kunnen worden gecorrigeerd met zo min mogelijk consequenties voor het verdere verloop van de aanbestedingsprocedure. Een inschrijver/gegadigde die bezwaren heeft maar er (te lang) mee wacht om die te melden, heeft het recht verwerkt om hierover te klagen.
Anders dan IT Creation heeft betoogd, is de Nota van Inlichtingen naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet zo duidelijk dat een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver daaruit niets anders had kunnen concluderen dan dat het vereiste dat de productieomgeving diende te bestaan uit twee storage tiers ook nog steeds gold als een all-flash systeem werd aangeboden. De antwoorden op de vragen 46, 47 en 48 in de Nota van Inlichtingen hadden voor een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver ten minste reden moeten zijn om daaraan te twijfelen en dus reden moeten zijn om daarover vragen te stellen. Hiertoe overweegt de voorzieningenrechter als volgt. (ov. 5.5-5.6)
Rechtbank Noord-Nederland (ECLI:NL:RBNNE:2019:3219, 24 juli 2019) op rechtspraak.nl