Provincie Zuid-Holland: Startup in Residence-programma
In Zuid-Holland zit veel innovatie-potentieel. Provincie Zuid-Holland wil dat potentieel graag benutten. Hoe stimuleert de provincie innovatieve geesten om oplossingen te bedenken voor actuele uitdagingen? Hiervoor heeft de provincie inmiddels driemaal het Startup in Residence (SiR)-programma ingezet. De vierde editie is in de selectiefase. ‘Dit brengt onze provincie echt verder.' (oktober 2020)
Praktijkvoorbeeld Startup in Residence
Provincie Zuid-Holland nodigt startups uit zich in te schrijven voor Startup in Residence (SiR). Inschrijvers bedenken vernieuwende oplossingen voor actuele vraagstukken die de provincie formuleert. Startups met de beste ideeën krijgen training en begeleiding bij het opzetten en (door)ontwikkelen van een pilot. Na het tweede SiR-programma heeft de provincie de handen ineen geslagen met 5 andere overheidsorganisatie, in het programma SiR Intergov.
Bijzonder
Inschrijvers komen grotendeels uit Zuid-Holland, maar ook uit andere provincies en zelfs uit het buitenland. Als een pilot succesvol is, wordt de provincie launching customer. Zuid-Holland gebruikt voor de inkoop van deze innovatieve oplossingen een meervoudige onderhandse aanbesteding.
Geleerde lessen en tips
- Formuleer uw vraagstukken helder en zorgvuldig. Zorg ervoor dat ze een oprechte behoefte verwoorden.
- Doe actief mee aan de werving van geschikte startups. Voor sommige technische vraagstukken moet u gericht zoeken.
- Beoordeel ingediende oplossingen op basis van drie criteria. Is het vernieuwend? Is het realistisch? En is opschaling mogelijk?
- Zorg voor een serieuze mindset. Toewijding van de ambtenaar en de startup is de belangrijkste voorwaarde voor succes.
‘We hebben hier in Zuid-Holland veel goede universiteiten en sterke sectoren. Met al deze kennis en vaardigheden is er een enorm potentieel voor innovatie.’ Aan het woord is Duncan Waardenburg, Innovation Officer en programmamanager Startup in Residence Zuid-Holland. ‘De vraag is: hoe kun je dat potentieel inzetten voor de provincie – en voor de eigen overheidsorganisatie?’ Om hier antwoord op te vinden, zette de provincie twee jaar geleden een innovatieteam op. ‘Voor inspiratie keken we naar andere overheidsorganisaties: hoe werken zíj aan innovatie?’
Het inspiratieteam zag dat de gemeentes Amsterdam en Den Haag gebruik maakten van het SiR-programma. ‘We vonden het meteen interessant. Met dit programma zouden we overheidsopdrachten toegankelijk kunnen maken voor kleinere, innovatieve partijen. We zouden een nieuwe manier van inkopen in huis halen. En belangrijker nog: we zouden goede oplossingen kunnen krijgen voor maatschappelijke vraagstukken. Toen we kort daarna besloten om inderdaad met een SiR-programma te starten, werden dat de drie doelen.’
Iedereen voorlichten
‘Het eerste wat we deden was op zoek gaan naar geschikte vraagstukken’, vertelt Waardenburg. ‘We zochten uitdagingen waar innovatieve startups zich in konden vastbijten. Hiervoor gingen we naar wekelijkse afdelingsbijeenkomsten, plaatsten we oproepjes op intranet en bestudeerden we ingediende moties. Niemand kende het SiR-programma nog, dus we moesten iedereen er ook over voorlichten.’
Uiteindelijk wist het innovatieteam 10 goede vraagstukken (‘challenges’) te formuleren. ‘Elke challenge draaide om een probleem waar we als provincie echt mee bezig waren. We wilden geen vrijblijvende hobbyprojectjes stimuleren, maar het programma als een serieus inkoopinstrument inzetten.’ De vraagstukken waren zo concreet mogelijk. ‘Hoe ziet de bushalte van de toekomst er bijvoorbeeld uit? Hoe kunnen overheid en burgers samen tot betrouwbare meetgegevens over luchtkwaliteit komen? En hoe kunnen we als provincie-organisatie onze afvalstromen het best hergebruiken?’
Het innovatieteam stelde zo weinig mogelijk eisen aan de totstandkoming van oplossingen. Waardenburg: ‘We willen van SiR-deelnemers een oplossing voor een probleem. Het maakt ons niet zoveel uit hoe die tot stand komt. We vertrouwen op de expertise en creativiteit van deelnemers.’
Startups bereiken
De provincie plaatste de 10 vraagstukken op het platform starthubs.co. ‘Vanaf dat moment konden startups reageren en begon voor ons de meest intensieve periode’, vertelt Waardenburg. ‘De promotie en werving. Want hoe bereik je geschikte startups?’ Het innovatieteam probeerde dat op 4 manieren. ‘Allereerst vroegen we startups om het SiR-programma via hun social media onder de aandacht te brengen. Zij hebben een groot netwerk met veel jonge ondernemers. Daarnaast zetten we onze eigen kanalen in: de provinciewebsite en onze social media.’
De derde methode was scouting, aldus Waardenburg. ‘Voor sommige vraagstukken zochten we zelf heel gericht partijen en vroegen we hen om deel te nemen. Dat was bijvoorbeeld belangrijk bij heel technische challenges.’ En de laatste promotievorm? ‘We gingen langs op plekken waar veel jonge ondernemers zich verzamelen. Om daar iets te vertellen over het programma en de vraagstukken bekend te maken.’ Alle 4 de promotie- en wervingstactieken kwamen ook terug toen de provincie vorig jaar de tweede editie van Startup in Residence Zuid-Holland aankondigde.
Gedachtegoed respecteren
‘De hoeveelheid inschrijvers op een challenge verschilt behoorlijk, afhankelijk van het soort vraagstuk’, zegt Waardenburg. ‘We hebben vraagstukken met 3 inschrijvers gehad, maar ook met 45. Heel technische vraagstukken, bijvoorbeeld rondom infrastructuur, hebben minder aanmeldingen dan bijvoorbeeld een vraagstuk over het aanleren van 21st-century skills. Van de inschrijvers komt het merendeel uit Zuid-Holland – velen uit Delft, Leiden en Noordwijk. Sommigen komen uit omliggende plaatsen, zoals Amsterdam of Utrecht. Maar we werken bijvoorbeeld ook samen met een startup uit Slovenië. Het programma staat in principe open voor alle geografische achtergronden. Als inschrijvers maar een startend bedrijf zijn.’
Iedereen mag echter reageren. ‘En dat roept een belangrijke vraag op’, zegt Waardenburg. ‘Mag je dan wel eisen dat een partij een startup is? Ben je dan niet discriminerend bezig? In het eerste jaar stelden wij in elk geval verplicht dat bedrijven niet langer dan vijf jaar bij de Kamer van Koophandel ingeschreven stonden. Maar afgelopen jaar lieten we die eis los. We merkten namelijk dat mensen het gedachtegoed van het programma respecteren. Ze schrijven zich niet in als ze zichzelf niet als startup beschouwen.’
Oplossingen opschalen
Wanneer is er een ‘match’ tussen een deelnemende startup en een vraagstuk? ‘Daarvoor kijken we naar 3 hoofdcriteria. Hoe innovatief is de aangedragen oplossing – voor de samenleving en voor de provincieorganisatie? Hoe realistisch, of hoe waarschijnlijk is het dat er binnen de tijdspanne van het programma een pilot of prototype tot stand komt? En hoe groot is de kans dat we de oplossing kunnen opschalen, in Zuid-Holland of zelfs daarbuiten? ’Vervolgens koppelt de provincie aan elk vraagstuk 2 startups. ‘Die werken samen hun oplossingen uit.’
Uit de eerste editie zijn inmiddels mooie resultaten voortgekomen, zegt Waardenburg. ‘De startup EVAnet heeft een nieuw soort bushalte bedacht met allerlei extra functionaliteiten. Inmiddels staan er al 3 van die haltes in Zuid-Holland.’ Ook het afvalprobleem heeft een goede oplossing gekregen. ‘Een nieuw project gebruikt het afval van het provinciehuis én de bouwsector om 100 fietsbankjes te 3D-printen. Dat lost ook meteen het gebrek aan bankjes langs de provinciale fietsroute op. Geweldig toch? Dit brengt onze provincie echt verder.’
Toewijding laten zien
Om de vruchten van het SiR-programma te plukken, is een serieuze instelling belangrijk, gelooft Waardenburg. ‘Denk niet: 'We doen even een pilot en dan zien we wel of het wat wordt.' De gedachte moet zijn: 'We willen een probleem anders dan anders aanpakken, er een betere oplossing voor bedenken en die oplossing via het SiR-programma uitproberen.' Met als doel om deze vernieuwing daadwerkelijk te integreren in de provincie-organisatie of maatschappij.’
Deze mindset moet er niet alleen bij de startup zijn, benadrukt hij. ‘Er is vanaf het begin evenveel toewijding van de ambtenaar nodig. Zij moeten het allebei echt willen. De behoefte én de aanpak moeten oprecht zijn.’ Die boodschap benadrukt Waardenburg weer extra, nu de tweede SiR-editie is afgerond en de voorbereiding van de derde is begonnen. ‘Binnen de provincie-organisatie zie ik gelukkig veel enthousiasme. De toewijding groeit. We hoeven minder op zoek naar vraagstukken: steeds meer collega’s komen nu naar ons toe.’
SiR-deelnemer EVAnet
‘We kregen al snel de kans onze bushalte op te schalen’
Mick Walvisch, oprichter van de startup EVAnet, bedacht voor de provincie Zuid-Holland de ‘Bushalte 2.0’. Inspiratie haalde hij uit zijn directe omgeving. Hoe leent die omgeving zich voor duurzame en efficiënte oplossingen?
‘Aanleiding voor de Bushalte 2.0 was de mobiele inefficiëntie van pakketbezorging. Iedereen bestelt tegenwoordig online pakketjes, met als gevolg dat er busjes van allerlei verschillende partijen in steden rijden. Dat levert logistieke problemen op, want de Nederlandse bloemkoolwijken zijn absoluut niet bestand tegen deze verkeersdrukte. Bovendien komen er vanuit de politiek steeds meer maatregelen voor emissievrije zones in stedelijke gebieden. Er is daarom een andere oplossing nodig.’
Multifunctionele haltes
‘Voor die oplossing ben ik naar mijn omgeving gaan kijken. Wat is er al? Welke voorzieningen kan ik gebruiken? Nederland heeft een heel goede infrastructuur, en een goed verzorgd openbaar vervoersnetwerk. Omdat pakketjes ook in rurale gebieden terecht moet kunnen komen, ben ik naar de locaties van bushaltes gaan kijken. Die zijn niet willekeurig bepaald; daar is heel goed over nagedacht. Ik dacht: als je die haltes nu eens vervangt door nieuwe, multifunctionele bushaltes?’
Soort experiment
‘Zo kwam de Bushalte 2.0 tot stand. Eigenlijk een soort logistieke hub. Pakketbezorgers leveren er pakketjes af, die je als ontvanger met een QR-code op je telefoon kunt afhalen. Bijvoorbeeld als je langsrijdt vanuit je werk. Maar je kunt de halte ook gebruiken om spullen uit te lenen aan buren. En er is een koffieautomaat en toilet aanwezig. We begonnen met drie haltes, maar kregen van de provincie al snel de kans om op te schalen. Op het eiland Goeree-Overflakkee zullen binnenkort zo’n twintig Bushaltes 2.0 staan. Als een soort experiment.’
Dit is een van de praktijkvoorbeelden uit een reeks waarin aanbestedende diensten en ondernemers ingaan op hun ervaringen en lessen met Startup in Residence (SiR). Binnen een Startup in Residence programma werken overheden en (jonge) innovatieve ondernemers gezamenlijk aan nieuwe oplossingen. Het is een vorm van innovatiegericht inkopen waarin niet een specifiek product of dienst wordt gevraagd, maar juist de nog onbekende (deel-)oplossing voor een vraagstuk.