Informatie en bewijsmiddelen zijn effectief gecontroleerd (week 33)
Referentie
Bij een Europese openbare aanbesteding voor de levering van (fysieke) trainingsacteurs en dramadocenten van de Staat (ministerie van Defensie) heeft Equipe bezwaar gemaakt tegen het voornemen tot gunning van perceel 3 aan Agressiepreventie, omdat zij van mening is dat die onderneming niet voldoet aan de referentie-eis. De rechter vindt dat de Staat heeft voldaan aan zijn verplichting om de door de Agressiepreventie verstrekte informatie en bewijsmiddelen effectief te controleren. De Staat heeft ook het overnamecontract bekeken om te beoordelen of kan worden aangenomen dat de ervaring van de LLC daadwerkelijk is overgegaan op Agressiepreventie. De rechter is van oordeel dat de Staat heeft gedaan wat redelijkerwijs kan worden gevergd. (ECLI:NL:RBDHA:2024:12966, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 23 juli 2024, Datum publicatie 15 augustus 2024)
Feiten en omstandigheden
De Staat (ministerie van Defensie) heeft een Europese openbare aanbestedingsprocedure georganiseerd voor de levering van (fysieke) trainingsacteurs en dramadocenten Dit kort geding heeft betrekking op perceel 3: de levering van fysieke trainingsacteurs. Op 3 mei 2024 heeft de Staat de gunningsbeslissing meegedeeld aan Equipe. Hierin staat, samengevat weergeven, vermeld dat uit de beoordeling is gebleken dat Equipe niet de economisch meest voordelige inschrijving heeft aangeboden, dat de inschrijving van Equipe op de tweede plaats is geëindigd en dat de Staat voornemens is de opdracht aan Agressiepreventie.
Equipe heeft bezwaar gemaakt tegen het voornemen tot gunning van perceel 3 aan Agressiepreventie, omdat zij van mening is dat die onderneming niet voldoet aan de referentie-eis onder 2.3 vermeld. Daarbij heeft Equipe erop gewezen dat Agressiepreventie pas in februari 2023 is opgericht, één werknemer in dienst heeft, een micro-speler is in deze markt, geen website of staande organisatie heeft, nog nooit financiële jaarstukken heeft geproduceerd en tussen het moment van oprichting en de inschrijving op 23 januari 2024 geen 900.000 euro omzet heeft/kan hebben gegenereerd met het leveren van fysieke trainingsacteurs. Equipe verzoekt de Staat om dat te controleren. Ook wil Equipe graag vernemen of Agressiepreventie een beroep heeft gedaan op derden en zo ja, welke dan.
De Staat heeft daarop in de kern aangegeven dat hij een controle heeft uitgevoerd en vanwege die controle geen reden heeft om te twijfelen aan de juistheid van de inschrijving van Agressiepreventie. Op een nader verzoek van Equipe heeft de Staat bericht dat Agressiepreventie BV zelfstandig voldoet aan alle gestelde eisen en dat dit voorafgaand aan het verzenden van de gunningsbrieven grondig is gecontroleerd. Equipe vordert de Staat te verbieden perceel 3 op basis van de gunningsbeslissing aan Agressiepreventie te gunnen. Het oordeel van de rechter:
Geen beroep op bekwaamheid van derden
“De Staat heeft vermeld op welke ervaring Agressiepreventie zich heeft beroepen en gesteld dat deze ervaring (bij drie bij naam genoemde organisaties) voldoet aan de vereiste minimale omvang van een gegenereerde (totale) omzet van 900.000 euro in de relevante periode. De Staat stelt dat hij dit ook is nagegaan bij de opgegeven referenten, dat die hebben bevestigd dat de ervaring betrekking heeft op het leveren van fysieke trainingsacteur en dat zij ook de gegenereerde omzet hebben bevestigd. Verder heeft de Staat verklaard dat Agressiepreventie zich bij haar inschrijving niet op de bekwaamheid van derden heeft beroepen, maar op ervaring die zij beschouwt als eigen ervaring, zodat een beroep op de bekwaamheid van derden naar haar mening niet aan de orde was.”
Zusteronderneming
“Daarbij deelt de Staat mee dat is gebleken dat Agressiepreventie zich bij inschrijving (grotendeels) heeft beroepen op de ervaring die haar zusteronderneming LLC bij de betreffende drie organisaties heeft opgedaan, dat de LLC die activiteiten sinds januari 2024 heeft gestaakt en dat die activiteiten vanaf dat moment door de nieuw opgerichte Nederlandse onderneming Agressiepreventie met dezelfde bedrijfsmiddelen en door hetzelfde team zijn voortgezet. De Staat stelt in het kader van het verificatieonderzoek een kopie van de overnameovereenkomst tussen de LLC en Agressiepreventie te hebben ontvangen, die bevestigt dat Agressiepreventie de LLC heeft overgenomen en haar activiteiten heeft voortgezet. De bij inschrijving opgegeven referenten hebben desgevraagd bevestigd dat zij op de hoogte zijn gesteld van de voortzetting van de activiteiten van de LLC door Agressiepreventie en dat zij met hetzelfde team te maken hebben. De Staat meent dat hij er gelet op dit alles bij inschrijving terecht vanuit is gegaan dat Agressiepreventie (zelfstandig) aan de gestelde ervaringseis voldoet. De Staat wijst er ten overvloede nog op dat Agressiepreventie haar ervaring dus hoofdzakelijk op de internationale markt voor fysieke trainingsacteurs heeft opgedaan en dat fysieke trainingsacteurs, anders dan Equipe in de dagvaarding stelt, niet alleen door de overheid in het kader van het geweldsmonopolie worden ingehuurd, maar ook door internationale ketens om het personeel te trainen.”
Informatie is effectief gecontroleerd
“De voorzieningenrechter is van oordeel de Staat heeft voldaan aan zijn verplichting om de door de inschrijver verstrekte informatie en bewijsmiddelen effectief te controleren. Daarbij heeft de voorzieningenrechter in aanmerking genomen dat de Staat de door Agressiepreventie opgegeven referenten heeft aangeschreven, bij hen specifiek heeft gevraagd naar de door de LLC/Agressiepreventie opgedane ervaring met het leveren van fysieke trainingsacteurs en daarbij volledigheidshalve ook nog de tekst uit de aanbestedingsleidraad heeft overgenomen. Verder heeft de Staat het overnamecontract bekeken om te beoordelen of kan worden aangenomen dat de ervaring van de LLC daadwerkelijk is overgegaan op Agressiepreventie. De Staat heeft voorts bij de referenten nagevraagd of zij op de hoogte zijn gesteld van de voortzetting van de activiteiten van de LLC door Agressiepreventie en of zij sinds januari 2024 met hetzelfde team te maken hebben, hetgeen zij volgens de Staat schriftelijk hebben bevestigd en waarbij zij ook de opgegeven omzet hebben bevestigd. Het is uiteraard mogelijk nog meer (gedetailleerde) vragen te stellen, maar de voorzieningenrechter is van oordeel dat de Staat met het voorgaande heeft gedaan wat van hem redelijkerwijs kan worden gevergd.”
De vorderingen van Equipe worden afgewezen.
(VdLC publishers/consultants BV, 21 augustus 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl