Gemeente handelt in strijd met evenredigheidsbeginsel (week 26)
Redelijkheid en billijkheid
Deze zaak gaat over een overeenkomst na een ‘open house’ voor jeugdhulp. De Gemeente Lelystad heeft in de aanbestedingsstukken een vervaltermijn opgenomen waarbij nota’s vóór 1 april van het daaropvolgende jaar moeten worden ingediend. Pluryn dient na die termijn een zeer aanzienlijke vordering voor indirecte uren in. Het Hof oordeelt dat de Gemeente, gelet op de bijzondere omstandigheden bij Pluryn, zich in dit geval niet op de vervaltermijn mocht beroepen en in strijd met het evenredigheidsbeginsel heeft gehandeld. (ECLI:NL:GHARL:2024:3495, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 7 mei 2024, Datum publicatie 1 juli 2024)
Feiten en omstandigheden
Gemeente Lelystad heeft in de aanbestedingsstukken van een open house voor jeugdhulp een vervaltermijn opgenomen waarbij nota’s vóór 1 april van het daaropvolgende jaar moeten worden ingediend. Pluryn dient na die termijn een zeer aanzienlijke nota voor indirecte uren in. Het Hof oordeelt dat de Gemeente, gelet op de bijzondere omstandigheden bij Pluryn, zich in dit geval niet op de vervaltermijn mocht beroepen en in strijd met het evenredigheidsbeginsel heeft gehandeld. Het Hof zegt o.a.:
Steken laten vallen
“Het hof is van oordeel dat Pluryn wel wat steken heeft laten vallen, zowel bij de boekhoudkundige verwerking, maar ook nadat zij het vermoeden kreeg dat zij te weinig had gedeclareerd. Een goede verklaring waarom het tot 9 november 2020 heeft geduurd voordat Pluryn de Gemeente heeft benaderd voor de niet gedeclareerde indirecte cliëntgebonden uren in plaats van kort na de zomer heeft zij ook ter zitting bij het hof niet kunnen geven. In zoverre heeft zij niet overeenkomstig het hiervoor aangehaalde artikel 18 van de algemene voorwaarden gehandeld. Ook is niet helder geworden of Pluryn in besprekingen rond november 2020 wel bij de Gemeente direct heeft aangegeven hoe hoog de financiële nood bij haar was gestegen.”
Verzachtende omstandigheden
“Dat neemt niet weg dat wel sprake is van verzachtende omstandigheden voor de boekhoudkundige problemen waarmee Pluryn te maken had en dat ook voldoende aannemelijk is dat Pluryn ook in 2020 in financieel zwaar weer verkeerde. De Gemeente heeft ter zitting aangegeven dat zij in 2023 ook extra heeft bijgedragen na een noodkreet van Pluryn gericht aan alle zorgregio’s. De situatie is volgens Pluryn inmiddels in zoverre verbeterd dat zij per 14 april 2024 uit bijzonder beheer bij de bank is ontslagen. Pluryn is daarnaast de enige aanbieder van de Gemeente van het zware zorgproduct FACT. De Gemeente is gehouden om ook die zorg aan haar inwoners aan te kunnen bieden als die is geïndiceerd.”
Rechtmatig belang niet evenredig aan financiële belang
“Het hof is van oordeel dat de Gemeente een rechtmatig belang bij het stellen en handhaven van Eis 3 heeft, maar dat dit belang in dit geval niet evenredig is aan het financiële belang van Pluryn dat zij voor de door haar geleverde zorg betaald wordt om de continuïteit van haar zorgverlening in stand te houden en het daarachter liggende maatschappelijke belang dat de noodzakelijke zorg ook beschikbaar is en blijft, een en ander ook gezien tegen de achtergrond van de overname van Intermetzo en de ingewikkelde declaratiesystematiek gezien vanuit de zorgaanbieder die per zorgregio met andere voorwaarden worden wordt geconfronteerd.”
Strijd met evenredigheidsbeginsel
“Mede in het licht van het in de overeenkomst opgenomen artikel 18 over de in acht te nemen redelijkheid en billijkheid is het hof van oordeel dat de Gemeente in strijd met het evenredigheidsbeginsel heeft gehandeld door met een beroep op Eis 3 de declaratie voor in 2019 gemaakte indirect cliëntgebonden uren terzijde te schuiven omdat deze te laat was ingediend. Evenals de rechtbank oordeelt het hof dat de Gemeente in dit geval die kosten alsnog moet betalen.”
(VdLC publishers/consultants BV, 3 juli 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl