Geen sprake van ten onrechte gestuurde facturen (week 30)
Aanbestedingsdocument | sociaal domein
Zeven gemeenten uit de regio’s IJmond en Kennemerland vorderen dat Gedaagde (een jeugdhulp en Wmo-aanbieder) een deel van de betaalde zorgdeclaraties terugbetaalt. De rechter stelt dat de geciteerde productbeschrijvingen in de overeenkomst niet uitsluiten, dat er over de vraag of er sprake is van begeleiding of behandeling, ruimte kan bestaan voor discussie. De rechter laat in het midden hoe de betreffende passage in het aanbestedingsdocument moet worden opgevat. De conclusie is dat de Gemeenten onvoldoende concreet hebben gemaakt dat [gedaagde] ten onrechte facturen heeft gestuurd voor zorg die moet worden aangemerkt als behandeling. (ECLI:NL:RBNHO:2024:7147, Rechtbank Noord-Holland, Datum uitspraak 24 april 2024, Datum publicatie 22 juli 2024)
Feiten en omstandigheden
Zeven gemeenten uit de regio’s IJmond en Kennemerland vorderen dat Gedaagde (een jeugdhulp en Wmo-aanbieder) een deel van de betaalde zorgdeclaraties terugbetaalt. Volgens de Gemeenten heeft Gedaagde in de jaren 2018 tot en met 2021 zorg verleend die niet was gecontracteerd en bovendien facturen gestuurd voor tijd die niet direct is besteed aan de zorg voor de cliënt. Ook zijn er dossiers van Gedaagde waarin de verslaglegging volgens de Gemeenten onvoldoende is. Volgens de Gemeenten heeft Gedaagde welbewust onterechte zorgdeclaraties ingediend en heeft zij zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte. Gedaagde heeft verweer gevoerd tegen een en ander en de stellingen van de Gemeenten gemotiveerd betwist. De Gemeenten baseren hun vorderingen vooral op een onderzoeksrapport dat in hun opdracht is opgesteld. Gedaagde heeft vele bezwaren aangevoerd tegen de totstandkoming van het onderzoeksrapport en de daarin getrokken conclusies en ook overigens uitgebreid verweer gevoerd. Volgens Gedaagde is wel degelijk de gecontracteerde zorg (begeleiding) geleverd en is uitsluitend direct cliëntgebonden tijd gefactureerd. Omdat de Gemeenten op het verweer van Gedaagde en op de gemotiveerde en overtuigende bezwaren tegen (de totstandkoming van) het onderzoeksrapport niet of nauwelijks (meer) hebben gereageerd, hebben de Gemeenten niet aan de op hen rustende stelplicht voldaan en worden alle vorderingen van de Gemeenten afgewezen. Het oordeel van de rechter:
Onderscheid begeleiding en behandeling
“Op grond van het onderzoeksrapport stellen de Gemeenten dat [gedaagde] een bedrag van € 869.941,- voor begeleiding heeft gedeclareerd terwijl in werkelijkheid sprake was van behandeling. Volgens de Gemeenten heeft [gedaagde] dit welbewust gedaan en heeft zij zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte. [gedaagde] heeft dit gemotiveerd weersproken en aangevoerd dat de vraag aan de hand van welke maatstaf is beoordeeld of sprake is van begeleiding dan wel behandeling (welke vraag zij al op 31 maart 2023 naar aanleiding van het conceptrapport heeft opgeworpen) in het definitieve onderzoeksrapport niet is geadresseerd. Volgens [gedaagde] bieden de overeenkomsten en het wettelijk kader geen helder onderscheidende definities van de twee begrippen. Na ontvangst van het definitieve onderzoeksrapport (met daarbij in bijlage 1) heeft [gedaagde] bovendien (in productie 37 bij de conclusie van antwoord) per dossier toegelicht dat sprake is geweest van begeleiding. Zij heeft daarbij bovendien verschillende vakspecifieke bronnen aangehaald die bevestigen dat de door haar toegepaste technieken, methoden en interventies kunnen worden ingezet als (onderdeel van) begeleiding. De Gemeenten hebben in reactie hierop aangevoerd dat in de overeenkomsten glashelder het onderscheid wordt gemaakt tussen begeleiding en behandeling.”
Ruimte voor discussie
“De rechtbank overweegt dat – anders dan de Gemeenten kennelijk betogen - de in overweging 3.6 en 3.8 van dit vonnis geciteerde productbeschrijvingen in de overeenkomst, gelet op de toelichting van [gedaagde], niet uitsluiten dat er over de vraag of in een bepaald dossier sprake is van begeleiding of behandeling, ruimte kan bestaan voor discussie. Uit die bepalingen in de overeenkomsten volgt in ieder geval niet zonder meer dat de door [gedaagde] genoemde technieken, methoden en interventies níet kunnen worden ingezet als onderdeel van begeleiding.”
Passage in aanbestedingsdocument
“De rechtbank kan en zal in het midden laten hoe de hiervoor cursief weergegeven passage in een aanbestedingsdocument voor jeugdzorg door een redelijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver moet worden opgevat. De Gemeenten hebben de stelling dat kennelijk uren zijn gefactureerd voor gesprekken met het netwerk van de cliënt niet aan hun vorderingen ten grondslag gelegd en evenmin voldoende geconcretiseerd. Het had daarnaast op de weg van de Gemeenten gelegen om hun opvatting hieromtrent op een eerder moment in de procedure naar voren te brengen (en te concretiseren), aangezien zij al sinds (in ieder geval) 31 maart 2023 op de hoogte zijn van het betoog van [gedaagde] waaruit dit volgt. In de dagvaarding is dit deel van de vorderingen echter slechts gebaseerd op de stelling dat sprake is van gefactureerde uren voor “facturatie/administratie”. Pas ter zitting hebben de Gemeenten de stelling geïntroduceerd dat ten onrechte ook gesprekken met het netwerk van de cliënt zijn gefactureerd. Dat is dermate laat dat [gedaagde] daarop niet meer adequaat heeft kunnen reageren. Ook gelet hierop wordt dit betoog van de Gemeenten gepasseerd.”
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de Gemeenten - in het licht van de gemotiveerde betwisting van [gedaagde] - onvoldoende concreet hebben gesteld en toegelicht dat [gedaagde] ten onrechte facturen heeft gestuurd voor zorg die moet worden aangemerkt als behandeling, en/of voor indirect tijd, en/of voor dossiers waarin onvoldoende verslagging is.
(VdLC publishers/consultants BV, 31 juli 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl