Geen reden voor staking of herbeoordeling (week 22)
Beoordeling van de kwaliteit | gunningscriteria
Het Inkoop Uitvoering Centrum EZK heeft een openbare aanbesteding gehouden voor de inhuur van ICT- en Informatievoorziening professionals. In de aan ItaQ verzonden voorlopige gunningsbeslissing staat dat zij als veertiende in de rangorde is geëindigd en dat zij daarmee niet in aanmerking komt voor gunning. ItaQ vordert de Staat te verbieden uitvoering te geven aan de voorlopige gunningsbeslissing van 2 oktober 2023. De rechter komt tot de conclusie dat ItaQ niet aannemelijk maakt dat er zodanige gebreken kleven aan de aanbestedingsprocedure dat de aanbestedingsprocedure moet worden gestaakt en er is volgens de rechter ook geen aanleiding voor een herbeoordeling. (ECLI:NL:RBDHA:2024:8363, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 19 januari 2024, Datum publicatie 31 mei 2024)
Feiten en omstandigheden
Het Inkoop Uitvoering Centrum EZK heeft als onderdeel van de Staat een openbare aanbesteding gehouden voor de inhuur van ICT- en Informatievoorziening professionals. De aanbesteding wordt uitgevoerd voor de Dienst Justitiële Instellingen (DJI), de Justitiële ICT Organisatie (JIO), het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en Screeningsautoriteit Justis. Het doel van de aanbesteding is om zes raamovereenkomsten te sluiten met zes verschillende Opdrachtnemers. Bij brief van 2 oktober 2023 heeft de Staat de voorgenomen gunningsbeslissing aan de Inschrijvers bekend gemaakt. In de aan ItaQ verzonden voorlopige gunningsbeslissing staat dat zij als veertiende in de rangorde is geëindigd en dat zij daarmee niet in aanmerking komt voor gunning. Naar aanleiding van de gunningsbeslissing heeft ItaQ bezwaar gemaakt en verzocht om een bespreking. Op 12 oktober 2023 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen ItaQ en de Staat. ItaQ heeft onder meer gevraagd om een aangepaste voorlopige gunningsbeslissing met (nadere) toelichting op de relatieve voordelen van de winnaar. Dit verzoek is bij brief van de Staat van 16 oktober 2023 afgewezen. ItaQ vordert de Staat te verbieden uitvoering te geven aan de voorlopige gunningsbeslissing van 2 oktober 2023 en de Staat te gebieden die gunningsbeslissing in te trekken. Het oordeel van de rechter:
Andere criteria dan vooraf vermeld
“Volgens ItaQ heeft de beoordelingscommissie haar inschrijving beoordeeld op andere criteria en aspecten dan vooraf is vermeld. Zij voert daartoe aan dat de beoordelingscommissie ‘hoogwaardige dienstverlening’ als norm hanteert, terwijl niet uit de achtergrond, het doel en de vraagstelling van kwaliteitswensvraag 1 blijkt dat hoogwaardige dienstverlening als norm heeft te gelden. Dit betoog slaagt niet. ItaQ heeft in haar inschrijving zelf gesteld dat haar maatregel 1 zou zorgen voor “stabiliteit, continuïteit en een hoogwaardige dienstverlening”. In de motivering van de gunningsbeslissing staat dus niets meer dan dat de beoordelingscommissie de onderbouwing van de door ItaQ zelf gestelde effecten van de maatregel niet overtuigend vindt. Daarmee heeft de beoordelingscommissie geen beoordelingscriterium toegepast dat niet vooraf bekend is gemaakt, maar slechts de onderbouwing van een stelling van ItaQ zelf getoetst. Dat valt binnen de beoordelingsruimte die toekomt aan de beoordelingscommissie.”
Invulling regierol
“Uit de door ItaQ overgelegde inschrijving is beperkt af te leiden wat zij met maatregel 2 heeft aangeboden, omdat een groot deel van de tekst (met volgens ItaQ bedrijfsvertrouwelijke informatie) door ItaQ is zwartgemaakt. In de conclusie van antwoord heeft de Staat nader toegelicht wat ItaQ heeft aangeboden met deze maatregel en waarom de beoordeling is uitgevallen zoals deze is uitgevallen. De Staat heeft toegelicht dat ItaQ niet concreet heeft omschreven hoe zij met de door haar aangeboden maatregel invulling geeft aan haar regierol, terwijl het daar juist om draait, en dat niet concreet wordt welke kennis in de vier Deelnemer-specifieke kenniscommunities aan de orde komt. Ten aanzien van het toetsbare resultaat van maatregel 2 heeft ItaQ volgens de Staat een voorbeeld genoemd waaruit niet is af te leiden dat het een toetsbaar resultaat van een kenniscommunity is. In het licht van deze toelichting heeft ItaQ onvoldoende aannemelijk gemaakt waarom de beoordeling op dit punt onbegrijpelijk of onjuist zou zijn.”
Niet relevant antwoord
“De voorzieningenrechter is met de Staat van oordeel dat ItaQ ten aanzien van de maatregelen ter voorbereiding op de inhuuropdracht ten dele een niet relevant antwoord heeft gegeven. ItaQ heeft in maatregel 1a omschreven dat de voorbereiding op de opdracht al start bij de selectie van de kandidaat en hoe zij selectie van kandidaten invult. Dit terwijl uit de beantwoording van vraag 154 (en 210) duidelijk blijkt, dat deze wensvraag betrekking heeft op de periode nadat duidelijk is dat een bepaalde kandidaat een opdracht gaat uitvoeren en dus niet op de sollicitatie- en/of selectiefase. Het oordeel van de beoordelingscommissie dat ten dele een niet relevant antwoord is gegeven is dus – anders dan ItaQ betoogt – begrijpelijk en niet onjuist. Niet valt in te zien dat de beoordelingscommissie hiermee niet binnen het beoordelingskader is gebleven.”
De rechter komt tot de conclusie dat ItaQ niet aannemelijk heeft gemaakt dat er zodanige gebreken kleven aan de aanbestedingsprocedure dat de aanbestedingsprocedure moet worden gestaakt en is er ook geen aanleiding voor een herbeoordeling.
(VdLC publishers/consultants BV, 5 juni 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl