Geen reden tot herbeoordeling (week 18)
Beoordelen van de kwaliteit | samenwerking | ontzorgen | motivering
Bij een aanbesteding voor het onderhoud van kunstwerken binnen het natte areaal van Rijkswaterstaat Midden Nederland heeft Vialis zich beklaagd over de gunningsbeslissing. Vialis stelt dat de beoordelingscommissie maatregel 3 bij gunningscriterium ‘Samenwerking’ ten minste als ‘gedeeltelijk SMART’ had moeten bestempelen. De rechter stelt echter dat geen sprake is van een onbegrijpelijke beoordeling. Vialis stelt verder dat de beoordelingscommissie bij de waardering van het (sub)gunningscriterium ‘Planmatig en inzichtelijk werken’ ten onrechte de maatstaf ‘ontzorgen’ heeft geïntroduceerd. De rechter vindt dat het niet zo is dat de Staat met ‘ontzorgen’ een niet vooraf kenbaar gemaakt criterium heeft gehanteerd. (ECLI:NL:RBDHA:2024:6586, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 21 maart 2024, Datum publicatie 2 mei 2024)
Feiten en omstandigheden
De Staat (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) heeft een niet-openbare Europese aanbestedingsprocedure georganiseerd voor het variabel onderhoud van kunstwerken binnen het natte areaal van Rijkswaterstaat Midden Nederland. De opdracht is verdeeld in twee percelen.
Zowel Vialis als [bedrijfsnaam 1] , Spie als de Combinatie hebben op beide percelen ingeschreven. Dura heeft alleen op perceel Noord ingeschreven. Op 14 december 2023 heeft de Staat de opdracht voor perceel Noord voorlopig aan [bedrijfsnaam 2] en Spie gegund en de opdracht voor perceel Zuid aan [bedrijfsnaam 1] en de Combinatie. Bij brief van 15 december 2023 heeft Vialis zich beklaagd over de gunningsbeslissingen en verzocht om een uitgebreide toelichting op de beoordeling en een gesprek. In reactie daarop heeft de Staat op 18 december 2023 het door de beoordelingscommissie (in consensus) ingevulde beoordelingsformulier aan Vialis verstrekt. Op 20 december 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Vialis en de Staat. Vervolgens heeft Vialis de Staat op 16 januari 2024 in kort geding gedagvaard. De rechter zegt o.a. het volgende:
Geen sprake van onbegrijpelijke beoordeling
“Ten aanzien van maatregel 3 stelt Vialis dat de beoordelingscommissie deze maatregel bij gunningscriterium ‘Samenwerking’ ten minste als gedeeltelijk SMART had moeten bestempelen. Ter onderbouwing voert zij aan dat maatregel 3 bij de (sub)gunningscriteria ‘Kwaliteit’ en ‘Planmatig en inzichtelijk werken’ wél gedeeltelijk ‘SMART’ is bevonden, terwijl de motivering (nagenoeg) gelijk is aan de motivering bij gunningscriterium ‘Samenwerking’. Ook wijst Vialis op de motivering van het oordeel van de beoordelingscommissie dat de maatregel “niet specifiek [is] gemaakt, niet realistisch [is] gemaakt en niet acceptabel [is] gemaakt hoe dit bijdraagt [toev. vzr.].” Daaruit blijkt volgens haar dat de maatregel wél meetbaar en toetsbaar en dus gedeeltelijk SMART is. De Staat heeft dit standpunt gemotiveerd weersproken. Volgens de Staat verschilt de beoordeling van maatregel 3 bij gunningscriterium ‘Samenwerking’ ten opzichte van de andere (sub)gunningscriteria, omdat bij de (sub)gunningscriteria ‘Kwaliteit’ en ‘Planning en inzichtelijk werken’ is geoordeeld dat de maatregel “onvoldoende specifiek [is], details ontbreken, hoe ziet het proces eruit en hoe draagt dit bij aan de situatie buiten.” ‘Onvoldoende specifiek’ is iets anders dan ‘niet specifiek’, aldus de Staat. Bovendien is maatregel 3 bij gunningscriterium ‘Kwaliteit’ door de beoordelingscommissie ‘niet acceptabel’ bevonden. De Staat heeft toegelicht waarom dat het geval is en Vialis heeft haar standpunt op dit onderdeel niet nader onderbouwd. Reeds daarom kan niet worden aangenomen dat sprake is van een onbegrijpelijke beoordeling.”
Ontzorgen
Vialis stelt verder dat de beoordelingscommissie bij de waardering van maatregel 2 bij (sub)gunningscriterium ‘Planmatig en inzichtelijk werken’ ten onrechte de maatstaf ‘ontzorgen’ heeft geïntroduceerd. Het beoordelingscriterium op dit punt was ‘planmatig, voorspelbaar en haalbaar werken’, terwijl de beoordelingscommissie als volgt heeft geoordeeld: “De planning ontzorgt niet. Want het grotendeels afhankelijk van wat Opdrachtgever gaat aanleveren”, aldus Vialis. De Staat heeft betwist dat ‘ontzorgen’ als beoordelingscriterium is gehanteerd: volgens hem heeft de beoordelingscommissie met ‘ontzorgen’ bedoeld duidelijk te maken dat de voorgestelde maatregel niet bijdraagt aan de doelstelling. Anders dan Vialis stelt, is de beoordelingscommissie naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet buiten het beoordelingskader getreden door te oordelen dat de door Vialis voorgestelde planning niet ‘ontzorgt’. Het klopt dat deze term niet letterlijk in de doelstelling bij het (sub)gunningscriterium ‘Planmatig en inzichtelijk werken’ is genoemd, maar de voorzieningenrechter acht het niet onbegrijpelijk dat met het gebruik van de term ‘ontzorgen’ wordt gedoeld op het gevolg dat met het verstrekken van een zorgvuldig opgestelde en duidelijk gestructureerde planning wordt bereikt: het neemt risico’s weg en biedt de opdrachtgever (in dit geval de Staat) een zekere vorm van gemoedsrust. De voorzieningenrechter ziet op voorhand niet in waarom het oordeel dat de door Vialis aangeboden maatregel ‘niet ontzorgt’ niet zou passen in het beoordelingscriterium ‘planmatig, voorspelbaar en haalbaar werken’. Dat de Staat met ‘ontzorgen’ een niet vooraf kenbaar gemaakt criterium heeft gehanteerd, is dus niet gebleken.
De rechter komt tot de conclusie dat er geen plaats is voor toewijzing van de door Vialis gevorderde herbeoordeling.
(VdLC publishers/consultants BV, 8 mei 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl