Geen deugdelijke motivering voor omschrijving band crashtender (week 18)
Merknamen | functioneel specificeren | heraanbesteding | tenderkostenvergoeding
Bij een aanbesteding voor 26 crashtenders ten behoeve van de bestrijding van vliegtuigongevallen op luchthavens van de Koninklijke Luchtmacht stelt Ziegler dat uitsluitend Kenbri in staat was om een crashtender aan te bieden met banden in het voorgeschreven formaat. Noch in de aanbestedingsstukken noch in de kortgedingprocedure heeft de Staat volgens de rechter deugdelijk gemotiveerd waarom het niet mogelijk is geweest om de band technisch en/of functioneel te omschrijven zonder daarbij te verwijzen naar een specifiek type band of een specifieke bandenproducent. Nu dit gebrek niet anders dan via een heraanbesteding kan worden hersteld, is de daartoe strekkende vordering van Ziegler toewijsbaar. (ECLI:NL:RBDHA:2023:21768, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 22 september 2023, Datum publicatie 7 mei 2024)
Feiten en omstandigheden
De Staat (Ministerie van Defensie, Commando Materieel en IT, Directie Inkoop, Afdeling Inkoop Projecten) heeft een niet-openbare Europese aanbestedingsprocedure georganiseerd voor de levering en het onderhoud van 26 crashtenders ten behoeve van de bestrijding van vliegtuigongevallen op luchthavens van de Koninklijke Luchtmacht. Na de selectiefase hebben Ziegler en Kenbri op de aanbesteding ingeschreven. Op 10 juli 2023 heeft de Staat aan Ziegler bericht dat de inschrijving van Kenbri is aangemerkt als de inschrijving met de beste prijs/kwaliteitverhouding. De inschrijving van Ziegler is ongeldig verklaard, omdat deze niet voldoet aan het POR, meer specifiek paragraaf 4.8.1. Ziegler stelt dat uitsluitend Kenbri in staat om een crashtender aan te bieden met banden in het voorgeschreven formaat. Ziegler wijst er daarbij op dat zij haar crashtender eerst zal moeten modificeren/herontwerpen alvorens de banden in het voorgeschreven formaat daaronder kunnen worden gemonteerd. Ziegler vordert de Staat te gebieden de ongeldigverklaring van de inschrijving van Ziegler en de voorlopige gunningsbeslissing, waarbij de opdracht voorlopig aan Kenbri is gegund, in te trekken. Het oordeel van de rechter:
Nauwelijks concrete technische specificaties
“De voorzieningenrechter constateert dat in paragraaf 4.8 van het POR ten aanzien van de banden van de crashtender nauwelijks concrete technische specificaties door de Staat zijn benoemd. Uitsluitend met betrekking tot het Central Tire Inflating System is in duidelijke bewoordingen voorgeschreven aan welke concreet meetbare vereisten moet worden voldaan. In paragraaf 4.8.1 van het POR heeft de Staat voorgeschreven dat de crashtender moet zijn uitgerust met de Michelin 24R21 ZLX-band of een gelijkwaardige band. Daarbij staat – naar de voorzieningenrechter begrijpt – het getal 24 voor de breedte van de band (in inches) en het getal 21 voor de diameter van de velg (eveneens in inches). Daarbij is niet expliciet voorgeschreven dat de toe te passen band deze afmetingen dient te hebben. Het verwijzen in technische specificaties naar een specifiek type band van een specifieke bandenproducent is slechts toegestaan als het voorwerp van de overheidsopdracht dit rechtvaardigt en wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 2.76, lid 4 onder a en b, Aw 2012. Aan de voorwaarde onder b is voldaan, nu het inschrijvers is toegestaan om een gelijkwaardige band aan te bieden.”
Keuze voor type band of producent niet deugdelijk gemotiveerd
“Aan de voorwaarde onder a is naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet voldaan. Noch in de aanbestedingsstukken noch in deze kortgedingprocedure heeft de Staat deugdelijk gemotiveerd waarom het voor hem niet mogelijk is geweest om met inachtneming van artikel 2.76, lid 1, Aw 2012 de band technisch en/of functioneel in het POR te omschrijven zonder daarbij te verwijzen naar een specifiek type band of een specifieke bandenproducent. Daar komt bij dat evenmin is gesteld of gebleken dat in deze aanbestedingsprocedure het voorwerp van de opdracht die verwijzing kan rechtvaardigen.”
Heraanbesteding
De rechter stelt dat de aanbestedingsprocedure niet voldoet aan de daaraan op grond van de Aw 2012 te stellen eisen. Nu dit gebrek niet anders dan via een heraanbesteding kan worden hersteld, is de daartoe strekkende subsidiaire vordering van Ziegler toewijsbaar. De vordering van Ziegler die strekt tot het toekennen van een passende inschrijfvergoeding is niet toewijsbaar. De Staat heeft in dat verband terecht opgemerkt dat in paragraaf 3.7 van de Award Guide de vergoeding van inschrijfkosten is uitgesloten en dat Ziegler, door op de opdracht in te schrijven, zich daarmee akkoord heeft verklaard.
(VdLC publishers/consultants BV, 8 mei 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl