Sturing en realisatie van infrastructuurprojecten
In de komende jaren staat de infrastructuursector voor grote uitdagingen. Naast de effecten van de klimaatverandering en de opgaven op het gebied van bereikbaarheid zullen de vervangingsopgave en de energietransitie veel van de sector vragen. De investeringen in infrastructuur blijken echter moeizaam tot stand te komen waardoor de continuïteit in het werk wordt bemoeilijkt. Dit blijkt uit het rapport Sturing en realisatie van infrastructuurprojecten van het IEB. (oktober 2021)
In dit onderzoek in opdracht van partijen bij de CAO Bouw & Infra brengt het Economisch Instituut voor de Bouw (IEB) in beeld welke obstakels zich in de praktijk voordoen. Vervolgens geeft het IEB enkele mogelijke oplossingen om tot meer continuïteit in de infrasector te komen.
Aanbestedingen complexer en groter
Aanbestedingen zijn in de afgelopen 15 jaar steeds complexer en groter geworden. Met het eerste gebruik van DBFM-contracten, waarbij de opdrachtnemer ontwerp, financiering, bouw en beheer op zich neemt, wordt er meer van de opdrachtnemer gevraagd, zowel wat betreft het takenpakket als de risico's die de opdrachtnemer hierbij loopt. In 2011 werd meer dan de helft van de omzet van GWW-hoofdaannemers nog behaald met traditionele contractvormen. In 2019 is dit nog maar een kwart van de omzet. Ruim 60% van de omzet werd behaald met geïntegreerde contracten. De toenemende complexiteit heeft onder meer te maken met de inpassing van maatschappelijke ambities, het grotere aandeel werk dat aan bestaande infrastructuur wordt verricht en de toenemende mondigheid van de burgers. De grotere complexiteit betekent dat de eisen aan bedrijven groter worden. Infrabedrijven ontwikkelen zich hierin maar leidt ook tot toenemende opgaven, bijvoorbeeld voor het mkb.