Constructief ontwerp kon niet als basis dienen voor detailenginering (week 31)
Uitvoering opdracht | verantwoordelijkheid aanbestedende dienst voor ontwerp
Bij de realisatie van het aanbestede werk nieuwbouw MFA Overtuinen door de Stichting Zaan in Zaanstad ontstonden problemen. Na tussenvonnissen van 20 juli 2022 en 12 oktober 2022 heeft een door de rechtbank benoemde deskundige zijn rapport uitgebracht. Deze deskundige heeft geconstateerd dat sprake is van dusdanige fouten in het constructief ontwerp (dat in opdracht van Zaan door SWINN is opgesteld) dat het niet ongewijzigd als basis kon dienen voor verdere detailengineering door de aannemer. In dit tussenvonnis onderschrijft de rechtbank de conclusies van de deskundige, ondanks de bezwaren daartegen van Zaan. (ECLI:NL:RBNHO:2024:7178, Rechtbank Noord-Holland, Datum uitspraak 19 juni 2024, Datum publicatie 23 juli 2024)
Feiten en omstandigheden
Deze zaak gaat over de aanbestede opdracht voor de realisatie van het werk nieuwbouw MFA Overtuinen door de Stichting Zaan primair voor openbaar primair en (voortgezet) speciaal onderwijs in Zaanstad. Bij de uitvoering ontstonden problemen. Na tussenvonnissen van 20 juli 2022 en 12 oktober 2022 heeft een door de rechtbank benoemde deskundige zijn rapport uitgebracht. Daarin heeft de deskundige geconstateerd dat sprake is van dusdanige fouten in het constructief ontwerp – dat in opdracht van Zaan Primair door SWINN is opgesteld voor de realisatie van het werk nieuwbouw MFA Overtuinen – dat het niet ongewijzigd als basis kon dienen voor verdere detailengineering door de aannemer, ADS. In dit tussenvonnis onderschrijft de rechtbank de conclusies van de deskundige, ondanks de bezwaren daartegen van Zaan Primair. De rechter zegt o.a.:
SWINN blijft verantwoordelijk voor constructief ontwerp
“Overwogen wordt verder dat de deskundige (ook) uitdrukkelijk heeft vermeld dat op basis van de bestekgegevens de gehele engineering om tot een Uitvoeringsgereed Ontwerp te komen, moet worden verricht door de aannemer (ADS). Het betoog van Zaan Primair dat de deskundige dit heeft miskend, kan alleen al daarom niet slagen. Dit betoog van Zaan Primair bouwt bovendien voort op het uitgangspunt dat er een constructief ontwerp kon worden aangeleverd dat door middel van uitwerkende berekeningen door ADS nog op constructieve deugdelijkheid en veiligheid moest worden getoetst, waarbij ADS vervolgens het risico zou dragen voor fouten in dat constructief ontwerp van SWINN. Dit uitgangspunt heeft de rechtbank al in overweging 4.18 van het tussenvonnis van 20 juli 2022 van de hand gewezen. De verantwoordelijkheid van SWINN ging verder: zij blijft verantwoordelijk voor het door haar vervaardigde constructief ontwerp. De deskundige heeft vervolgens geoordeeld dat er dusdanige fouten in het constructief ontwerp zijn gemaakt dat dit ontwerp niet ongewijzigd als basis kon dienen voor verdere detailengineering door ADS. De stelling van Zaan Primair dat de deskundige zou hebben vastgesteld dat de fout van SWINN niet ziet op de berekeningen zelf, maar uitsluitend op de wijze waarop de ontwerpprincipes zijn overgedragen, vindt geen steun in (de conclusies van) het deskundigenrapport en wordt reeds daarom niet gevolgd.”
Terechte twijfel
“Zaan Primair verwijt ADS verder dat zij Brons pas berekeningen heeft laten maken na het stilleggen van de bouw. Ook dit betoog bouwt voort op de opvatting dat ADS gehouden was deze berekeningen te (laten) maken, hetgeen niet het geval is. De berekeningen van Brons betreffen immers niet de detailengineering van de deelconstructies (de verantwoordelijkheid van ADS), maar een (globale) toetsing van de door SWINN voorgeschreven hoofddraagconstructie. Wat er is gebeurd, is dat ADS van meet af aan – volgens de deskundige: terecht – twijfel heeft uitgesproken over de deugdelijkheid van het aangeleverde constructief ontwerp en de kwaliteit van dat ontwerp door Brons heeft laten onderzoeken nadat zij merkte dat zij met haar bedenkingen daarover bij SWINN geen voet aan de grond kreeg.”
Geen sprake van klein aantal aanpassingen
“Zaan Primair betoogt dat er slechts een klein aantal aanpassingen nodig was om tot een voldragen ontwerp te komen. De rechtbank leest in de conclusies van de deskundige evenwel niet dat er slechts een klein aantal aanpassingen nodig was om het door SWINN gemaakte (onvolledige) Technisch Ontwerp tot een Uitvoeringsgereed Ontwerp te maken. Evenmin volgt de rechtbank het standpunt van Zaan Primair dat het ontwerp van SWINN (slechts) onderworpen moest worden aan (in de branche gebruikelijke) “herijking”, in de zin van de Standaardtaakbeschrijving 2014 (hierna: STB) door ADS. Dat betoog van Zaan Primair is niet te rijmen met de bevindingen en conclusies van de deskundige, die immers (onder andere) inhouden dat binnen de door SWINN voorgestelde systeemkeuzes, afmetingen en profilering geen constructief veilige uitwerking mogelijk was, en dat het ontbrak aan de nodige constructieve samenhang van de verschillende constructieonderdelen.”
Partijen krijgen de gelegenheid zich uit te laten over de gevolgen van dit oordeel voor de (gewijzigde) vorderingen in conventie (kort gezegd strekkende tot betaling van meerwerk, bouwtijdverlenging, vergoeding van vertragingsschade en terugbetaling van een uitgekeerde bankgarantie) en de vorderingen in reconventie (kort gezegd strekkende tot betaling van verbeurde kortingen/boetes en aanvullende schadevergoeding). De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.
(VdLC publishers/consultants BV, 7 augustus 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl