Chalets voor vluchtelingen Oekraïne hoeft in dit geval niet aanbesteed (week 20)
Gunning via onderhandeling zonder voorafgaande bekendmaking | aanbestedingsplicht
Op 26 februari 2024 heeft FS de Gemeente Epe verzocht om geen uitvoering te geven aan een voorgenomen onderhandse gunning voor een opdracht tot het beschikbaar stellen van 35 chalets voor vluchtelingen uit Oekraïne aan [naam 1] en de Gemeente daarnaast verzocht om de Opdracht conform de Aanbestedingswet aan te besteden en daarmee FS een eerlijke kans te geven op gunning van de Opdracht. De rechter zegt dat er sprake was geweest van een andere situatie als de Gemeente enkel het perceel van [naam 1] zou gaan huren en daarop nog chalets door een andere partij zouden moeten worden gerealiseerd. In een dergelijk geval is denkbaar dat de Gemeente afhankelijk van het drempelbedrag die opdracht had moeten aanbesteden. Dat is volgens de rechter in het onderhavige geval echter niet aan de orde. (ECLI:NL:RBGEL:2024:2722, Rechtbank Gelderland, Datum uitspraak 26 april 2024, Datum publicatie 15 mei 2024)
Feiten en omstandigheden
FS is een onderneming gespecialiseerd in het op zeer korte termijn opleveren van grootschalige turnkey huisvesting. [naam 1] is eigenaar van een stuk grond met daarop de bestemming recreatie binnen de Gemeente Epe. Op het stuk grond werd voorheen een camping geëxploiteerd. Op respectievelijk 9 en 10 november 2023 hebben de Gemeente en [naam 1] een huurovereenkomst gesloten om de gehele locatie inclusief 35 nieuw te realiseren chalets met minimaal 2 slaapkamers en 4 eenpersoonsbedden en de locatie zodanig in te richten dat die geschikt is voor de opvang van ongeveer 125 personen. Op 20 februari 2024 heeft de Gemeente bekend gemaakt dat zij een omgevingsvergunning heeft verleend aan [naam 1] voor het plaatsen van 35 chalets voor tijdelijke huisvesting van Oekraïense vluchtelingen voor een periode van maximaal vijf jaar op de voormalige camping [naam camping] en heeft de Gemeente een vrijwillige aankondiging gedaan op Tenderned over de onderhandse gunning van een opdracht tot het beschikbaar stellen van 35 chalets en de beheerderswoning (incl. beheer en onderhoud) voor vluchtelingen uit Oekraïne (de Opdracht) op de voormalige camping [naam camping] . Op 26 februari 2024 heeft FS de Gemeente verzocht om geen uitvoering te geven aan de voorgenomen onderhandse gunning aan [naam 1] en de Gemeente daarnaast verzocht om de Opdracht conform de Aanbestedingswet aan te besteden en daarmee FS een eerlijke kans te geven op gunning van de Opdracht. De rechter zegt o.a.:
FS kan geen vluchtelingen onderbrengen op perceel van [naam 1]
“Vaststaat dat [naam 1] eigenaar is van het perceel binnen de Gemeente waar voorheen camping [naam camping] werd geëxploiteerd. Op dat perceel staan thans / stonden tot voor kort nog (oude) chalets. De Gemeente en [naam 1] hebben op enig moment gesprekken gevoerd over de opvang van Oekraïense vluchtelingen op het perceel van [naam 1] . De gesprekken hebben uiteindelijk geresulteerd in een huurovereenkomst. Op grond van de met [naam 1] gesloten huurovereenkomst zal de Gemeente het perceel van [naam 1] tijdelijk huren voor de duur van minimaal twee en maximaal vijf jaar. De huurovereenkomst is aangegaan onder de opschortende voorwaarde dat het gehuurde geschikt is gemaakt voor de opvang van vluchtelingen, waaronder door het realiseren van de in de huurovereenkomst bedoelde 35 chalets en bijbehorende vakantiepark voorzieningen. De daadwerkelijke ingangsdatum van de huurovereenkomst is de datum waarop de (oude) chalets zijn verwijderd, alle nieuwe 35 chalets bewoonbaar zijn en de faciliteiten gereed zijn (artikel 11.4 van de huurovereenkomst). Niet in geschil is dat alle kosten met betrekking tot de realisatie van de chalets, alsmede de aanleg en realisatie van alle (nuts)voorzieningen voor rekening en risico van [naam 1] komen en dat de chalets en de (nuts)voorzieningen te allen tijde eigendom van [naam 1] blijven. De Gemeente huurt aldus zowel het perceel als de chalets met bijbehorende voorzieningen van [naam 1] . Bij deze stand van zaken is er geen situatie denkbaar waarbij FS of een andere partij op het terrein van [naam 1] vluchtelingen zou kunnen onderbrengen. Een dergelijk aanbod van FS ligt ook niet voor en bovendien kan de Gemeente [naam 1] niet verplichten om samen te gaan werken met een andere partij. “
Andere opdrachten worden wel aanbesteed
“Dat er gevallen denkbaar zijn waarbij partijen zoals FS in samenwerking met andere grondeigenaren kunnen meedingen naar overheidsopdrachten met betrekking tot de opvang van vluchtelingen en/of statushouders, doet daar niet aan af. In dit geval is het [naam 1] die een aanbod tot verhuur van haar grond en chalets aan de Gemeente heeft gedaan, welk aanbod door de Gemeente is geaccepteerd. De Gemeente heeft in dat verband nog onbetwist aangevoerd dat sprake is van schaarste als het aankomt op de opvangplekken voor vluchtelingen, dat zij alle gronden binnen haar gemeentegrenzen daarom nodig heeft om te kunnen voldoen aan de op haar rustende verantwoordelijkheid voor de opvang van vluchtelingen en dat zij niet in de positie verkeert om een dergelijk aanbod als dat van [naam 1] te weigeren. Er was sprake geweest van een andere situatie als de Gemeente enkel het perceel van [naam 1] zou gaan huren en daarop nog chalets door een andere partij zouden moeten worden gerealiseerd. In een dergelijk geval is denkbaar dat de Gemeente afhankelijk van het drempelbedrag die opdracht had moeten aanbesteden. Dat is in het onderhavige geval echter niet aan de orde. [naam 1] mag als eigenaar van de grond zelf bepalen of en hoe zij dit stuk grond wenst te verhuren aan de Gemeente. Ook niet kan worden gezegd dat FS een kans wordt ontnomen om mee te dingen naar opdrachten voor de opvang van vluchtelingen en/of statushouders. Immers, de opdrachten strekkende tot levering van chalets ten behoeve van andere beschikbare gronden binnen de Gemeente die geschikt zijn voor de opvang van vluchtelingen en/of statushouders worden wel aanbesteed. Zo is onlangs door de Gemeente een opdracht voor de opvang van statushouders op Tenderned gepubliceerd, waarop FS zich ook heeft ingeschreven.”
In het licht van alle hiervoor genoemde feiten en omstandigheden is de conclusie dat dat FS geen materieel belang heeft om mee te dingen naar de opvang van vluchtelingen op het voormalig campingterrein [naam camping].
(VdLC publishers/consultants BV, 22 mei 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl