Terugblik: De provincie Noord-Holland en opdrachtnemer versnellen de circulaire transitie in de contractfase
Oevers duurzaam, natuurvriendelijk en met 80% minder milieukosten vervangen. Om dit te bereiken, is de provincie Noord-Holland een langdurige samenwerking aangegaan met één aannemer. Zo'n samenwerking ontstaat niet zomaar: in elke fase zijn opdrachtgever en opdrachtnemer met elkaar in gesprek. Het project kwam aan bod tijdens één van de deelsessies op het PIANOo-congres.
20 oevers
De provincie Noord-Holland vervangt de komende 6 tot 8 jaar de oevers van 150 kilometer aan vaarwegen. Voorheen werd per oever een aanbestedingstraject van 1 tot 2 jaar doorlopen. En doordat de provincie elk project opnieuw aanbesteedde, werd er weinig kennis en ervaring opgebouwd en kwamen provincie en opdrachtnemer maar beperkt tot innovatie op het gebied van duurzaamheid en circulariteit.
Een nieuwe samenwerkingsparadigma
Om deze barrières weg te halen, besloot de provincie voor een programmatische aanpak te kiezen. In een samenwerkingsovereenkomst (SOK) met één opdrachtnemer voor alle 20 oevers verwachten ze meer ruimte te hebben voor innovaties, maar ook voor de koppeling met andere doelen. Dit zijn bijvoorbeeld beleidsdoelen, zoals het stimuleren van de biodiversiteit en circulariteit (door het structureel minimaliseren van materiaal en energiegebruik), maar kunnen ook bedrijfsdoelstellingen zijn, zoals het verhogen van de veiligheid en efficiëntie van de oevers.
De provincie realiseerde zich dat hun manier van werken drastisch moest veranderen om dit te bewerkstelligen. Er moest ruimte komen om te experimenteren en innoveren: "We moeten het klassieke beeld op de opdrachtgevers-opdrachtnemersrelatie loslaten. In plaats daarvan gaat onze samenwerking uit van gelijkwaardigheid en hebben we begrip voor elkaars verlangen", aldus Jelte Loggen, plaatsvervangend sectormanager Groen bij de Provincie Noord-Holland . Doordat provincie en opdrachtnemer continu met elkaar in gesprek zijn, stellen ze ook regelmatig de gestelde KPI’s bij. “Zo kunnen we ook binnen het contract de lat steeds hoger leggen. We streven jaarlijks naar een lager materiaal- en energiegebruik en verhoging van de biodiversiteit en waterkwaliteit”, vertelt aannemer Peter Melis van Beens Groep.
Van SOK tot NOK
Het traject van de provincie, dat in totaal 1,5 jaar heeft geduurd, begon met het formuleren van de ambities op het gebied van circulariteit en biodiversiteit en een marktconsultatie waar 27 partijen aan deelnamen. Hierop volgde een concurrentiegerichte dialoog ‘light’, waarin de provincie een beperkte inspanning van marktpartijen vroeg en voornamelijk focuste op de samenwerking en de invulling van de ambities. Tot slot keek de provincie in de gunningsfase voor het programma naar 3 aspecten: de kwaliteit van het plan van aanpak, de score op samenwerking en de kwaliteit van het prijsvormingsdocument. In dit laatste stond de vraag ‘hoe kom je tot eerlijk geld voor eerlijk werk?’ centraal.
Beens Groep, de partij die het programma gegund kreeg, voert niet 20 keer hetzelfde project uit. Voor elk onderdeel wordt een Nadere Overeenkomst (NOK) aangegaan. De bedoeling is dat de opdrachtnemer bij elke NOK blijft leren en innoveren en dat er steeds gekeken wordt wat de beste oplossing is voor de locatie waar ze de oevers vervangen. Zodat elk project een stap dichter bij de uiteindelijke ambities van de provincie komt.
Win-win-win
En daarmee heeft deze samenwerking de kans om een echte win-win-win situatie te creëren. Voor de opdrachtgever, die niet alleen een product maar ook innovatie en efficiëntie inkoopt. Voor de opdrachtnemer, die personeel beter kan opleiden, nieuwe oplossingen en werkwijzen kan ontwikkelen en kan investeren in duurzamer materieel. En voor het milieu, doordat deze werkwijze ook ruimte biedt om rekening te houden met andere factoren zoals het minimaliseren van materiaal en energiegebruik, een verbetering van de waterkwaliteit en biodiversiteit.
Verslag PIANOo-congres 2023
Bekijk het verslag van het PIANOo-congres 2023.