Duurzamer werken door slimmer om te gaan met de administratie
Provincie Noord-Brabant wil de CO2-uitstoot van haar infrawerkzaamheden terugdringen. Bijvoorbeeld door zero-emissie-bouwmaterieel in te zetten. Maar om te weten welke eisen ze in aanbestedingen kan stellen, wil ze weten wat die eisen zouden betekenen voor aannemers én hoe ze naleving kan monitoren. In een lopend onderhoudscontract vond ze ruimte voor een pilot. ‘Inzicht in de administratie kan tot mooie stappen leiden.’ (Buyer Groups, februari 2022)
Noord-Brabant telt ongeveer 550 kilometer aan provinciale wegen. Aannemerscombinatie EschDoorn, gevormd door buitenruimtespecialisten Van Doorn uit Geldermalsen en JvEsch uit Cromvoirt, zorgt dat die veilig en begaanbaar zijn. ‘We verzorgen de wegen vanuit een onderhouds- en prestatiecontract’, aldus Robert van Doorn, projectmanager bij EschDoorn. ‘Dit doen wij zo duurzaam mogelijk. Bijvoorbeeld door een elektrische veegwagen en elektrisch handgereedschap te gebruiken.’
Carla Vosmaer, projectmanager bij provincie Noord-Brabant, benaderde de buitenruimtespecialist om mee te werken aan een pilot. Vosmaer: ‘Vanuit de Buyer Group Zero Emissie Bouwmaterieel zoeken we voor opdrachtgevers manieren om meer te sturen op het gebruik van duurzaam materieel en emissieloos werken. Maar we weten soms niet precies wat zo’n eis in de praktijk voor opdrachtnemers inhoudt of wat er mogelijk is. Voor de pilot vroegen we EschDoorn om ons daar op basis van haar administratie inzicht in te geven.’
Nieuwe tool
In het onderhouds- en prestatiecontract (OPC 0.2) dat de aannemerscombinatie met de provincie heeft, is financiële ruimte opgenomen voor duurzame innovaties. Daarbij gaat het om een jaarlijks bedrag van 250.000 euro. Binnen deze ruimte is de pilot ontwikkeld die startte in 2021 en loopt tot 2023. Provinciaal projectmanager Vosmaer: ‘Het doel van de pilot is om in de administratie van EschDoorn relevante data te verzamelen en te analyseren hoeveel tijd het kost om het handmatig in een monitoringstool te verwerken. Op basis van die ervaringen en kennis adviseren we welke stappen in de automatisering van de monitoring het snelst of de meeste impact kunnen hebben.’ De analyse van de gegevens wordt vervolgens de leidraad om te bepalen of en in welke mate de monitoring verplicht wordt voor opdrachtnemers.
Ook vroeg de provincie de aannemer om mee te werken aan de toetsing en doorontwikkeling van een monitoringstool. ‘We gebruiken nu nog een simpele Excel die TNO voor de gemeente Amsterdam ontwikkelde. Daarin kan materieel per project of deelproject worden ingevoerd. Op basis van enkele kenmerken wordt vervolgens de CO₂-, stikstof- en fijnstofuitstoot berekend’, zegt Vosmaer. Deze tool moet opdrachtgevers en bedrijven in staat stellen om met de gegevens die zij al hebben te berekenen wat ze gaan uitstoten op een project. Maar ook om te vergelijken wat het effect van inzet van ander materieel is. Vosmaer: ‘Die bewustwording is belangrijk. Als vervolg wil de Buyer Group kijken of de monitoringstool ingezet kan worden in de aanbestedingsfase en of de tool geïntegreerd kan worden in andere ontwikkelingen op het gebied van monitoring.’
Bruikbare kennis
In de pilot is in een eerste inventarisatie onderzocht welke gegevens precies beschikbaar en nodig zijn om de gewenste output te krijgen. ‘Op het moment dat we de ontwikkeling van de tool wilden opzetten, kwamen we via de Buyer Group in contact met de gemeente Amsterdam en hun tool’, vertelt Vosmaer. ‘Zo blijkt maar hoe deelname aan een Buyer Group ons als provincie zeer nuttige kennis en middelen kan opleveren!’
De tool is laagdrempelig in gebruik en benodigde input en kennis hebben organisaties vaak binnen handbereik. Vosmaer: ‘De tool is toont aan of een organisatie al goed bezig is wat betreft de inzet van het materieel. Maar ook hoe slimmere keuzes gemaakt kunnen worden als er bijvoorbeeld minder budget is. Dat geldt voor zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers. Met die nieuwe inzichten kunnen opdrachtgevers gerichter gaan uitvragen en opdrachtnemers weer gerichter inschrijven.’
Gewenste informatie
Ook EschDoorn is positief over de pilot. ‘We kijken nu op een andere manier naar onze eigen gegevens’, zegt Van Doorn. ‘We blijken veel meer handige kennis in huis te hebben dan we vroeger dachten! We gebruikten nog geen 5 procent van onze data. De pilot liet ons inzien dat we hier anders mee om moeten te gaan.’
Zo koppelt het bedrijf inmiddels de track and trace-gegevens van zijn planningsafdeling aan de data van de afdeling die zich bezighoudt met laadoplossingen. ‘We weten daardoor welke auto waar reed, wanneer ze aan of uit stond, wanneer ze geladen heeft en hoeveel. We kunnen zo de actieradiussen, locaties én CO2-uitstoot berekenen van wagens die we al uitgestuurd hebben. Bovendien kunnen we op voorhand bekijken welk materieel voor welke klus het meest geschikt is. Moeten we het anders inzetten of misschien aanpassen?’ Het bedrijf kijkt uit naar het moment dat een toekomstige tool deze berekeningen ook geautomatiseerd kan uitvoeren. ‘Fantastisch als we die niet meer met de hand hoeven te maken, maar met één druk op de knop alle gewenste informatie kunnen zien. Maar nu is zaak om de tool echt te gaan vullen.’
Sturende resultaten
Vosmaer benadrukt het belang van pilots als deze: ‘Wat we daarin leren, kan niet alleen ons maar alle opdrachtgevers helpen. In de pilot met EschDoorn laten we bijvoorbeeld zien dat organisaties meer met hun data kunnen dan ze nu denken. Met track-and-trace-systemen, projectadministraties en tankpassen hebben ze al een flinke rijkdom aan gegevens. Door die gegevens aan de CO2-, fijnstof- of stikstofuitstoot te koppelen kunnen ze slimmere keuzes maken.’ Naast inzicht in uitstoot, levert de pilot ook ander belangrijke resultaten. Vosmaer: ‘We krijgen ook een beter beeld van de mogelijkheden van de inzet van elektrisch materieel. En hoe onze netwerk van oplaadvoorzieningen daarbij helpt. Dat inzicht helpt bij onze uitvragen. We kunnen bijvoorbeeld niet verwachten dat een heel traject elektrisch geveegd wordt als de laadvoorzieningen op zo’n traject daar niet de mogelijkheid toe geven. Ook weten we nu beter wat het voor een organisatie betekent als wij bepaalde percentages emissieloos werken gaan vragen.’
Vosmaer ziet de pilots ook daarbij als richtinggevend. ‘Niet alleen de pilot met EschDoorn, maar ook de andere pilots vanuit de Buyer Group vanuit het Schone Lucht Akkoord, dragen hieraan bij. Ze geven inzicht in de impact op administraties, werkwijzen, beschikbaar materieel en mogelijkheden bij inkoop. We weten daarmee wat realistisch is om van de markt uit te vragen. Als opdrachtgevers kunnen we aangeven: “Dit is de richting die we met onze eisen opgaan. En dit wordt het tempo”. Met deze duidelijkheid kunnen opdrachtnemers gerichter investeren in hun materieel. We kunnen met elkaar en van elkaar enorm veel leren. Mijn advies? Kijk altijd verder dan je eigen projecten en blijf leren van je omgeving en van ons als Buyer Groups.’
De Buyer Groups zijn een initiatief vanuit het Rijk, IPO, VNG en UVW en liggen in het verlengde van de Green Deal Circulair Inkopen en de leernetwerken van 2018 en 2019.