Te late inschrijving
Belangrijkste jurisprudentie over te late inschrijving.
Rechtsregel 1:
Een te late inschrijving mag in beginsel niet worden toegelaten tot de procedure.
Rechtsregel 2:
Een te late inschrijving kan bij uitzondering alsnog worden toegelaten, indien de omissie is te wijten aan onduidelijkheden in de aanbestedingsstukken.
Rechtsregel 1:
Een te late inschrijving mag in beginsel niet worden toegelaten tot de procedure.
Citaat CSU Schoonmaak/ Politieregio Brabant Zuid Oost arrest:
"Op grond van het gelijkheidsbeginsel, dat bij een aanbestedingsprocedure als een belangrijke leidraad heeft te gelden, mocht de Politieregio de onderhavige offerte niet zonder meer in aanmerking nemen. De Politieregio was naar het voorlopig oordeel van het hof evenmin op enigerlei grond jegens CSU verplicht om aan de overige inschrijvers te vragen of zij bezwaren hadden tegen het alsnog in aanmerking nemen van de te laat ingeleverde offerte van CSU. De omstandigheid, dat de overige inschrijvingen ten tijde van het aanbieden van de offerte van CSU nog niet geopend waren, doet aan het voorgaande niet af."
Gerechtshof Den Bosch (ECLI:NL:GHSH:2001:AD8669, 24 juli 2001) op rechtspraak.nl
Rechtsregel 2:
Een te late inschrijving kan bij uitzondering alsnog worden toegelaten, indien de omissie is te wijten aan onduidelijkheden in de aanbestedingsstukken.
Citaat Aruba- Vercas arrest:
r.o. 4.3 In hoger beroep heeft Vercas betoogd dat het er niet om gaat dat Vercas zou zijn verrast door de wijziging terwijl Vercas er zelf om had gevraagd, waarvan het GEA volgens Vercas ten onrechte is uitgegaan, maar dat het er veeleer om gaat dat het een voor Vercas ingrijpende wijziging betrof, waarmee het Land na lange discussie uiteindelijk impliciet erkende een onjuiste financiële berekening te hebben gemaakt, welke wijziging Vercas noopte tot een drastische omwerking van de door haar in te dienen stukken, en dat zulks gedurende het weekend moest plaatsvinden.
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (ECLI:NL:OGHACMB:2013:BZ1069, 15 januari 2013) op rechtspraak.n