Gemeenten mogen aanbesteding elementenonderhoud niet intrekken (week 9)
Intrekking aanbesteding
De Gemeenten Oudewater en Woerden willen een Europese openbare aanbesteding voor het sluiten van een raamovereenkomst voor elementenonderhoud na een eerder verloren kort geding hierover alsnog intrekken. De rechter vindt dat niet kan worden geoordeeld dat de inschrijfprijs van KVDM de raming van de Gemeenten overschrijdt. Deze reden rechtvaardigt daarom niet de intrekking van de aanbestedingsprocedure. Van een situatie zoals bedoeld in het Suchhi di Frutta arrest, waarnaar de Gemeenten verwijzen, is volgens de rechter ook geen sprake. Er bestaat daarom, anders dan de Gemeenten in hun motivering schrijven, geen juridische verplichting tot intrekking van de aanbestedingsprocedure. (ECLI:NL:RBMNE:2025:390, Rechtbank Midden-Nederland, Datum uitspraak 14 februari 2025, Datum publicatie 28 februari 2025)
Feiten en omstandigheden
Het gaat in dit kort geding om een intrekking van een door de Gemeenten Oudewater en Woerden samen georganiseerde Europese openbare aanbesteding voor het sluiten van een raamovereenkomst voor elementenonderhoud. Er hebben 9 partijen, onder wie KVDM , op de door de Gemeenten georganiseerde aanbesteding ingeschreven. [Bedrijf A] B.V. is als winnaar uit de bus gekomen met een inschrijfprijs van 1.896.518,2 euro. [Bedrijf B] B.V. is tweede geworden met een inschrijfprijs van 1.945.000 euro en KVDM is als derde geëindigd met een inschrijfprijs van 2.843.427,84 euro.
De Gemeenten hebben de raamovereenkomst op 7 juni 2024 voorlopig gegund aan [Bedrijf A] . Na die voorlopige gunningsbeslissing heeft [Bedrijf A] aan de Gemeenten laten weten dat het voor haar onmogelijk is om de opdracht uit te voeren. Ook [Bedrijf B] heeft laten weten niet meer in staat te zijn om de raamovereenkomst te sluiten. De Gemeenten hebben de aanbestedingsprocedure daarna op 10 juli 2024 ingetrokken. KVDM heeft daarop een kort geding tegen de Gemeenten aanhangig gemaakt. In dit kort geding is op 19 september 2024 vonnis gewezen. In dit vonnis zijn de Gemeenten geboden om de aanbestedingsprocedure te vervolgen in de stand waarin deze zich bevindt. Er is geen hoger beroep tegen dit vonnis ingesteld. De termijn om dat te doen is verstreken. De Gemeenten hebben daarna op 6 november 2024 een nieuwe intrekkingsbeslissing genomen en hebben aangekondigd dat zij de raamovereenkomst door een heraanbesteding in de markt willen zetten. KVDM komt in dit nieuwe kort geding op tegen dit nieuwe intrekkingsbesluit. Dat moet volgens haar worden teruggedraaid. KVDM vordert dat de Gemeenten worden verboden om verdere uitvoering te geven aan het intrekkingsbesluit van 6 november 2024. Het oordeel van de rechter:
Appels met peren vergelijken
“Dat KVDM met haar inschrijfprijs van 2.843.427,84 euro het totale budget van 8.000.000 euro overschrijdt valt niet in te zien. Daar komt bij dat de inschrijfprijs is gegeven voor een periode van 2 jaar, en het totale budget van 8.000.000 euro voor 4 jaar geldt. Aangezien het om twee verschillende periodes gaat kan dit niet één op één met elkaar worden vergeleken; dat zou appels met peren vergelijken zijn. Zonder nadere toelichting van de Gemeenten , die niet is gegeven, valt niet in te zien dat er sprake is van overschrijding van haar raming (budget). Sterker, het lijkt er eerder op dat de inschrijfprijs van KVDM nog ruim onder dat budget ligt. Maar ook als de Gemeenten worden gevolgd in hun (niet onderbouwde) stelling dat zij een budget heeft van 2.000.000 euro per jaar maakt dat nog niet dat sprake is van een overschrijding van dit budget. KVDM heeft immers ingeschreven met een inschrijfprijs van 2.843.427,84 euro voor 2 jaar. Het budget voor 2 jaar bedraagt in de visie van de Gemeenten 4.000.000 euro (want 2.000.000 euro per jaar). Van een overschrijding van het door de Gemeenten gestelde budget is in die situatie geen sprake. Sterker, de inschrijfprijs van KVDM blijft daar ruim onder. De conclusie is dat op grond van de door de Gemeenten gegeven motivering niet kan worden geoordeeld dat de inschrijfprijs van KVDM de raming van de Gemeenten overschrijdt. Sterker, dat is juist niet het geval. Deze reden rechtvaardigt daarom niet de intrekking van de aanbestedingsprocedure.”
Geen sprake van een transparantiegebrek
“De voorzieningenrechter stelt vast dat er geen sprake is van een transparantiegebrek. Voor iedere inschrijver was het immers, zo hebben de Gemeenten bevestigd, duidelijk dat er over een periode van 2 jaar moest worden afgeprijsd. Dat de Gemeenten de aanbestedingsprocedure niet in overeenstemming met hun eigen bedoeling hebben ingericht, doet daaraan niet af. Van strijd met het transparantie- en gelijkheidsbeginsel is daarom geen sprake.
Van een situatie zoals bedoeld in het Suchhi di Frutta arrest, waarnaar de Gemeenten in hun motivering verwijzen, is geen sprake. Er bestaat daarom, anders dan de Gemeenten in hun motivering schrijven, geen juridische verplichting tot intrekking van de aanbestedingsprocedure.
De Gemeenten willen in feite de aanbestedingsprocedure intrekken om zo hun eigen vergissing over de periode waarover moest worden afgeprijsd te herstellen. Dat willen zij doen, omdat de periode waarvoor moet worden afgeprijsd van invloed zou zijn op de inschrijfprijs. De Gemeenten hebben echter onvoldoende gemotiveerd onderbouwd dat dit het geval is, en zonder die onderbouwing valt dit ook niet in te zien. KVDM heeft dit gemotiveerd betwist en aangevoerd dat het gaat om de stuksprijs bij de op de inschrijfstaat genoemde fictieve hoeveelheden en dat daarvoor de periode waarover moet worden afgeprijsd niet van belang is. Dit komt de voorzieningenrechter plausibel over. Dit betekent dat ook deze reden niet aan de intrekkingsbeslissing kan worden ten grondslag gelegd.”
(VdLC publishers/consultants BV, 5 maart 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl