Social return in het licht van het Europees aanbestedingsrecht
Dit onderzoek focust op de mogelijkheden van Social Return in het licht van de Aanbestedingswet. In opdracht van de gemeente Amsterdam heeft de Utrecht University Centre for Public Procurement onderzocht waar er spanning kan zijn tussen de wens om Social return mee te nemen in aanbestedingen en de aanbestedingswet. Het onderzoek kijkt, naast de spanningen, ook naar de manier van uitvraag en alternatieven. (september 2022)
Samenvatting
Volgens het onderzoek zijn er een paar belangrijke punten om rekening mee te houden bij Social Return. Social Return wordt vaak meegenomen als uitvoeringsvoorwaarde en/of gunningscriterium. Het combineren van beide heeft van toegevoegde waarde dat enerzijds de minimum toepassing wordt gegarandeerd en anderzijds de inschrijvende partijen worden gestimuleerd om een grote inspanning van Social return aan te bieden.
In het licht van de aanbestedingswet is het belangrijk is dat Social return voorschriften verband houden met het voorwerp van de opdracht. Algemene vragen over ondernemersbeleid zijn niet toegestaan. Ook mag de Social return verplichting niet worden gekoppeld aan een stad of regio, vanwege het gelijkheidsbeginsel. Je kan als gemeente dus niet voorschrijven dat voor de invulling van de Social Return verplichting alleen mensen uit de eigen gemeente meetellen. Daarnaast moet het gevraagde realistisch en proportioneel zijn.
Tot slot behandelt het onderzoek de spanningen met de AVG en verkent alternatieve invullingen voor sociaal inkopen, zoals inkopen bij sociale ondernemingen en de Prestatieladder Socialer Ondernemen, een keurmerk van TNO.