Bewoordingen in aanbestedingsstukken zijn leidend (week 1)
Technische eisen | nota van inlichtingen
Bij een Europese openbare aanbesteding voor de levering van Computer Hardware (perceel 1), en Audiovisuele middelen (perceel 2) is aan [eiseres] bericht dat zij op de tweede plaats is geëindigd en dat perceel 2 voorlopig wordt gegund aan [tussenkomende partij]. [eiseres] is het daarmee niet eens. Eiseres stelt dat de inschrijving van [tussenkomende partij] niet voldoet aan een in de aanbestedingstukken gestelde minimumeis. De rechter stelt echter dat ook wanneer meerdere inschrijvers aan een eis een verschillende betekenis toekennen, dit nog niet meebrengt dat een eis in strijd is met het transparantiebeginsel. Daarvan is pas sprake als de bewoordingen van de aanbestedingsstukken, objectief bezien, steun bieden voor die verschillende uitleg. In dit geval is dat volgens de rechter niet het geval. (ECLI:NL:RBMNE:2024:7231, Rechtbank Midden-Nederland, Datum uitspraak 24 december 2024, Datum publicatie 3 januari 2025)
Feiten en omstandigheden
Er is een Europese openbare aanbesteding georganiseerd voor de levering van Computer Hardware (perceel 1), en Audiovisuele middelen (perceel 2). [eiseres] heeft samen met nog 6 andere inschrijvers, ingeschreven op perceel 2. In de voorlopige gunningsbeslissing van 5 november 20241 is aan [eiseres] bericht dat zij op de tweede plaats is geëindigd en dat perceel 2 voorlopig wordt gegund aan [tussenkomende partij] . [eiseres] is het daarmee niet eens en vordert in dit kort geding dat [handelsnaam 1] c.s. wordt geboden om de opdracht aan haar te gunnen of de opdracht opnieuw aan te besteden. Eiseres stelt dat de inschrijving van [tussenkomende partij] niet voldoet aan een in de aanbestedingstukken gestelde minimumeis. Het oordeel van de rechter:
Vraag 69 van de eerste NvI
“In dit Prijzenblad is niet vermeld welk wattage de USB 2.0 en USB-C aansluiting moeten hebben. Ook in het bij het Beschrijvend Document gevoegde PvE, zo hebben partijen bevestigd, is daarover niets vermeld. Tot aan het moment van de NvI’s was dus niet als vereiste gesteld dat de USB-C aansluiting van de te leveren touchscreens een bepaald wattage heeft. [eiseres] stelt zich op het standpunt dat daarin verandering is gekomen door het antwoord op vraag 69 van de eerste NvI. Volgens [eiseres] is toen alsnog als vereiste gesteld dat de te leveren touchscreens een single use USB-C kabel functionaliteit moesten hebben, en (dat daarom) de USB-C aansluiting van de te leveren touchscreens een vermogen van minimaal 65 Watt moest hebben. Geoordeeld wordt dat een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver dit niet zo heeft opgevat.”
Bepaald wattage geen vereiste
“Er wordt door de vraagsteller14 alleen maar meegedeeld dat “voor het realiseren van een single use USB-C kabel functionaliteit een USB-C poort van 65 Watt noodzakelijk is”. Hoogstens zou een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver uit deze mededeling kunnen opmaken dat er (impliciet) wordt gevraagd of het is toegestaan om in het kader van de levering van de touchscreens een single use USB-C kabel te leveren. Dat was immers niet uitgevraagd. Daarbij komt dat de eis zoals vermeld in regel 91 van het Prijzenblad bij het Beschrijvend Document één op één is overgenomen in de aangepaste Prijzenbladen die naar aanleiding van de drie NvI’s zijn opgemaakt. Op grond van die eis was juist niet als vereiste gesteld dat de USB-C aansluiting van de te leveren touchscreens een bepaald wattage heeft.”
Andere inschrijvers
Dat 2 of 3 andere inschrijvers van dezelfde lezing als [eiseres] zijn uitgegaan, maakt, anders dan [eiseres] meent, niet dat ook de door [eiseres] bepleite uitleg mogelijk is. Wanneer meerdere inschrijvers aan een eis een verschillende betekenis toekennen, brengt dit nog niet mee dat een eis in strijd is met het transparantiebeginsel. Daarvan is pas sprake als de bewoordingen van de aanbestedingsstukken, objectief bezien, steun bieden voor die verschillende uitleg. Uit het voorgaande volgt dat dat niet het geval is.
[tussenkomende partij] heeft gelet op wat hiervoor is overwogen dus een geldige inschrijving gedaan. Er is geen reden om die inschrijving aan de kant te leggen en de opdracht aan [eiseres] te gunnen. Dit betekent dat de primaire vordering moet worden afgewezen.
(VdLC publishers/consultants BV, 8 januari 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl