Aanbesteding mocht niet worden ingetrokken vanwege onduidelijkheid aanbestedingsstukken (week 11)
Aanbestedingsstukken | intrekken aanbesteding
Zeven inschrijvers hebben ingeschreven op nationale openbare aanbestedingsprocedure voor baggeren van de gemeenten Oudewater en Woerden. De gemeenten hebben geconstateerd dat drie van de zeven inschrijvers hebben verzuimd de nota van inlichtingen mee te nemen in hun inschrijving. Op 6 november 2024 hebben de gemeenten besloten de aanbestedingsprocedure in te trekken. De rechter vindt het echter niet doorslaggevend dat de inschrijvers volgens de gemeenten van verschillende interpretaties zijn uitgegaan, en dat drie van de zeven inschrijvers niet de juiste bestanden hebben aangeleverd. De rechter is van oordeel dat de aanbestedingsstukken niet voor meerdere uitleg vatbaar en dus duidelijk zijn. De gemeenten hebben de aanbesteding daarom niet mogen intrekken op grond van de door hen gestelde onduidelijkheid van de aanbestedingsstukken. (ECLI:NL:RBMNE:2025:776, Rechtbank Midden-Nederland, Datum uitspraak 24 februari 2025, Datum publicatie 12 maart 2025)
Feiten en omstandigheden
De Gemeenten Oudewater en Woerden hebben een nationale openbare aanbestedingsprocedure voor baggeren georganiseerd. Zeven inschrijvers hebben op de opdracht ingeschreven. [tussenkomende partij] heeft met de laagste prijs ingeschreven en is op de eerste plaats is geëindigd. De inschrijving van [eiseres] had de een na laagste prijs. De gemeenten hebben gecontroleerd of de aanbiedingen voldeden aan de gestelde eisen. Zij hebben geconstateerd dat drie van de zeven inschrijvers hebben verzuimd de nota van inlichtingen mee te nemen in hun inschrijving van deelopdracht 1 van deel 1, terwijl volgens de gemeenten expliciet in NVI II is vermeld dat de inschrijving inclusief NVI NSX dient te zijn. Deze drie inschrijvingen, waaronder de inschrijving van [tussenkomende partij] , zijn ongeldig verklaard. Op 3 oktober 2024 hebben de gemeenten de opdracht voorlopig gegund aan [eiseres], omdat zij geldig en met de laagste prijs heeft ingeschreven. Op 8 oktober 2024 heeft [tussenkomende partij] onder andere geklaagd over onduidelijkheid van de aanbestedingsstukken. De gemeenten hebben vervolgens, met inachtneming van het advies van het Klachtenmeldpunt Aanbesteden, besloten deze klacht gegrond te verklaren. Op 22 oktober 2024 hebben de gemeenten aangekondigd het gunningsvoornemen in te trekken. Op 6 november 2024 hebben de gemeenten besloten de aanbestedingsprocedure in te trekken. [eiseres] vordert om de gemeenten te gebieden de beslissing van 6 november 2024 in te trekken, en de gemeenten te gebieden het werk, zo zij het werk nog willen gunnen, te gunnen aan geen ander dan [eiseres].Het oordeel van de rechter:
Duidelijkheid aanbestedingsstukken
“Bij de beoordeling of de gemeenten de aanbesteding mochten intrekken vanwege een onduidelijkheid in de aanbestedingsstukken, stelt de voorzieningenrechter het volgende voorop. Naar vaste jurisprudentie brengen de toepasselijke beginselen van transparantie en gelijkheid mee dat het er bij de uitleg van de aanbestedingsstukken om gaat hoe een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende gegadigde die heeft kunnen begrijpen.”
“Hieruit volgt dat niet zonder meer beslissend is dat de gemeenten een onduidelijkheid in de aanbestedingsstukken aanwezig achten. Ook is niet doorslaggevend dat de inschrijvers volgens de gemeenten van verschillende interpretaties zijn uitgegaan, en dat drie van de zeven inschrijvers niet de juiste bestanden hebben aangeleverd. Beslissend is of de aanbestedingsstukken, gelezen tegen de achtergrond van de aanbestedingsprocedure en hoe die is verlopen, naar objectieve maatstaven gemeten ruimte laten voor verschillende interpretaties.”
“Toetsing van de aanbestedingsstukken aan de CAO-norm leidt ertoe dat de voorzieningenrechter het standpunt van de gemeenten niet volgt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de aanbestedingsstukken niet voor meerdere uitleg vatbaar en dus duidelijk zijn.”
Had duidelijker gekund
“De voorzieningenrechter is het met de gemeenten eens dat het duidelijker was geweest als de gemeenten: (1) in NVI I niet alleen hadden vermeld dat de resultaten van het aanvullende onderzoek in TenderNed waren toegevoegd aan het bestek, maar expliciet hadden vermeld dat daardoor een van de drie inschrijvingsbiljetten was gewijzigd, en dat het RSX-bestand van dit inschrijvingsbiljet met behulp van het NSX-bestand moest worden gewijzigd; en (2) in NVI III nóg eens hadden vermeld, zoals in NVI II, dat het voor deelopdracht 1 Oudewater in te leveren besteksbestand “INCL NVI NSX” moest worden ingeleverd. Het enkele feit dat het duidelijker had gekund, betekent echter niet dat de (eisen van de) inschrijving en de aanbestedingsstukken onduidelijk zijn.”
“De voorzieningenrechter is van oordeel dat de bewoordingen van de aanbestedingsstukken, naar objectieve maatstaven gemeten, geen ruimte laten voor interpretatie. De aanbestedingsstukken zijn duidelijk. De gemeenten hebben de aanbesteding daarom niet mogen intrekken op grond van de door hen gestelde onduidelijkheid van de aanbestedingsstukken.”
Gemeente hoeft niet te gunnen
“[eiseres] heeft primair gevorderd het intrekkingsbesluit in te trekken en de gemeenten te gebieden het werk, zo zij dat nog willen gunnen, aan geen ander dan [eiseres] te gunnen. De gemeenten hebben verweer gevoerd en stellen dat zij op grond van het leidende beginsel van contractsvrijheid niet verplicht zijn de opdracht aan [eiseres] te gunnen. De voorzieningenrechter volgt het verweer van de gemeenten. Dat de gemeenten de aanbestedingsprocedure niet mogen intrekken vanwege de vermeende onduidelijkheid in de stukken, brengt niet direct mee dat zij de opdracht aan [eiseres] moeten gunnen. In beginsel staat het de gemeenten vrij de aanbestedingsprocedure vanwege een andere reden in te trekken, mits die intrekking voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld. In het Croce Amica-arrest wordt onder meer overwogen dat een intrekkingsbesluit kan zijn ingegeven door redenen die met name verband houden met de beoordeling of het uit het oogpunt van het algemeen belang opportuun is om een aanbestedingsprocedure te voltooien, onder meer gelet op het feit dat de economische context of de feitelijke omstandigheden dan wel de behoeften van de aanbestedende dienst zijn gewijzigd. Het primair gevorderde wordt daarom afgewezen en het subsidiair gevorderde wordt toegewezen.”
(VdLC publishers/consultants BV, 19 maart 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl