Uitsluiting een te ingrijpende en onevenredige sanctie (week 5)
WMO | ontbreken verklaring
De gemeenten Houten, IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vijfheerenlanden hebben een open house procedure georganiseerd voor de inkoop van huishoudelijke ondersteuning. Nadat de opdracht voorlopig aan [eiseres] was gegund, hebben de gemeenten aan [eiseres] laten weten dat zij niet tot gunning van de opdracht zullen overgaan, omdat [eiseres] niet op tijd alle bewijsstukken heeft overgelegd. De rechter stelt dat de maatstaven van redelijkheid en billijkheid, het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel in dit geval met zich meebrengen dat het de gemeenten niet is toegestaan om aan de overschrijding van de termijn de sanctie te verbinden dat niet is aangetoond dat aan alle uitsluitingsgronden is voldaan. Dat is in de gegeven omstandigheden een te ingrijpende en onevenredige sanctie. (ECLI:NL:RBMNE:2025:133, Rechtbank Midden-Nederland, datum uitspraak 28 januari 2025, datum publicatie 31 januari 2025
Feiten en omstandigheden
De gemeenten Houten, IJsselstein, Lopik, Nieuwegein en Vijfheerenlanden hebben samen een inkoopprocedure georganiseerd voor de inkoop van huishoudelijke ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). [eiseres] heeft ingeschreven op deze inkoopprocedure. Nadat de opdracht voorlopig aan [eiseres] was gegund, hebben de gemeenten aan [eiseres] laten weten dat zij definitief niet tot gunning van de opdracht aan [eiseres] zullen overgaan, omdat [eiseres] niet op tijd alle bewijsstukken heeft overgelegd en daardoor niet heeft aangetoond dat er geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn zoals [eiseres] heeft verklaard in het door haar bij de inschrijving ingediende Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA). In dit kort geding gaat het om de beantwoording van de vraag of de gemeenten terecht tot deze beslissing hebben kunnen komen. Geoordeeld wordt dat dat niet zo is. De rechter zegt o.a. het volgende:
Open house procedure
“Vast staat dat [eiseres sub 1] niet binnen de door de gemeenten in hun brief van 9 oktober 2024 gestelde (verlengde) termijn de Verklaring Betalingsgedrag heeft overgelegd. De gemeenten zijn niet verplicht om te concluderen dat [eiseres] daardoor niet heeft aangetoond dat zij aan alle uitsluitingsgronden voldoet, waardoor de opdracht niet definitief aan [eiseres] kan worden gegund. Die verplichting volgt niet uit:
- het Inkoopdocument,
- de fundamentele aanbestedingsrechtelijke beginselen (het gelijkheids-, transparantie-, en non discriminatiebeginsel). Deze beginselen missen in dit geval toepassing, omdat geen sprake is van een aanbestedingsprocedure, maar en open house procedure en de inschrijvers er niet op bedacht hoefde te zijn dat de aanbestedingsbeginselen op deze open house procedure van toepassing zijn.”
Redelijkheid en billijkheid
Het voorgaande betekent niet dat de gemeenten geen sanctie mogen opleggen voor het overschrijden van de termijn voor het verstrekken van bewijsstukken. Dat mogen ze wel. De gemeenten moeten daarbij wel de maatstaven van redelijkheid en billijkheid en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht nemen. De maatstaven van redelijkheid en billijkheid, het zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel brengen in dit geval met zich mee dat het de gemeenten niet is toegestaan om aan de overschrijding van de termijn zoals genoemd in hun brief van 9 oktober 2024 de sanctie te verbinden dat niet is aangetoond dat aan alle uitsluitingsgronden is voldaan. Dat is in de gegeven omstandigheden een te ingrijpende en onevenredige sanctie.
De conclusie is dat de gemeenten de door [eiseres sub 1] op 5 november 2024 verstrekte Verklaring Betalingsgedrag alsnog in behandeling moet nemen, en moeten betrekken bij de beoordeling van de vraag of definitieve gunning kan plaatsvinden.
(VdLC publishers/consultants BV, 5 februari 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl