Buyer Groups helpen specialistische kennis te verspreiden
Nederland telt zo’n 140.000 kilometer aan wegen. Veel van deze wegen zijn van asfalt, dat regelmatig vervanging nodig heeft. Hoe publieke opdrachtgevers zorgen dat die vervanging duurzaam en circulair is? Onder andere door zich aan te sluiten bij Buyer Groups, zoals provincie Gelderland heeft gedaan. ‘Samen formuleren we een heldere visie op duurzaamheid.’
‘De verduurzaming van asfalt was in 2017 een vrij nieuw fenomeen voor ons’, vertelt Wim Schans, kostenmanager bij provincie Gelderland. ‘We zijn hiermee begonnen vanwege onze duurzaamheidsdoelen: CO2-uitstoot verlagen en zo circulair mogelijk worden. In 2017 begonnen we te onderzoeken hoe we hier met betrekking tot wegonderhoud invulling aan konden geven.’ De provincie ging onder meer in gesprek met collega-provincies, gemeenten en Rijkswaterstaat (RWS). ‘Met die laatste hadden we de meeste overeenkomsten – ook al werken zij met andere schaalgroottes en contractvormen’, aldus Schans. ‘Wat ons vooral aansprak? De manier waarop zij inschrijvers belonen met behulp van gunningscriteria. Maar ook de wijze waarop zij de Stichting Bouwkwaliteit (SBK) bepalingsmethode én andere voorwaarden opnemen in contracten vonden wij interessant.’
Duurzaamheid meenemen
Geïnspireerd ging de provincie in 2018 aan de slag. Zo nam ze het RWS-gunningscriterium ‘Beste Prijs Kwaliteit Verhouding (BPKV) Duurzaam Asfalt’ over. De provincie kon niet álles van Rijkswaterstaat overnemen. Rijkswaterstaat hanteert bijvoorbeeld een andere standaardcontractvorm voor wegonderhoud: een Uniforme Administratieve Voorwaarden-contract geïntegreerde contracten (UAV-GC) met functionele eisen. De provincie hanteert daarentegen de UAV met een Rationalisering Automatisering Grond- Weg- en Waterbouw (RAW) als standaardbestek. Schans: ‘Om alles kloppend te krijgen, moesten we flink puzzelen. Wat konden we wel en niet overnemen? Wat moesten we aanvullen?’
Verbetering blijven zoeken
Eind 2018 was die puzzel compleet. Althans, toen zette de provincie voor het eerst de BPKV 'Duurzaam asfalt' als gunningscriterium in bij een aanbesteding. Schans: ‘We hebben toen na de aanbesteding aan de opdrachtnemer gevraagd wat we konden verbeteren. Dat bedrijf had op een paar punten wel feedback, maar over het algemeen was het zeer tevreden.’ De provincie besloot vervolgens om het BPKV-criterium 'Duurzaam asfalt' vanaf 2019 als standaard te gebruiken in alle provinciale aanbestedingen voor wegonderhoud.
‘Niet dat we sindsdien achteroverleunen’, zegt Schans. ‘We blijven zoeken naar verbeterpunten en trekken daarin nauw op met onze opdrachtnemers. Zo kwamen we erachter dat niet alle asfaltmengsels die in onze contracten staan ook een Milieu Kosten Indicator (MKI)-waarde hadden. Dat moest anders. Daarom hebben we van de meest voorkomende mengsels zelf een MKI-waarde laten uitrekenen.’
Gelijker speelveld creëren
‘Samen met opdrachtnemers namen we initiatief om een gelijk speelveld voor de asfaltsector te creëren’, zegt Schans. ‘Dat deden we door aanvullend op de SBK Bepalingsmethode specifieke rekenregels voor milieuprofielen van asfaltproducten in Nederland op te stellen. Ook wel 'levencyclusanalyses' of LCA’s genoemd. Want pas als alle partijen dezelfde uitgangspunten hanteren en zich kunnen onderscheiden op basis van duurzaamheid, kan je van een gelijk speelveld spreken. Deze uitgangspunten zijn opgenomen in de Product Categorie Regels Asfalt (PCR), uitgegeven door de Vakgroep Bitumineuze Werken van Bouwend Nederland. Daarin staan de richtlijnen waarmee je de milieuwaarden van asfalt uit kan rekenen.’
Beter vergelijken en gunnen
In 2017 stelde TNO het rapport ‘LCA-Achtergrondrapport voor Nederlandse Asfaltmengsels’ op. Dat deden zij in opdracht van de Vakgroep Bitumineuze Werken van Bouwend Nederland en Rijkswaterstaat. Na een update in 2020 om rekening te houden met de PCR, bevat het rapport nu de gegevens om voor 19 veelgebruikte asfaltmengsels de duurzaamheid te bepalen. ‘Wij lieten de milieuwaarden van provincie-specifieke mengsels doorrekenen door een externe partij’, geeft Schans aan. ‘In onze contracten gebruiken we nu zowel de waardes uit het TNO-rapport als de waardes van onze eigen provincie-specifieke mengsels, afhankelijk van wat gevraagd wordt. Schans: ‘De duurzaamheidsscores van inschrijvers zijn nu beter te vergelijken en het gunningsproces is duidelijker.’ De provincie liet consultant Ecoreview ook nog een ‘tenderscan’ maken van de laatste contractversies. ‘Zij lezen jouw leidraad door de ogen van een inschrijver en geven je verbetertips. Zo helpen ze een gelijker speelveld voor inschrijvers te creëren.’
Organisatie enthousiasmeren
‘Er was flink wat doorzettingsvermogen nodig om duurzaamheid te verwerken in de aanbesteding en het contract’, aldus Schans. ‘De GWW-sector is nogal conservatief, dus eerst werd duurzaamheid vooral als ingewikkeld en vertragend gezien – niet alleen door sommige collega’s, maar ook door opdrachtnemers. Gelukkig hadden we een paar enthousiaste collega’s die de kar trokken. Dat bleek cruciaal om de rest van onze organisatie mee te krijgen.’
Met duurzaamheid moet je gewoon beginnen, geeft Schans aan. ‘Je kan niet eerst álles wat mis kan gaan proberen te voorkomen. Dan kom je niet vooruit, dan gebeurt er niets. Als je gewoon begint, kom je onderweg allerlei uitdagingen tegen, maar je weet dan in elk geval dat je stappen maakt.’ Goede samenwerking is essentieel om die uitdagingen te overwinnen, benadrukt hij. Om te beginnen interne samenwerking. ‘Daar hadden wij in het begin niet voldoende aandacht voor. We namen bepaalde collega’s niet mee in het proces. En ook de verdeling van taken en verantwoordelijkheden was niet duidelijk genoeg. Daardoor was er minder draagvlak voor onze duurzame plannen.’
Impact verduurzaming tonen
Ook de steun van bestuurders is een belangrijk onderdeel van interne samenwerking. Om die steun voor duurzaamheid te krijgen, kun je volgens Schans het best concrete resultaten tonen. ‘Bestuurders moeten zien dat verduurzamen impact heeft. Wees niet bang om hiervoor een externe specialist in te schakelen.’
Het helpt eveneens om opdrachtnemers het aanbestedingsproces te laten beoordelen, aldus Schans. ‘Op die manier kan je je moederbestek, inschrijfleidraad en bijlagen beter maken. En onthoud dat na de gunning het proces niet stopt. Je moet ook beoordelen of wat beloofd is nagekomen wordt. Zonder dit soort contractmanagement stop je misschien veel te veel energie in weinig opbrengst.’
Specialistische kennis delen
‘Duurzaamheid is nooit 'af', zegt Schans. ‘Zo gaat de technologische ontwikkeling op duurzaam vlak heel snel. Dat is voor grote overheden en opdrachtnemers geen probleem; die hebben naast generalisten die de aanbestedingen uitvoeren ook specialisten in huis die de technologische ontwikkeling bijhouden. De kunst is de kennis van beide groepen goed bij elkaar te brengen.’ Voor kleine gemeenten en aannemers is dit echter lastiger: die hebben vaak geen specialisten in dienst, alleen generalisten. ‘Buyer Groups zijn dan een uitkomst’, zegt Schans, verwijzend naar inkoopsamenwerkingen tussen publieke opdrachtgevers. ‘De grotere leden van zo’n groep kunnen hun specialistische kennis met de kleinere delen.’
Heldere visie formuleren
Zelf zit provincie Gelderland voor de verduurzaming van asfalt ook in een Buyer Group met diverse publieke opdrachtgevers, waaronder Rijkswaterstaat en andere provincies.
Schans: ‘Samen formuleren we een heldere visie op duurzaamheid en een bijpassende, eenduidige inkoopstrategie. Hiermee hopen we andere opdrachtgevers aan te sporen om ook mee te doen. Dan krijgen marktpartijen eenduidige uitvragen, waarmee ze hun investeringen kunnen verantwoorden en er over het algemeen meer volume in duurzaam asfalt komt. Dat is ook weer goed voor het behalen van de duurzame doelen van opdrachtgevers. Allemaal goede redenen om samen te werken aan het optimaal verduurzamen van asfalt in Nederland.’
De Buyer Groups zijn een initiatief vanuit het Rijk, IPO, VNG en UVW en liggen in het verlengde van de Green Deal Circulair Inkopen en de leernetwerken van 2018 en 2019.