Specificeren
Belangrijkste jurisprudentie over het specificeren van de opdracht.
Rechtsregel 1:
De aanbestedende dienst heeft met betrekking tot de formulering van de technische specificaties een ruime beoordelingsmarge. Te gedetailleerde technische specificaties kunnen disproportioneel zijn.
Rechtsregel 2:
De gelijkwaardigheid aan een merk, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie moet al bij inschrijving worden aangetoond.
Rechtsregel 3:
Indien in een lopende aanbesteding een gunningscriterium wordt ingetrokken, kan men de aanbestedingsprocedure niet rechtsgeldig voortzetten zonder het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel te schenden. Dit zou namelijk neerkomen op een wijziging van de criteria die op de procedure in kwestie van toepassing zijn. Deze rechtspraak geldt volgens het HvJ EU ook voor selectiecriteria.
Rechtsregel 1:
De aanbestedende dienst heeft met betrekking tot de formulering van de technische specificaties een ruime beoordelingsmarge. Te gedetailleerde technische specificaties kunnen disproportioneel zijn.
Citaat Roche Lietuva/Kauno Dainavos:
“Ten tweede volgt uit deze bepaling dat de Unieregelgeving met betrekking tot technische specificaties een ruime beoordelingsmarge aan de aanbestedende dienst laat in het kader van de formulering van de technische specificaties van een opdracht.
Die beoordelingsmarge wordt gerechtvaardigd door het feit dat het de aanbestedende diensten zijn die het beste op de hoogte zijn van welke leveringen zij nodig hebben en het beste geplaatst zijn om de eisen te bepalen waaraan moet worden voldaan om de gewenste resultaten te bereiken.”(ov. 29-30)
Citaat 2:
“Ook is van belang dat de mate van detail waarin de technische specificaties zijn opgesteld het evenredigheidsbeginsel eerbiedigt, wat in het bijzonder een beoordeling impliceert van de vraag of die mate van detail noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de nagestreefde doelstellingen.” (ov. 41)
Hof van Justitie EU (C-413/17, ECLI:EU:C:2018:865, 25 oktober 2018) op eur-lex.europa.eu
Rechtsregel 2:
De gelijkwaardigheid aan een merk, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie moet al bij inschrijving worden aangetoond.
Citaat VAR & ATM / Iveco:
“Daaruit volgt dat de aanbestedende dienst, wanneer hij de mogelijkheid benut die artikel 34, lid 8, tweede volzin, van die richtlijn hem biedt, van de inschrijver die gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om producten aan te bieden die gelijkwaardig zijn aan de producten die zijn omschreven door verwijzing naar een merk, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie, moet eisen dat hij reeds in zijn inschrijving het bewijs levert van de gelijkwaardigheid van de betrokken producten.” (ov. 27)
Hof van Justitie EU (C-14/17, ECLI:EU:C:2018:568, 12 juli 2018) op eur-lex.europa.eu
Rechtsregel 3:
Indien in een lopende aanbesteding een gunningscriterium wordt ingetrokken, kan men de aanbestedingsprocedure niet rechtsgeldig voortzetten zonder het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel te schenden. Dit zou namelijk neerkomen op een wijziging van de criteria die op de procedure in kwestie van toepassing zijn. Deze rechtspraak geldt volgens het HvJ EU ook voor selectiecriteria.
Citaat Intering e.a./Commissie:
‘Dat de in de eerste fase van een niet-openbare procedure toegepaste selectiecriteria objectiever zouden zijn – daar zij geen afweging impliceren – neemt immers niet weg dat de schrapping van een van die criteria in de loop van de aanbestedingsprocedure gevolgen kan hebben en in strijd kan zijn met het gelijkheidsbeginsel. Deze schrapping heeft namelijk gevolgen voor elke inschrijver die heeft deelgenomen aan de aanbestedingsprocedure en die van het verdere verloop van de procedure is uitgesloten omdat hij niet voldeed aan het selectiecriterium dat naderhand is geschrapt. Evenzo heeft die schrapping een ongunstige invloed op de positie van iedere potentiële inschrijver die niet aan de aanbesteding heeft deelgenomen, wanneer de reden voor zijn niet-deelname met name is gelegen in het feit dat hij meende niet te kunnen voldoen aan het criterium dat naderhand buiten zijn medeweten is geschrapt.’ (ro 59 en 60).
Arrest van het Gerecht (ECLI:EU:T:2021:202, 21 april 2021) op eur-lex.europa.eu