Specificeren
Belangrijkste jurisprudentie over het specificeren van de opdracht.
Rechtsregel 1:
Bij het specificeren van de opdracht is het opnemen van technische specificaties die producten van een bepaald fabricaat of van een bepaalde herkomst of het vermelden van een bijzondere werkwijze, waardoor bepaalde ondernemingen worden begunstigd of uitgeschakeld, verboden tenzij dergelijke specificaties door het voorwerp van de opdracht worden gerechtvaardigd.
De Aanbestedingswet 2012 bevat hierover een specifiek artikel: 2.76 lid 3.
Rechtsregel 2:
De aanduiding van een merk(naam) is verboden. Alleen in uitzonderingsgevallen – als de opdracht niet door middel van andere specificaties omschreven kan worden – mag de merknaam worden genoemd en moet de mededeling "of daarmee overeenstemmend" worden toegevoegd.
De Aanbestedingswet 2012 bevat hierover specifieke artikelen: 2.76 lid 3 en 4.
Rechtsregel 3:
De aanbestedende dienst heeft met betrekking tot de formulering van de technische specificaties een ruime beoordelingsmarge. Te gedetailleerde technische specificaties kunnen disproportioneel zijn.
Rechtsregel 4:
De gelijkwaardigheid aan een merk, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie moet al bij inschrijving worden aangetoond.
Rechtsregel 1:
Bij het specificeren van de opdracht is het opnemen van technische specificaties die producten van een bepaald fabricaat of van een bepaalde herkomst of het vermelden van een bijzondere werkwijze, waardoor bepaalde ondernemingen worden begunstigd of uitgeschakeld, verboden tenzij dergelijke specificaties door het voorwerp van de opdracht worden gerechtvaardigd.
Citaat Commissie/Ierland-arrest:
"Dienaangaande moet in de eerste plaats worden opgemerkt, dat het opnemen van een dergelijke clausule in een bericht van aanbesteding ertoe kan leiden, dat ondernemers die buizen produceren of gebruiken die gelijkwaardig zijn aan buizen met een certificaat van conformiteit met de Ierse norm, ervan afzien een offerte te doen.
Voorts blijkt uit het dossier van de zaak, dat wat de norm IS 188 betreft, slechts één onderneming door de URS is erkend en bevoegd is het Irish Standard Mark aan te brengen op buizen van het soort dat voor de betrokken overheidsopdracht wordt verlangd. Die onderneming is gevestigd in Ierland. De opneming van clausule 4.29 had derhalve tot gevolg, dat de levering van de voor het project te Dundalk benodigde buizen werd voorbehouden aan Ierse producenten." (ov. 19 en 20)
Hof van Justitie EU (C-45/87, 21 juni 1988) op eur-lex.europa.eu
Bevestigd in Medisanus:
“Daarnaast moet erop worden gewezen dat artikel 23, lid 2, van richtlijn 2004/18 bepaalt dat de technische specificaties in de aanbestedingsstukken de inschrijvers gelijke toegang moeten bieden en niet tot gevolg mogen hebben dat ongerechtvaardigde belemmeringen voor de openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging worden geschapen.
Het blijkt evenwel dat in omstandigheden als die in het hoofdgeding niet is voldaan aan de voorwaarden in artikel 23, lid 8, van genoemde richtlijn.
Uit de bewoordingen van die laatste bepaling van richtlijn 2004/18 volgt namelijk duidelijk dat in een technische specificatie alleen melding mag worden gemaakt van een bepaalde herkomst indien dit door het voorwerp van de opdracht is gerechtvaardigd en dat een dergelijke vermelding alleen bij wijze van uitzondering is toegestaan. In elk geval moet de verwijzing naar een technische specificatie als een bepaalde herkomst of oorsprong vergezeld gaan van de woorden „of gelijkwaardig” (zie in die zin arrest van 22 september 1988, Commissie/Ierland, 45/87, EU:C:1988:435, punt 22).”(ov. 74-76)
Hof van Justitie EU (C-296/15, ECLI:EU:C:2017:431, 8 juni 2017) op eur-lex.europa.eu
Rechtsregel 2:
De aanduiding van een merk(naam) is verboden. Alleen in uitzonderingsgevallen – als de opdracht niet door middel van andere specificaties omschreven kan worden – mag de merknaam worden genoemd en moet de mededeling "of daarmee overeenstemmend" worden toegevoegd.
Citaat Commissie/Nederland-arrest (UNIX):
"Artikel 7, lid 6, van richtlijn 77/62 verbiedt de aanduiding van merken, tenzij deze vergezeld gaat van de mededeling „of daarmee overeenstemmend" en het doel van de opdracht niet anders met voldoende nauwkeurige, voor alle betrokkenen volkomen begrijpelijke specificaties omschreven kan worden.
Tussen partijen wordt echter niet betwist, dat het UNIX-systeem geen gestandaardiseerd systeem is en de merknaam van een bepaald produkt is.
De weglating van de mededeling „of daarmee overeenstemmend" na de aanduiding UNIX kan er niet alleen toe leiden, dat marktdeelnemers die gelijksoortige systemen als UNIX gebruiken niet inschrijven op het aanbestedingsbericht, maar ook dat de invoerstromen in het handelsverkeer tussen de Lid-Staten in strijd met artikel 30 van het Verdrag worden belemmerd, doordat de aanbesteding wordt voorbehouden aan leveranciers die van plan zijn het specifiek aangegeven systeem te gebruiken.
Bijgevolg had de aanbestedende dienst aan de term UNIX de vermelding „of daarmee overeenstemmend" moeten toevoegen, zoals artikel 7, lid 6, van richtlijn 77/62 dat vereist."(ov. 25-28)
Hof van Justitie EU (C-359/93, 24 januari 1995) op eur-lex.europa.eu
Bevestigd in Medisanus:
“Daarnaast moet erop worden gewezen dat artikel 23, lid 2, van richtlijn 2004/18 bepaalt dat de technische specificaties in de aanbestedingsstukken de inschrijvers gelijke toegang moeten bieden en niet tot gevolg mogen hebben dat ongerechtvaardigde belemmeringen voor de openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging worden geschapen.
Het blijkt evenwel dat in omstandigheden als die in het hoofdgeding niet is voldaan aan de voorwaarden in artikel 23, lid 8, van genoemde richtlijn.
Uit de bewoordingen van die laatste bepaling van richtlijn 2004/18 volgt namelijk duidelijk dat in een technische specificatie alleen melding mag worden gemaakt van een bepaalde herkomst indien dit door het voorwerp van de opdracht is gerechtvaardigd en dat een dergelijke vermelding alleen bij wijze van uitzondering is toegestaan. In elk geval moet de verwijzing naar een technische specificatie als een bepaalde herkomst of oorsprong vergezeld gaan van de woorden „of gelijkwaardig” (zie in die zin arrest van 22 september 1988, Commissie/Ierland, 45/87, EU:C:1988:435, punt 22).”(ov. 74-76)
Hof van Justitie EU (C-296/15, ECLI:EU:C:2017:431, 8 juni 2017) op eur-lex.europa.eu
Rechtsregel 3:
De aanbestedende dienst heeft met betrekking tot de formulering van de technische specificaties een ruime beoordelingsmarge. Te gedetailleerde technische specificaties kunnen disproportioneel zijn.
Citaat Roche Lietuva/Kauno Dainavos:
“Ten tweede volgt uit deze bepaling dat de Unieregelgeving met betrekking tot technische specificaties een ruime beoordelingsmarge aan de aanbestedende dienst laat in het kader van de formulering van de technische specificaties van een opdracht.
Die beoordelingsmarge wordt gerechtvaardigd door het feit dat het de aanbestedende diensten zijn die het beste op de hoogte zijn van welke leveringen zij nodig hebben en het beste geplaatst zijn om de eisen te bepalen waaraan moet worden voldaan om de gewenste resultaten te bereiken.”(ov. 29-30)
Citaat 2:
“Ook is van belang dat de mate van detail waarin de technische specificaties zijn opgesteld het evenredigheidsbeginsel eerbiedigt, wat in het bijzonder een beoordeling impliceert van de vraag of die mate van detail noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de nagestreefde doelstellingen.” (ov. 41)
Hof van Justitie EU (C-413/17, ECLI:EU:C:2018:865, 25 oktober 2018) op eur-lex.europa.eu
Rechtsregel 4:
De gelijkwaardigheid aan een merk, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie moet al bij inschrijving worden aangetoond.
Citaat VAR & ATM / Iveco:
“Daaruit volgt dat de aanbestedende dienst, wanneer hij de mogelijkheid benut die artikel 34, lid 8, tweede volzin, van die richtlijn hem biedt, van de inschrijver die gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om producten aan te bieden die gelijkwaardig zijn aan de producten die zijn omschreven door verwijzing naar een merk, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie, moet eisen dat hij reeds in zijn inschrijving het bewijs levert van de gelijkwaardigheid van de betrokken producten.” (ov. 27)
Hof van Justitie EU (C-14/17, ECLI:EU:C:2018:568, 12 juli 2018) op eur-lex.europa.eu