Opdracht lichtmastreclames had Europees aanbesteed moeten worden (week 45)
Drempelwaarde | aanbestedingsplicht
De Gemeente Hilversum heeft een nationale openbare aanbestedingsprocedure aangekondigd voor de exploitatie van lichtmastreclames en reclameplaten. [eiseres] is met haar inschrijving op de tweede plaats geëindigd en meent dat aan de aanbestedingsprocedure fundamentele gebreken kleven. De rechter vindt dat de Gemeente de waarde van de concessieopdracht onjuist heeft geraamd. De opdracht had van meet af aan Europees moeten worden aanbesteed, omdat de geraamde waarde de drempelwaarde overschrijdt. Er is sprake van een fundamenteel gebrek in de door de Gemeente gevoerde procedure. De Gemeente wordt verboden de opdracht definitief aan [tussenkomende partij] te gunnen. (ECLI:NL:RBMNE:2024:5923, Rechtbank Midden-Nederland, Datum uitspraak18 oktober 2024, Datum publicatie 8 november 2024)
Feiten en omstandigheden
De Gemeente Hilversum heeft op 25 april 2024, gerectificeerd op 15 mei 2024, de nationale openbare aanbestedingsprocedure ‘Concessieovereenkomst Lichtmastreclame’ aangekondigd voor de plaatsing, het beheer, onderhoud en de exploitatie van lichtmastreclames en reclameplaten.
De Gemeente heeft momenteel een overeenkomst met [tussenkomende partij] voor het uitvoeren van deze opdracht; [tussenkomende partij] is de zittende concessiehouder. Deze opdrachtovereenkomst eindigt op 31 december 2024. De geraamde waarde van de onderhavige Opdracht is lager dan de drempelwaarde voor aanbestedingen voor leveringen en diensten voor decentrale overheden, conform de Europese Richtlijn 2014/24/EU. De Aanbestedende dienst heeft er voor gekozen om gebruik te maken van de nationaal openbare procedure. [eiseres] heeft op de aanbesteding ingeschreven. Bij brief van 21 juni 2024 heeft de Gemeente aan [eiseres] meegedeeld dat zij voornemens is de opdracht te gunnen aan [tussenkomende partij] . [eiseres] is met haar inschrijving op de tweede plaats geëindigd. [eiseres] kan zich niet verenigen met deze beslissing. Zij meent namelijk dat aan de aanbestedingsprocedure fundamentele gebreken kleven. Daarom heeft zij bezwaar gemaakt tegen de gunningsbeslissing en de Gemeente gesommeerd de aanbesteding en de gunningsbeslissing in te trekken en over te gaan tot heraanbesteding. De Gemeente heeft dit bezwaar gepasseerd. Het oordeel van de rechter:
Drempelwaarde
“Tussen partijen staat vast dat sprake is van een dienstenconcessie waarvoor de drempelwaarde 5.538.000,00 euro bedraagt. Vaststaat ook dat als de geraamde waarde van de opdracht gelijk is aan dit bedrag of dit bedrag overschrijdt, de Europese aanbestedingsprocedure moet worden gevolgd. De Gemeente heeft de waarde van de concessieopdracht geraamd op 4.320.000,00 euro. Gelet op deze raming heeft zij besloten de nationale openbare aanbestedingsprocedure te volgen.”
Maximum aantal reclames
“[eiseres] stelt dat voor de berekening van de totale omzet die de concessiehouder tijdens de looptijd van de concessieovereenkomst kán behalen, moet worden uitgegaan van het potentieel van de opdracht. Om die reden meent zij dat voor de factor ‘aantal lichtmastreclames’ moet worden gerekend met het maximumaantal reclames van 200 stuks dat volgens de Aanbestedingsleidraad kan worden verhuurd, ongeacht of dit aantal wordt benut. Volgens [eiseres] strookt dit uitgangspunt met het gegeven dat voor de duur van de concessieopdracht moet worden gerekend met de eventuele verlenging, terwijl niet zeker is of die verlenging daadwerkelijk wordt gegund.”
Aantal is relevant voor waardebepaling
“De voorzieningenrechter volgt het standpunt van [eiseres] , omdat uit het commentaar bij artikel 2a.11 lid 2 Aw 2012 volgt dat voor de berekening van de totale omzet die de concessiehouder tijdens de looptijd van de concessieopdracht kán behalen, rekening moet worden gehouden met alle voor de waarde mogelijk relevante onderdelen. De voorzieningenrechter overweegt dat omdat het aantal lichtmastreclames relevant is voor de waardebepaling van de opdracht, moet worden gerekend met het maximumaantal van 200 stuks. Deze uitleg acht de voorzieningenrechter ook aannemelijk, daar voor de looptijd van de concessieopdracht eveneens wordt uitgegaan van het maximum. Uit niets blijkt dat voor het potentieel van de opdracht moet worden uitgegaan van het reëel aantal reclames dat thans is verhuurd. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de Gemeente en [tussenkomende partij] deze stelling onvoldoende hebben onderbouwd. Indien de Gemeente de mening was toegedaan dat het niet mogelijk is om meer dan 145 lichtmastreclames te verhuren, dan had zij dit aantal en niet het aantal van 200 als maximum in de Aanbestedingsleidraad moeten opnemen.”
Opdracht had Europees aanbesteed moeten worden
“Gelet op de voorgaande overwegingen is de voorzieningenrechter van oordeel dat de Gemeente de waarde van de concessieopdracht onjuist heeft geraamd. De opdracht had van meet af aan Europees moeten worden aanbesteed, omdat de geraamde waarde de drempelwaarde overschrijdt. Er is sprake van een fundamenteel gebrek in de door de Gemeente gevoerde procedure. Bij deze stand van zaken wordt het de Gemeente verboden de opdracht definitief aan [tussenkomende partij] te gunnen, wordt het haar geboden de gunningsbeslissing in te trekken en haar verboden om, indien en voor zover zij de opdracht nog wenst te gunnen aan een marktpartij, de opdracht te gunnen anders dan na een heraanbesteding waarbij de Europese procedure wordt gevolgd.”
(VdLC publishers/consultants BV, 13 november 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl