Niet voldaan aan verplichting jaarrekeningen te publiceren (week 49)
Ernstige beroepsfout | abnormaal lage inschrijving
Op 21 februari 2024 hebben Waterschap De Dommel, Waterschap Aa en Maas en Waterschap Brabantse Delta gezamenlijk de Europese openbare aanbesteding “Slibtransport Brabantse Waterschappen” gepubliceerd. Vakutrans en [B.V.] hebben elk ingeschreven op de drie percelen. Vakutrans heeft op 30 mei 2024 bezwaar gemaakt tegen de voorlopige gunningsbeslissingen omdat [B.V.] met abnormaal lage prijzen heeft ingeschreven en [B.V.] niet heeft voldaan aan de verplichting haar jaarrekening(en) tijdig te publiceren. De rechter stelt dat vast staat dat [B.V.] ten tijde van de inschrijving op de aanbesteding de jaarrekeningen van 2021 tot en met 2023 niet had gedeponeerd. De vordering van Vakutrans om het gunningsbesluit in te trekken wordt toegewezen. (ECLI:NL:RBZWB:2024:8129, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, datum uitspraak 31 oktober 2024, datum publicatie 3 december 2024)
Feiten en omstandigheden
Op 21 februari 2024 hebben Waterschap De Dommel, Waterschap Aa en Maas en Waterschap Brabantse Delta gezamenlijk de Europese openbare aanbesteding “Slibtransport Brabantse Waterschappen” gepubliceerd. Vakutrans en [B.V.] hebben elk ingeschreven op de drie percelen. Op 23 mei 2024 heeft Waterschap Brabantse Delta namens de drie waterschappen aan Vakutrans medegedeeld dat het voornemen is de drie percelen aan [B.V.] te gunnen. Vakutrans heeft op 30 mei 2024 bezwaar gemaakt tegen de voorlopige gunningsbeslissingen en zij heeft verzocht deze te heroverwegen, kort samengevat, omdat zij gegronde redenen heeft om aan te nemen dat [B.V.] met abnormaal lage prijzen heeft ingeschreven en [B.V.] niet heeft voldaan aan de dwingende verplichting haar jaarrekening(en) tijdig te publiceren. Vakutrans heeft gevraagd om onderzoek te doen naar de abnormaal lage prijzen van [B.V.] Waterschap Aa en Maas en Waterschap Brabantse Delta hebben Vakutrans bij brief van 22 augustus 2024 bericht dat zij hebben besloten tot herbeoordeling van alle op perceel 1 en perceel 2 gedane inschrijvingen, wat ook betekent dat de gunningsbeslissingen met betrekking tot deze percelen zijn ingetrokken. Het onderhavige geschil heeft daarom alleen betrekking op perceel 3. Waterschap De Dommel heeft op 4 september 2024 aan Vakutrans bericht dat de bezwaren worden afgewezen en dat zij het voornemen handhaaft om de opdracht voor perceel 3 aan [B.V.] te gunnen. Vakutrans heeft daarna dit kort geding aanhangig gemaakt. De rechter zegt o.a. het volgende:
Onderzoek
“Waterschap De Dommel heeft niet aan Vakutrans medegedeeld dat de argumenten van Vakutrans niet relevant zijn of totaal niet worden onderbouwd. Integendeel, het heeft naar aanleiding van het verzoek van Vakutrans een onderzoek ingesteld en de bevindingen daarvan medegedeeld. Daarmee staat vast dat Waterschap De Dommel zich in fase 2 heeft begeven. Daarop kan nu niet meer worden teruggekomen. In geschil is of het onderzoek voldoende is geweest en Vakutrans voldoende in kennis is gesteld van de hoofdlijnen van de analyse.”
Rittenplanning en brandstofverbruik
“Vakutrans stelt dat het onderzoek onvoldoende gedetailleerd is geweest, maar maakt niet duidelijk wat nader onderzocht had moeten worden. Van belang hierbij is dat Vakutrans in haar – in algemene bewoordingen omschreven – verzoek geen concrete feiten heeft genoemd die aanleiding hadden moeten geven tot een uitgebreider of specifieker onderzoek. Het verrichte onderzoek is voldoende. Ook heeft Waterschap De Dommel in het besluit van 4 september 2024 Vakutrans voldoende in kennis gesteld van de hoofdlijnen van de analyse. Vakutrans stelt weliswaar dat niet duidelijk is waarom optimalisatie van rittenplanning en brandstofverbruik doorslaggevend zijn, maar zoals gezegd heeft Vakutrans in haar verzoek hierover zelf geen concrete feiten opgenomen. Er kan daarom niet worden gezegd dat de mededeling van de analyse in hoofdlijnen ontoereikend is. Vakutrans heeft overigens desgevraagd op de zitting ook niet kunnen zeggen welke andere aspecten (naast optimalisatie van rittenplanning en brandstofverbruik) nog in de motivering opgenomen hadden moeten worden.”
Jaarrekeningen
“Vast staat dat [B.V.] ten tijde van de inschrijving op de aanbesteding de jaarrekeningen van 2021 tot en met 2023 niet had gedeponeerd.”
“Waterschap De Dommel heeft in het besluit van 4 september 2024 geoordeeld dat geen sprake is van een ernstige beroepsfout. De jaarrekening 2021 hoefde door [B.V.] niet gedeponeerd te worden omdat de moedermaatschappij van [B.V.] – [moedermaatschappij] BV – een geconsolideerde jaarrekening over 2021 heeft gedeponeerd. De jaarrekening 2022 is wel te laat gedeponeerd. Dit is echter niet ernstig genoeg om te gelden als ernstige beroepsfout, aldus Waterschap De Dommel.”
Niet gedeponeerd
“De voorzieningenrechter is van oordeel dat Waterschap De Dommel in redelijkheid niet tot dit oordeel is kunnen komen, omdat het ten onrechte is uitgegaan van het feit dat de jaarrekening van [B.V.] van 2021 niet gedeponeerd hoefde te worden. Niet weersproken is dat de hiervoor noodzakelijke ‘403-verklaring’ en instemmingsverklaring niet zijn gedeponeerd. Daarmee staat vast dat ten tijde van de inschrijving zowel de jaarrekeningen 2021 en 2022 niet tijdig waren gedeponeerd, en niet alleen die van 2022. Deze fouten vallen binnen de in artikel 2.87 lid 2 sub b Aw genoemde terugkijkperiode van drie jaar voorafgaand aan de inschrijving. Dit heeft tot gevolg dat het besluit van 4 september 2024, en dus ook de handhaving van het voornemen om de opdracht te gunnen aan [B.V.], niet in stand kan blijven.”
De vordering van Vakutrans om Waterschap De Dommel te gebieden het besluit van 4 september 2024 in te trekken zal worden toegewezen.
(VdLC publishers/consultants BV, 11 december 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl