Uitsluitingsgronden
Antwoord:
De overheid wil alleen met integere bedrijven zaken doen. Om bedrijven uit te sluiten die niet integer zijn, beschikt een aanbestedende dienst over verschillende instrumenten. De wettelijke basis voor uitsluiting bij opdrachten boven de aanbestedingsdrempels ligt in de Europese aanbestedingsrichtlijnen en dus ook in de Aanbestedingswet 2012. De Aanbestedingswet 2012 kent, in artikel 2.86 en 2.87, twee typen uitsluitingsgronden: verplichte en facultatieve uitsluiting.
Verplichte uitsluiting
De verplichte uitsluitingsgronden bij opdrachten boven de aanbestedingsdrempels zijn precies omschreven in de Aanbestedingswet 2012. Als de aanbestedende dienst weet dat de gegadigde of inschrijver voor een van de genoemde delicten onherroepelijk is veroordeeld dan moet de aanbestedende dienst hem uitsluiten. Daarom moet de aanbestedende dienst in alle gevallen aan de gegadigde of inschrijver vragen of deze onherroepelijk veroordeeld is voor een van deze vergrijpen. Dit gebeurt in het Uniform Europees Aanbestedingsdocument aanbesteden.
Facultatieve uitsluiting
Daarnaast mag de aanbestedende dienst bij opdrachten boven de aanbestedingsdrempels de facultatieve uitsluitingsgronden toepassen. Het gaat om specifiek benoemde gronden, waaronder faillissement ernstige beroepsfout, prestaties uit het verleden (past performance) en het afgeven van valse verklaringen.
Dit zijn gronden waarop uitsluiting mogelijk is. Indien men deze gronden wil toepassen, dient dit duidelijk in de aanbestedingsstukken te staan. Houd hierbij rekening met proportionaliteit (Gids Proportionaliteit).
Afzien van uitsluiting
De Aanbestedingswet 2012 geeft ondernemingen de mogelijkheid op eigen initiatief hun betrouwbaarheid aan te tonen bij de aanbestedende dienst. Bijvoorbeeld in de gevallen dat zij schade hebben vergoed of actief hebben meegewerkt met de onderzoekende autoriteiten en maatregelen hebben genomen om verdere fouten te voorkomen. Indien de aanbestedende dienst van oordeel is dat de maatregelen voldoende zijn, hoeft zij de ondernemer niet uit te sluiten.
Gesloten stelsel van (facultatieve) uitsluitingsgronden
De facultatieve gronden van 2.87 lijken limitatief, dat is echter enkel het geval bij de uitsluitingsgronden die zien op de professionele kwaliteit van de inschrijver. U kunt als aanbestedende dienst dus wel ook andere uitsluitingsgronden in het aanbestedingsdocument opnemen, die niet in de Aanbestedingswet 2012 zijn vastgelegd, zolang deze niet disproportioneel van aard zijn, en mits er geborgd wordt dat de beginselen van gelijke behandeling en transparantie in acht worden genomen. De uitsluitingsgrond mag tevens niet verder reiken dan noodzakelijk om het doel te bereiken. Zo kunt u bijvoorbeeld onder bepaalde voorwaarden ondernemers uitsluiten die niet zijn ingeschreven in het beroepsregister, die een bepaalde vergunning niet bezitten, die bij de voorbereiding van de opdracht zijn betrokken of die met elkaar verbonden zijn.
Uitsluiting bij opdrachten onder de drempel
Bij opdrachten onder de aanbestedingsdrempels zijn er geen formele beperkingen voor wat betreft de te stellen voorwaarden anders dan dat ze proportioneel moeten zijn (Gids Proportionaliteit).
Uniform Europees Aanbestedingsdocument
De aanbestedende dienst is verplicht om gebruik te maken van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) voor opdrachten boven en onder de drempel. Het UEA is een standaardformulier voor alle Europese lidstaten en heeft de verschillende, uiteenlopende nationale eigen verklaringen vervangen. De ondernemer verklaart in het Uniform Europees Aanbestedingsdocument onder meer::
- dat de gestelde uitsluitingsgronden op hem niet van toepassing zijn,
- dat hij voldoet aan de gestelde geschiktheidseisen,
- dat hij voldoet of zal voldoen aan de technische specificaties en de uitvoeringsvoorwaarden die milieu en dierenwelzijn betreffen of die gebaseerd zijn op sociale overwegingen en
- op welke wijze hij voldoet aan de selectiecriteria.
De winnende ondernemer c.q. de geselecteerde gegadigden levert/leveren de bewijsstukken van hetgeen is verklaard alleen aan als de aanbestedende dienst daarom vraagt.
Voor de verschillende uitsluitingsgronden zijn er verschillende bewijzen in de Aanbestedingswet 2012 genoemd, zoals een uittreksel handelsregister, een verklaring van de belastingdienst of buitenlandse bewijsstukken. Voor de verplichte uitsluitingsgronden en sommige facultatieve uitsluitingsgronden is het bewijs de Gedragsverklaring aanbesteden (GVA). Andere bewijsstukken moeten in de aankondiging van de opdracht worden vermeld. Volgens jurisprudentie kunt u in bijzondere omstandigheden toestaan dat aanvullende bescheiden worden overgelegd.