Kosten vertraging onvoldoende onderbouwd (week 46)
Uitvoering opdracht | vertraging | aanbestedingsstukken
In opdracht van de Gemeente Amsterdam heeft Reimert als aannemer in 2019 en 2020 nieuwe bestrating aangelegd in de nieuwbouwwijk Noorderkwartier in Amsterdam-Noord. Reimert heeft over sommige fases van het werk langer heeft gedaan dan in de aanbesteding was geprognotiseerd. De rechter stelt dat Reimert onvoldoende heeft onderbouwd dat zij kosten heeft gemaakt als gevolg van de vertraagde start. De daarop betrekking hebbende vordering wordt daarom afgewezen. De Gemeente kan tegenover Reimert geen aanspraak meer maken op de contractuele boete, omdat de Gemeente haar recht daartoe heeft verwerkt. (ECLI:NL:RBAMS:2024:6582, Rechtbank Amsterdam, Datum uitspraak 26 juni 2024, Datum publicatie 13 november 2024)
Feiten en omstandigheden
In opdracht van de Gemeente heeft Reimert als aannemer in 2019 en 2020 de openbare ruimte aangelegd, waaronder nieuwe bestrating, in de nieuwbouwwijk Noorderkwartier in Amsterdam-Noord. Vanwege vertraging bij de bouw van de woningen (door andere aannemers) is Reimert drie maanden later dan gepland begonnen met haar werkzaamheden. Ook tijdens de uitvoering van het werk zijn door diverse omstandigheden vertragingen opgetreden. Uiteindelijk heeft Reimert het werk ruim acht maanden na de oorspronkelijk afgesproken datum opgeleverd. Reimert vindt dat de Gemeente een vergoeding moet betalen voor kosten die Reimert heeft gemaakt als gevolg van de vertraagde start en voor kosten als gevolg van tijdens het werk opgetreden vertragingen en verstoringen. De Gemeente is het daar niet mee eens. Volgens de Gemeente moet Reimert daarentegen een boete aan de Gemeente betalen, omdat Reimert de afgesproken opleverdatum heeft overschreden. De rechter zegt o.a. het volgende :
Causaal verband
“Vereist is dat causaal verband bestaat tussen vertragingsoorzaken en gemaakte kosten. Alleen kosten die Reimert heeft gemaakt als gevolg van aan de Gemeente toe te rekenen vertragingsoorzaken komen voor vergoeding in aanmerking. Kosten die het gevolg zijn van een andere oorzaak komen niet voor vergoeding in aanmerking, omdat dan het vereiste causaal verband ontbreekt. De Gemeente heeft naar voren gebracht dat Reimert in het werk zelf ook een aantal fouten heeft gemaakt die hersteld moesten worden en die tijdconsequenties hebben gehad. De Gemeente heeft een aantal concrete voorbeelden gegeven van door Reimert gemaakte fouten. Die voorbeelden zijn door Reimert niet weersproken. Wel heeft Reimert aangevoerd dat die fouten niet de vertraging van ruim zes maanden verklaren en ook dat de gemaakte fouten nog tijdens de uitvoering zonder (verdere) vertraging zijn hersteld. De rechtbank verwerpt het standpunt van Reimert dat haar fouten zonder vertraging zijn hersteld, nu inherent aan herstel is dat dat extra tijd kost. Onduidelijk is of de daarmee gemoeide vertraging zich gelijktijdig heeft voorgedaan als de vertraging vanwege aan de Gemeente toe te rekenen vertragingsoorzaken. Die onduidelijkheid komt voor rekening van Reimert, omdat zij de vertragingsoorzaken waarop zij zich beroept niet voldoende nauwkeurig in de tijd heeft geplaatst. Uit het voorgaande volgt dat in elk geval niet alle tijd en kosten die door Reimert zijn gemaakt als gevolg van aan de Gemeente toe te rekenen vertragingsoorzaken voor vergoeding in aanmerking komt, omdat voor een deel daarvan het causaal verband niet kan worden vastgesteld.”
Concrete schadebegroting
“Zoals hiervoor is overwogen, is concrete schadebegroting het uitgangspunt. De wijze waarop Reimert haar schade heeft onderbouwd sluit daar niet op aan. Dat geldt ook voor de rapporten van C&C waarop Reimert haar vordering baseert. Daarin wordt een vergelijking gemaakt tussen de overeengekomen bouwtijd en de daadwerkelijke bouwtijd. Daarbij gaan Reimert en C&C er vanuit dat de volledige tijd die de daadwerkelijke uitvoering van het hele werk langer heeft geduurd dan het in de aanbesteding genoemde tijdsbestek van elf maanden als vertraging aan de Gemeente is toe te rekenen. Dat is een te eenvoudige benadering die om meerdere redenen onjuist is. In de eerste plaats staat weliswaar vast dat zich op meerdere momenten aan de Gemeente toe te rekenen vertragingsoorzaken hebben voorgedaan, maar Reimert heeft geen gegevens verschaft op basis waarvan kan worden vastgesteld wanneer die afzonderlijke vertragingsoorzaken zich hebben voorgedaan en tot hoeveel vertraging die hebben geleid.”
“Dat Reimert over sommige fases van het werk langer heeft gedaan dan in de aanbesteding was geprognotiseerd, betekent niet zonder meer dat dat is te wijten aan voor rekening van de Gemeente komende vertragingsoorzaken. Dat kan er bijvoorbeeld ook mee te maken hebben dat Reimert, zoals de Gemeente heeft aangevoerd, onvoldoende capaciteit had ingezet of niet efficiënt heeft gewerkt.”
Onvoldoende onderbouwd
De rechtbank komt in dit vonnis tot het oordeel dat Reimert onvoldoende heeft onderbouwd dat zij kosten heeft gemaakt als gevolg van de vertraagde start. De daarop betrekking hebbende vordering wordt daarom afgewezen. De kosten als gevolg van tijdens het werk opgetreden vertragingen en verstoringen zijn niet goed concreet te begroten. De rechtbank komt daarom uiteindelijk tot een schatting. Daarmee wordt een klein deel van die vordering van Reimert toegewezen. Verder moet de Gemeente een deel van de gevorderde indexeringskosten betalen en het openstaande bedrag op basis van de eindafrekening. De Gemeente kan tegenover Reimert geen aanspraak meer maken op de contractuele boete, omdat de Gemeente haar recht daartoe heeft verwerkt.
(VdLC publishers/consultants BV, 20 november 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl