Geen sprake van ongelijke behandeling of schending vertrouwensbeginsel (week 2)
Didam | vormverzuim | biedprocedure
Het Rijksvastgoedbedrijf is op 21 november 2019 een verkoopprocedure gestart voor de verkoop van het monumentale complex Ensemble Veenhuizen. De rechter stelt dat de uit het Didam I-arrest voortvloeiende verplichting dat een overheidslichaam selectiecriteria moet vaststellen die objectief, toetsbaar en redelijk zijn, niet betekent dat een overheidslichaam alleen mag selecteren op zuiver objectieve criteria zoals hoogste prijs, volgorde van binnenkomst of loting. Een overheidslichaam heeft de beleidsvrijheid om kwaliteitscriteria op te stellen die (min of meer) subjectief zijn en daarmee een vergelijkende toets uit te voeren. Er is volgens de rechter geen sprake geweest van een ongelijke behandeling van KNSF en het Consortium, of van een schending van het vertrouwensbeginsel. (ECLI:NL:RBDHA:2025:52, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 8 januari 2025, Datum publicatie 10 januari 2025)
Feiten en omstandigheden
Het Rijksvastgoedbedrijf is op 21 november 2019 een verkoopprocedure gestart voor de verkoop van het monumentale complex Ensemble Veenhuizen, de voormalige veenkolonie te Veenhuizen. Het Ensemble Veenhuizen bestaat uit 91 percelen grond waarvan 50 bebouwde percelen en 41 onbebouwde percelen. Het Rijksvastgoedbedrijf was voornemens om het grootste deel daarvan te vervreemden. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft op de website www.biedboek.nl een aankondiging gedaan van de openbare verkoopprocedure van het Ensemble. De Biedboekprocedure werd begeleid door notaris mr. Spit van Pels Rijcken te Den Haag. Potentiële kopers konden zich tot 23 januari 2020 formeel aanmelden als belangstellenden. KNSF en het Consortium hebben zich als enigen aangemeld. Nadat KNSF en het Consortium beiden hun Opgave Geschiktheid in een presentatie tijdens de vergadering van de Beoordelingscommissie van 29 juni 2020 hebben toegelicht, heeft de Beoordelingscommissie de Visie van beide partijen beoordeeld. Op 20 juli 2020 heeft de Beoordelingscommissie aan KNSF laten weten dat zij niet is toegelaten tot de tweede fase van de Biedboekprocedure, omdat KNSF op twee onderdelen van de Visie geen voldoende beoordelingscijfer had behaald. Het Consortium, dat op alle onderdelen een voldoende had behaald, is wel toegelaten tot de tweede fase van de procedure. Op 20 april 2021 plaatst het Rijksvastgoedbedrijf een nieuwsbericht op haar website, waarin staat dat de verkoop van het Ensemble is gegund aan het Consortium. Het Consortium heeft het Ensemble vervolgens voor hetzelfde bedrag verkocht en geleverd aan De Nieuwe Rentmeester. KNSF vordert dat de rechtbank voor recht verklaart dat de tussen het Rijksvastgoedbedrijf en het Consortium gesloten koopovereenkomst ten aanzien van het Ensemble (geheel) nietig is, althans vernietigbaar. Het oordeel van de rechter:
Kwaliteitscriteria zijn (min of meer) subjectief
“De uit het Didam I-arrest voortvloeiende verplichting dat een overheidslichaam selectiecriteria moet vaststellen die objectief, toetsbaar en redelijk zijn, betekent niet dat een overheidslichaam alleen mag selecteren op zuiver objectieve criteria zoals hoogste prijs, volgorde van binnenkomst of loting. Een overheidslichaam heeft de beleidsvrijheid om kwaliteitscriteria op te stellen die (min of meer) subjectief zijn en daarmee een vergelijkende toets uit te voeren. Het is inherent aan het gebruik van dergelijke criteria dat de uitkomst van de procedure minder voorspelbaar wordt waardoor (schijn van) favoritisme, willekeur of ongelijkheid dreigt. Het overheidslichaam moet daarom duidelijk motiveren waarop zij haar uiteindelijke keuze heeft gebaseerd. Daarbij heeft te gelden dat het overheidslichaam ook bij de beoordeling van subjectieve criteria niet achteraf mag selecteren op basis van punten waarvan vooraf onvoldoende bekend was of had kunnen zijn dat deze relevant(er) waren voor de beoordeling, ook niet als zij haar keuze duidelijk motiveert.”
Geen schending van het evenredigheidsbeginsel
“Het is tussen partijen niet in geschil dat de door het Consortium ingediende nieuwe Opgave Geschiktheid langer was dan twee pagina’s A4, en daarmee niet voldeed aan de formele regels van het Biedboek. Partijen zijn het er ook over eens dat het Biedboek er niet in voorzag dat aan het Consortium een tweede herstelmogelijkheid zou worden geboden. De rechtbank is het met het Rijksvastgoedbedrijf eens dat, indien het Rijksvastgoedbedrijf de inschrijving van het Consortium om deze redenen terzijde had gelegd, dit in strijd zou zijn geweest met het evenredigheidsbeginsel. Het evenredigheidsbeginsel houdt in dat de voor belanghebbenden nadelige gevolgen van een overheidshandeling niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot de met die handeling te dienen doelen. Bij de weging van de relevante omstandigheden is in dit geval van belang dat de aanvankelijke Opgave Geschiktheid wel voldeed aan het maximum aantal pagina’s, het Consortium namens de Beoordelingscommissie is verzocht de Opgave Geschiktheid aan te vullen, het Consortium er daarbij niet nadrukkelijk op is gewezen dat de paginalimiet onverkort zou blijven gelden, hierdoor redelijkerwijs verwarring kon ontstaan over wat er nu precies van het Consortium werd verlangd, de overschrijding van de paginalimiet eenvoudig kon worden hersteld, en het Consortium door het herstel van het verzuim geen concurrentievoordeel heeft genoten ten opzichte van de andere aanmelders. In deze omstandigheden kan de schending van een enkel vormvoorschrift niet de uitsluiting van verdere deelname aan de Biedboekprocedure dragen. Nu de Beoordelingscommissie op grond van het evenredigheidsbeginsel gehouden was om het Consortium een tweede herstelmogelijkheid te bieden, is van schending van het gelijkheidsbeginsel geen sprake (zie in vergelijkbare zin: Gerechtshof Den Haag 17 juli 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2429).”
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, stelt de rechtbank vast dat er geen sprake is geweest van een ongelijke behandeling van KNSF en het Consortium, of van een schending van het vertrouwensbeginsel. Andere feiten en omstandigheden waaruit volgt dat het Rijksvastgoedbedrijf onrechtmatig jegens KNSF zou hebben gehandeld, zijn niet naar voren gekomen.
(VdLC publishers/consultants BV, 15 januari 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl