Email is besluit als bedoeld in de zin van de Awb (week 36)
Open house | Awb
Op 12 juni 2020 hebben eiseres en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een dienstverleningsovereenkomst gesloten met als onderwerp “Open house toetredingsprocedure inzake Persoonlijke Gezondheidsomgeving”. De Open House regeling is inmiddels afgelopen. De minister is in februari 2024 een niet-openbare Europese aanbestedingsprocedure gestart. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of een e-mail van 24 januari 2023 een besluit is in de zin van de Awb (Algemene Wet Bestuursrecht). De rechtbank oordeelt dat die e-mail van 24 januari 2023, waarin de minister heeft medegedeeld de factuur niet te zullen voldoen, moet worden aangemerkt als een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. (ECLI:NL:RBZWB:2024:5831, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Datum uitspraak23 augustus 2024, Datum publicatie 4 september 2024)
Feiten en omstandigheden
Op 16 oktober 2018 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan eiseres een subsidie van ten hoogste 160.000 euro verleend voor de kosten van de bouw of aanpassing van een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO), zodat deze voldoet aan het MedMij afsprakenstelsel en de MedMij informatiestandaarden. Op 19 april 2019 heeft de minister voor PGO-leveranciers een regeling ingesteld die ‘Open House regeling’ wordt genoemd. opengesteld. Eiseres heeft zich voor deze regeling aangemeld. Op 12 juni 2020 hebben eiseres en de minister een dienstverleningsovereenkomst gesloten met als onderwerp “Open house toetredingsprocedure inzake Persoonlijke Gezondheidsomgeving”. De Open House regeling is inmiddels afgelopen. De minister is in februari 2024 een niet-openbare Europese aanbestedingsprocedure gestart. De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of een e-mail van 24 januari 2023 een besluit is in de zin van de Awb. De rechter zegt o.a. het volgende:
Open house
“De rechtbank beoordeelt als laatste welk oogmerk de minister had bij het verstrekken van de financiële vergoeding. Ter zitting heeft de minister gemotiveerd dat dit het bevorderen van de concurrentie is, zodat er meerdere met elkaar concurrerende PGO-apps ontstaan. Dit zorgt er voor dat de burger de, voor hem persoonlijk, beste PGO kan kiezen en gebruiken. Over de invulling hiervan oefent de minister geen invloed uit. De Open House regeling is inmiddels omgezet in een niet-openbare Europese aanbestedingsprocedure. Hieruit leidt de rechtbank af dat de minister de Open House regeling heeft opengesteld om zoveel mogelijk aanbieders de mogelijkheid te geven mee te doen aan de (uiteindelijke) aanbesteding. Hoewel het bevorderen van concurrentie op zichzelf niet persé duidt op subsidieverlening is de rechtbank van oordeel dat dit oogmerk wel een publiek doel had, namelijk het laten ontwikkelen van meerdere goede PGO’s voor de burger. Daarnaast is ter zitting gebleken dat de 21 PGO-leveranciers die meededen met de Open House regeling, allemaal aanspraak hebben gemaakt op de additionele vergoeding voor de her-kwalificatiekosten en dat er slechts twee PGO-leveranciers zijn – waaronder eiseres – die dit niet gekregen hebben. Nu blijkt dat de minister voor het vervolg een aanbestedingsprocedure voor ogen heeft en dat hij voornemens is maximaal drie aanbieders te selecteren, ligt het voor de hand dat de minister met de Open House regeling voor ogen had te bevorderen dat zo veel mogelijk aanbieders van PGO’s in de gelegenheid zouden zijn om hun app te testen en eventueel verder te ontwikkelen om zo een succesvolle aanbesteding te krijgen.”
Email is besluit als bedoeld in Awb
“De rechtbank is van oordeel dat alle criteria in onderlinge samenhang bezien leiden tot de conclusie dat de financiële verstrekking in het kader van de Open House regeling moet worden aangemerkt als subsidie, zoals bedoeld in artikel 4:21, eerste lid, van de Awb. De Open House regeling voldoet aan de 4 cumulatieve vereisten van dit artikel. Dat de minister met eiseres een dienstverleningsovereenkomst heeft gesloten en de financiële verstrekking niet heeft aangeduid als subsidie, maakt het niet anders. Dit betekent dat de minister in de e-mail van 24 januari 2023 heeft geweigerd om de subsidie vast te stellen op 35.000 euro. De rechtbank oordeelt dat die e-mail van 24 januari 2023, waarin de minister heeft medegedeeld de factuur niet te zullen voldoen, moet worden aangemerkt als een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.”
(VdLC publishers/consultants BV, 11 september 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl