Handreiking Veiligheidsladder (ViA)
Deze handreiking Veiligheidsladder beschrijft hoe de Veiligheidsladder (Safety Security Ladder) wordt toegepast binnen het initiatief van de Governance Code Veiligheid in de Bouw (GCVB) genaamd Veiligheid in Aanbestedingen (ViA). Deze handreiking is voor zowel opdrachtgevers (publiek en privaat) als opdrachtnemers. (november 2022)
De ondertekenaars van de GCVB hebben met elkaar afgesproken om de Veiligheidsladder (SafetyCultureLadder) niet bij gunning toe te passen (rail uitgezonderd). Daarom wordt in deze handreiking alleen de toepassing in geschiktheids-, selectie- of contracteisen behandeld.
Aanbestedingsregels
Publieke opdrachtgevers en speciale sector bedrijven dienen zich te houden aan de Aanbestedingswet 2012. De werkwijze in deze handreiking biedt publieke opdrachtgevers handvatten om de Veiligheidsladder toe te passen op een wijze die aansluit bij de aanbestedingsregelgeving. Private partijen hoeven zich bij hun inkoop in de meeste gevallen niet te houden aan de publiekrechtelijke aanbestedingsregels. Indien er geen aanbestedingsplicht is, kunnen zij desgewenst dezelfde werkwijze hanteren maar doen dat dan vrijwillig. Het zorgvuldig en correct toepassen van de Veiligheidsladder is van groot belang voor een succesvol inkooptraject
Inkopen met de Veiligheidsladder
Bij een aanbesteding kan op verschillende manieren gebruik gemaakt worden van de Veiligheidsladder:
- Bij de geschiktheidseisen kan, afhankelijk van de aard en omvang van de opdracht, een SCL-certificaat als minimumeis worden gevraagd. In dit geval wordt tijdens de aanbesteding gecontroleerd of een bedrijf aan de eisen voldoet.
- Indien het gaat om een procedure met voorafgaande selectie, waarbij het aantal gegadigden dat mag inschrijven wordt beperkt, kan het niveau van het SCL-certificaat waarover een bedrijf beschikt een rol spelen bij het selecteren van de gegadigden.
- In de contracteisen kan worden opgenomen dat de opdrachtnemer uiterlijk drie maanden na de start van de uitvoering een SCL-certificaat op een bepaald niveau dient te overleggen, hetzij een bedrijfscertificaat dan wel een specifiek voor het project opgesteld certificaat. In dit geval wordt niet tijdens de aanbesteding, maar tijdens de contractuitvoering gecontroleerd of de opdrachtnemer binnen de gestelde termijn aan de eisen voldoet.
Bij het stellen van eisen dient er rekening mee gehouden te worden dat de Aanbestedingswet ten aanzien van geschiktheids-, selectie- en contracteisen stelt dat deze “verband moeten houden met” en “in een redelijke verhouding moeten staan tot” het voorwerp van de opdracht. De toepassingen worden in de handreiking verder uitgewerkt.