Dagvaarding niet op juiste wijze binnen gestelde termijn betekend (week 51 en 52)
Kort geding aanhangig maken
De gemeente Haaksbergen heeft een aanbesteding gepubliceerd voor het realiseren van woonruimte, tijdelijke woonunits, voor statushouders. [Eiseres] heeft daar op ingeschreven. De inschrijving van [eiseres] is terzijde gelegd. De gemeente is voornemens de opdracht aan Flexibilitistay B.V. te gunnen. [Eiseres] is het daar niet mee eens en heeft daarom een kort geding gestart. De gemeente stelt zich op het standpunt dat [eiseres] de dagvaarding niet op de juiste wijze binnen de gestelde termijn heeft laten betekenen en daarom niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen. De rechter is van oordeel dat [eiseres] inderdaad niet-ontvankelijk is in haar vorderingen. (ECLI:NL:RBOVE:2024:6952, Rechtbank Overijssel, Datum uitspraak 19 december 2024, Datum publicatie 27 december 2024)
Feiten en omstandigheden
De gemeente Haaksbergen heeft een aanbesteding gepubliceerd voor het realiseren van woonruimte, tijdelijke woonunits, voor statushouders. [Eiseres c.a.] heeft daar op ingeschreven.
De inschrijving van [eiseres c.a.] is terzijde gelegd. De gemeente is voornemens de opdracht aan Flexibilitistay B.V. te gunnen. [eiseres c.a.] is het daar niet mee eens en heeft daarom dit kort geding gestart en vordert intrekking van het voorgenomen gunningsbesluit aan Flexibilitistay B.V. en herstel van gebreken in haar eigen inschrijving, gevolgd door een herbeoordeling.
De gemeente stelt zich op het standpunt dat [eiseres c.a.] de dagvaarding niet op de juiste wijze binnen de gestelde termijn heeft laten betekenen en daarom niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen. De rechter is van oordeel dat [eiseres c.a.] inderdaad niet-ontvankelijk is in haar vorderingen. De rechter zegt o.a.:
Contractuele vervaltermijn
“De vervaltermijn als opgenomen in de paragraaf 2.13. van de offerteaanvraag betreft een contractuele vervaltermijn die inhoudt dat een afgewezen inschrijver na die termijn niet meer in rechte op kan komen tegen de (voorlopige) gunningsbeslissing. Niet in discussie is dat deze termijn onverminderd geldt tussen partijen. Tussen partijen is niet in geschil dat de termijn van 20 kalenderdagen eindigde op 22 oktober 2024. Ook is niet in discussie tussen partijen dat de dagvaarding op 22 oktober 2024 is betekend op het adres van de advocaat van de gemeente. Een kort geding is aanhangig vanaf de dag van dagvaarding (artikel 125 lid 1 Rv), zijnde de dag waarop de dagvaarding aan gedaagde is betekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 45 e.v. Rv. Ingevolge artikel 49 Rv geschiedt de betekening ten aanzien van een rechtspersoon ter plaatse waar het bestuur zitting of kantoor houdt. Dat is hier niet gebeurd. De advocaat van de gemeente heeft ter zitting – onweersproken – verklaard dat door de advocaat van [eiseres c.a.] niet is gevraagd om zijn toestemming om het kort gedingexploot te laten betekenen op het adres van de advocaat van de gemeente. Artikel 63 Rv, dat de betekening ten kantore van de advocaat of deurwaarder regelt, mist hier toepassing nu het hier een exploot in kort geding betreft en geen exploot waarbij verzet wordt gedaan of hoger beroep of beroep in cassatie wordt ingesteld.”
Voor dagvaarding was al contact
“Voor zover [eiseres c.a.] met haar stellingen heeft bedoeld dat het in de gegeven omstandigheden onaanvaardbaar is om een beroep te doen op de overeengekomen vervaltermijn, omdat vóór het uitbrengen van de dagvaarding al contact is geweest tussen beide advocaten en de gemeente vergezeld van haar advocaat ter zitting is verschenen, wordt dat standpunt verworpen. De omstandigheid dat de gemeente vóór het uitbrengen van de dagvaarding al geïnformeerd was over een mogelijk te starten kort geding door [eiseres c.a.] , is onvoldoende om deze vervaltermijn, die naast het belang van [eiseres c.a.] als afgewezen inschrijver ook het belang van zowel de aanbestedende dienst als de winnaar van de aanbesteding dient, buiten werking te stellen. [eiseres c.a.] heeft – evenals andere afgewezen inschrijvers – 20 dagen de tijd gehad om op correcte wijze een dagvaardingsexploot aan de gemeente te laten betekenen. Dat heeft zij niet gedaan.”
De conclusie is dat [eiseres c.a.] niet binnen de vereiste termijn van 20 kalenderdagen door rechtsgeldige betekening van een dagvaarding aan de gemeente een kort geding jegens de gemeente aanhangig heeft gemaakt, zodat [eiseres c.a.] niet in haar vorderingen kan worden ontvangen. De voorzieningenrechter komt dan ook niet toe aan een beoordeling van de overige (inhoudelijke) geschilpunten tussen partijen.
(VdLC publishers/consultants BV, 2 januari 2025)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl