Bouw- en sloopwerkzaamheden mogen doorgaan (week 8)
Persoonlijkheidsrechten
Op 16 september 2021 heeft Eindhoven Airport de opdracht voor het ontwerpen van Fase 3 van de uitbreiding van de luchthaven openbaar aanbesteed door een aankondiging op TenderNed. [eisers] heeft niet ingeschreven op de aanbesteding. Eindhoven Airport heeft de opdracht in maart 2022 gegund aan EGM. [eisers] heeft Eindhoven Airport op 15 mei 2024 aangeschreven met de stelling dat zijn reputatie als architect door het ontwerp van EGM wordt aangetast. Hij wil dat niet met de bouw- en sloopwerkzaamheden wordt aangevangen totdat in onderling overleg een oplossing wordt gevonden. De rechter vindt het onvoldoende aannemelijk dat een beroep van [eisers] op artikel 25 lid 1 sub c Aw in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Dat betekent dat de vorderingen van [eisers] worden afgewezen. (ECLI:NL:RBOBR:2025:1017, Rechtbank Oost-Brabant, Datum uitspraak 19 februari 2025, Datum publicatie 20 februari 2025)
Feiten en omstandigheden
Op 16 september 2021 heeft Eindhoven Airport de opdracht voor het ontwerpen van Fase 3 van de uitbreiding van de luchthaven openbaar aanbesteed door een aankondiging op TenderNed. [eisers] heeft niet ingeschreven op de aanbesteding. Eindhoven Airport heeft de opdracht in maart 2022 gegund aan EGM. EGM heeft vervolgens een voorlopig ontwerp gemaakt voor een nieuw entreegebouw. [eisers] heeft Eindhoven Airport op 15 mei 2024 aangeschreven met de stelling dat zijn reputatie als architect door het ontwerp van EGM wordt aangetast. Hij verzoekt Eindhoven Airport daarom te bevestigen dat niet met de bouw- en sloopwerkzaamheden wordt aangevangen totdat in onderling overleg een oplossing wordt gevonden. In de daarop volgende maanden hebben partijen uitgebreid overleg gehad en gecorrespondeerd over een oplossing. [eisers] heeft daarbij een beroep gedaan op zijn persoonlijkheidsrechten en zich op het standpunt gesteld dat het ontwerp van EGM een verminking oplevert in de zin van artikel 25 lid 1 sub d Auteurswet. Partijen zijn er niet in geslaagd tot een oplossing te komen en [eisers] heeft vervolgens dit kort geding aanhangig gemaakt. [eisers] vordert Eindhoven Airport te verbieden om uitvoering te geven aan (de voorbereiding van) de voorgenomen toevoeging van een nieuwe entreehal conform het door EGM vervaardigde ontwerp. Het oordeel van de rechter:
Eigen verantwoordelijkheid
“[eisers] heeft een eigen verantwoordelijkheid om de aankondiging van een aanbesteding in de gaten te houden als hij interesse heeft om de opdracht gegund te krijgen. Dat heeft hij in dit geval kennelijk niet gedaan. [eisers] heeft in antwoord op de e-mail van 23 juli 2021 aangegeven op dat moment zijn aandacht eerst te willen richten op de bodemprocedure tegen [A] die op dat moment nog gaande was. [eisers] kan dan in redelijkheid niet van Eindhoven Airport verlangen dat zij [eisers] er ook nog op zou wijzen dat de uitnodiging daadwerkelijk op TenderNed was geplaatst nadat deze al eerder was aangekondigd.”
Collegiaal overleg
“Eindhoven Airport heeft de leden van Constellation, waaronder [eisers] , in de eerdergenoemde e-mail van 23 juli 2021 ook verzocht om binnen drie weken contactgegevens te verstrekken voor een toekomstig collegiaal overleg tussen de architecten, bij gebreke waarvan Eindhoven Airport er van uit zou gaan dat geen prijs werd gesteld op collegiaal overleg. Vast staat dat [eisers] geen contactgegevens heeft verstrekt aan Eindhoven Airport. Uit dat enkele feit mocht Eindhoven Airport maar het oordeel van de voorzieningenrechter niet zonder meer afleiden dat [eisers] dus geen behoefte had aan collegiaal overleg. Ook hiervoor geldt echter wel dat als [eisers] wel prijs stelde op inspraak, zoals hij achteraf stelt, van hem wel een actievere houding had mogen worden verwacht. Uit niets blijkt dat [eisers] zich op enig moment tijdens de ontwerpfase heeft gemeld met een dergelijke wens. Voldoende aannemelijk is dat als [eisers] dat wel had gedaan, hij door Eindhoven Airport was betrokken bij het collegiaal overleg met onder meer EGM. Dat heeft Eindhoven Airport immers ook gedaan met de andere auteursrechthebbende, [A] . De suggesties van [A] zijn vervolgens ook – en kennelijk naar tevredenheid van [A] - door EGM verwerkt in het definitieve ontwerp. [eisers] heeft zich uiteindelijk pas in een laat stadium gemeld met zijn bezwaren tegen het ontwerp van EGM: het ontwerp was toen al definitief en de omgevingsvergunning die Eindhoven Airport had verkregen was op dat moment al onherroepelijk geworden.”
Eenmalige sluiting is buitenkans
“Eindhoven Airport heeft daarnaast ook een zwaarwegend belang om de voorgenomen sloop- en bouwwerkzaamheden volgens de daarvoor opgestelde planning te kunnen realiseren. Eindhoven Airport heeft uitgebreid toegelicht waarom het van groot belang is dat de werkzaamheden vóór februari 2027 zijn afgerond. Eindhoven Airport is tevens een militaire luchthaven die beschikt over één start- en landingsbaan. Die wordt gebruikt voor zowel defensie als de burgerluchtvaart. Op last van Defensie wordt de luchthaven van februari tot juli 2027 gesloten om de baan te renoveren. De planning is om in die periode de werkzaamheden in en rondom de huidige terminal uit te voeren als er toch geen reizigers zijn. Eindhoven Airport heeft voldoende toegelicht dat het efficiënter en veiliger is om werkzaamheden in die periode uit te voeren. [eisers] heeft dat weliswaar betwist, maar heeft onvoldoende onderbouwd dat de geplande werkzaamheden ook zonder veel extra kosten en (veiligheids)maatregelen op een later tijdstip, na het afronden van een bodemprocedure kunnen aanvangen. De eenmalige sluiting van de luchthaven voor vijf maanden is een buitenkans die Eindhoven Airport niet zomaar voorbij kan laten gaan. Eindhoven Airport heeft daarbij ook onweersproken gesteld dat het Defensie is die eenzijdig bepaalt wanneer de luchthaven gesloten wordt.”
Slotsom is dan dat naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende aannemelijk is dat een beroep van [eisers] op artikel 25 lid 1 sub c Aw in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Dat betekent dat de vorderingen van [eisers] zullen worden afgewezen.
(VdLC publishers/consultants BV, 26 februari 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl