Beoordeling wensvraag 1 moet opnieuw met nieuwe beoordelingscommissie (week 29)
Beoordeling van de kwaliteit | herbeoordeling | motivering
De Staat heeft een Europese aanbesteding georganiseerd voor de tijdelijke inhuur van ICT-Professionals. Ukomst heeft tijdig ingeschreven op de aanbesteding. De Staat heeft aan Ukomst meegedeeld dat de totaalscore voor haar antwoorden op de kwaliteitswensvragen lager ligt dan de volgens het aanbestedingsdocument minimale vereiste 495 punten, zodat haar inschrijving terzijde is gelegd. De rechter zegt dat er bij de beoordeling van wensvraag 1 sprake is van zodanige onjuistheden of onduidelijkheden in de motivering van de gunningsbeslissing dat die motivering de uitkomst niet kan dragen. De beoordeling van deze wensvraag zal dan ook opnieuw moeten plaatsvinden door een nieuwe beoordelingscommissie met een nieuwe samenstelling (ECLI:NL:RBDHA:2024:11201, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 2 juli 2024, Datum publicatie 19 juli 2024)
Feiten en omstandigheden
De Staat heeft een Europese aanbesteding georganiseerd volgens de openbare procedure voor de tijdelijke inhuur van ICT-Professionals. De aanbesteding wordt uitgevoerd ten behoeve van Dienst ICT Uitvoering (DICTU). Ukomst heeft tijdig ingeschreven op de aanbesteding. De Staat heeft in een brief van 25 maart 2024 aan Ukomst meegedeeld dat de totaalscore voor haar antwoorden op de kwaliteitswensvragen lager ligt dan de volgens het aanbestedingsdocument minimale vereiste 495 punten, zodat haar inschrijving terzijde is gelegd. Ukomst vordert de Staat te gebieden het gunningsvoornemen in te trekken en de inschrijvingen te laten herbeoordelen door een nieuw te benoemen, objectieve beoordelingscommissie. Het oordeel van de rechter:
Motivering onnavolgbaar
“De beoordelingscommissie heeft als motivering bij de beoordeling van wensvraag 1 opgenomen dat zij zich bij maatregel 1 de vraag stelt of de uitkomst van het rekensommetje niet is dat DICTU zo altijd de tariefsverhoging betaalt. Verder is hierbij vermeld dat niet uit het antwoord blijkt of deze maatregel wel effectief is. De voorzieningenrechter volgt Ukomst in haar stelling dat deze motivering onnavolgbaar is en dat deze de beoordeling niet kan dragen.”
“Uit het antwoord van Ukomst volgt duidelijk dat Ukomst de verhoging uit haar marge betaalt en dat het tarief dat zij bij de Staat in rekening brengt (waarvoor zij overigens de maximale score heeft behaald) gelijk blijft. De voorzieningenrechter acht dan ook onbegrijpelijk dat de Staat zich bij maatregel 1 de vraag stelt of de uitkomst van het rekensommetje niet is dat hij zo altijd de tariefsverhoging betaalt.”
“Het had op de weg van de Staat gelegen om, als hij dit niet overtuigend achtte, te motiveren dat en waarom hij dat vindt en niet te volstaan met de enkele zin dat niet uit het antwoord blijkt of deze maatregel wel effectief is. Een dergelijke motivering kan de beoordeling niet dragen.”
Beoordeling Wensvraag 1 moet opnieuw
“Gelet op het vorenstaande is er (alleen) bij de beoordeling van wensvraag 1 sprake van zodanige onjuistheden of onduidelijkheden in de motivering van de gunningsbeslissing dat die motivering de uitkomst niet kan dragen. De beoordeling van deze wensvraag zal dan ook opnieuw moeten plaatsvinden. Dat er in de beoordeling van wensvraag 2 sprake is van zodanige onjuistheden of onduidelijkheden is de voorzieningenrechter niet gebleken. De beoordeling op dit onderdeel kan dan ook in stand blijven.”
Nieuwe beoordelingscommissie
“Tussen partijen is in geschil of de herbeoordeling van wensvraag 1 kan worden uitgevoerd door dezelfde beoordelingscommissie of dat hiervoor een nieuwe beoordelingscommissie met een nieuwe samenstelling moet worden samengesteld. De voorzieningenrechter volgt Ukomst in haar standpunt dat in deze specifieke situatie dat laatste nodig is om een objectieve herbeoordeling te kunnen waarborgen. Het gelijkheidsbeginsel brengt mee dat alle inschrijvingen dan op dit onderdeel dienen te worden onderworpen aan een herbeoordeling door de nieuwe beoordelingscommissie met de nieuwe samenstelling.”
(VdLC publishers/consultants BV, 24 juli 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl