Alsnog terzijde leggen inschrijving in implementatiefase toegestaan (week 33)
Implementatiefase | gerede twijfel
De Hogeschool Rotterdam heeft een Europese openbare aanbestedingsprocedure georganiseerd voor de levering van inhuurprofessionals inclusief brokerdienstverlening en inhuursysteem (VMS) en gegund aan Yacht. Tijdens de implementatiefase heeft de Hogeschool aan Yacht meegedeeld dat zij heeft geconcludeerd dat het inhuursysteem van Yacht niet voldoet aan de daaraan in de aanbesteding gestelde eisen, en wil de inschrijving alsnog terzijde leggen. Yacht vordert de Hogeschool te gebieden die beslissing in te trekken. De rechter acht het echter begrijpelijk dat de stellingen van Yacht onvoldoende vertrouwen hebben gegeven aan de Hogeschool en wijst het gevorderde af. (ECLI:NL:RBDHA:2024:12976, Rechtbank Den Haag, Datum uitspraak 5 augustus 2024, Datum publicatie 15 augustus 2024)
Feiten en omstandigheden
De Hogeschool Rotterdam heeft een Europese openbare aanbestedingsprocedure georganiseerd voor de levering van inhuurprofessionals inclusief brokerdienstverlening en inhuursysteem (VMS)
Op 7 februari 2024 heeft de Hogeschool aan Yacht meegedeeld dat de opdracht voorlopig aan haar is gegund. Op 29 februari 2024 heeft de Hogeschool aan Yacht meegedeeld dat de stand-still periode is verstreken zonder dat er bezwaar is ingediend, zodat de gunning aan Yacht definitief is geworden.
Kort daarna is de implementatiefase gestart met wekelijkse implementatie-overleggen ter voorbereiding op de overeengekomen start van de dienstverlening op 3 juni 2024. Het VMS zou op 27 maart 2024 worden ingericht. Tijdens het overleg op die datum is gesproken over de eisen waaraan het VMS moet voldoen. De Hogeschool heeft kort daarna aan Yacht aangegeven dat zij betwijfelt of Yacht wel voldoet aan diverse in de aanbestedingsdocumenten gestelde eisen. Partijen hebben in de daaropvolgende weken mondeling en schriftelijk met elkaar daarover gecommuniceerd. Op 15 mei 2024 heeft Yacht een presentatie gegeven over haar inhuursysteem en hebben partijen nogmaals over het wel of niet voldoen aan alle eisen door Yacht gesproken. Op 29 mei 2024 heeft de Hogeschool aan Yacht meegedeeld dat zij heeft geconcludeerd dat het inhuursysteem van Yacht niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen en dat het aanbestedingsrechtelijk ook niet is toegestaan te accepteren dat gebruik wordt gemaakt van een externe VMS. De Hogeschool concludeert dat zij in strijd zou handelen met het aanbestedingsrecht als zij een overeenkomst met Yacht zou sluiten en stelt daarom voornemens te zijn om de wachtkamerovereenkomst te effectueren.
Yacht vordert de Hogeschool te gebieden haar beslissing dat Yacht een ongeldige inschrijving heeft gedaan die (alsnog) terzijde dient te worden gelegd, in te trekken. Het oordeel van de rechter:
Zwaarwegend
“De Hogeschool heeft genoegzaam toegelicht waarom het voldoen aan eis 5.6 zwaarwegend voor haar is. Zij stelt bewust voor het opnemen van deze eis te hebben gekozen, omdat zij wil werken met een beproefd systeem dat geen kinderziektes meer heeft. Gelet hierop acht de voorzieningenrechter het begrijpelijk dat de Hogeschool een onvoorwaardelijke bevestiging wil ontvangen dat aan deze eis wordt voldaan. Dat geldt temeer, omdat het ook begrijpelijk is dat hierover bij de Hogeschool twijfel is ontstaan.
Onvoldoende vertrouwen
“Met name de mededelingen van Yacht dat de rol van de inhuurdesk kan worden toegevoegd door 'buy or build' en dat IT heeft bevestigd te kunnen 'leveren in 6 weken' lijken erop te wijzen dat er nog iets gebouwd of ontwikkeld moet worden. De voorzieningenrechter acht het gelet op deze bewoordingen begrijpelijk dat de enkele stelling van Yacht dat het gaat om het leveren van configuraties onvoldoende vertrouwen heeft gegeven aan de Hogeschool dat het inderdaad (slechts) om configuraties gaat en niet om maatwerk. Het had dan ook op de weg van Yacht gelegen om dat aan de Hogeschool aan te tonen of, gezien het beoordelingskader van dit kort geding, minst genomen aannemelijk te maken en niet te (blijven) volstaan met het enkel stellen dat dit het geval is, zoals Yacht heeft gedaan.”
Alleen een schuifje omzetten
“Yacht heeft haar stelling voorafgaand aan de zitting niet nader onderbouwd, ondanks dat de Hogeschool haar daar meermaals de gelegenheid voor heeft geboden. Ook ter zitting heeft zij volstaan met blote stellingen. Zij heeft verklaard dat er als het ware alleen een schuifje hoeft te worden omgezet om de wijziging tot stand te brengen en dat dit eenvoudig en snel kan. Van Yacht mocht verlangd worden dat zij dit ten behoeve van de Hogeschool onverwijld concreet inzichtelijk zou hebben gemaakt. Simpel gezegd: zij had kunnen laten zien hoe het configureren dan in zijn werk gaat of een deskundige daarover kunnen laten verklaren. Dit alles heeft Yacht echter nagelaten. Voor zover Yacht meent dit te hebben aangetoond met het door haar ter zitting getoonde filmpje kan dat niet worden gevolgd. Daaruit kan immers alleen worden afgeleid hoe het systeem nu – kennelijk nadat de aanpassingen zijn doorgevoerd – werkt, maar niet hoe dit resultaat is bereikt.”
(VdLC publishers/consultants BV, 21 augustus 2024)
Lees de volledige uitspraak op rechtspraak.nl