Design, Build, Finance & Maintain contracten
Een Design, Build, Finance & Maintain (&Operate) (DBFM(O)) is een geïntegreerde contractvorm, waarbij de opdrachtnemer verantwoordelijk is voor de financiering, het ontwerp en de bouw van een object, maar ook voor het onderhoud. Indien de opdrachtnemer tevens verantwoordelijk is voor de exploitatie dan is er ook sprake van een O.
Door het Rijksvastgoedbedrijf, Rijkswaterstaat en het ministerie van Financiën zijn rijksbrede modelovereenkomsten voor deze contractvorm opgesteld.
Kenmerken van een DBFM contract
Inkopen van een product of een dienst bij DBFM
Bij Design & Construct (D&C) contracten koopt u als aanbestedende dienst een product in: bijvoorbeeld een weg met 2x2 rijstroken. Bij een DBFM-contract neemt zij echter een dienst af: een beschikbare weg. Een bedrijf of consortium neemt – binnen vooraf gestelde randvoorwaarden – de verantwoordelijkheid voor het complete project. Afhankelijk van het contract is het na ontwerp, bouw en financiering nog 20 of 30 jaar verantwoordelijk voor het onderhoud. Betaling geschiedt vervolgens per maand of kwartaal. De opdrachtnemer wordt dan ook echt afgerekend op het daadwerkelijk beschikbaar zijn van de weg.
Risicoallocatie DBFM
Uitgangspunt bij een DBFM-contract is dat risico's en verantwoordelijkheden worden belegd bij de partij die deze het beste kan beheersen en dragen. De betaling aan de opdrachtnemer gebeurt periodiek na de bouw, op basis van geleverde diensten.
Boeteclausules bij DBFM
Als de afgesproken diensten niet worden geleverd, treden boeteclausules in werking. Indien een consortium een boete krijgt heeft dit gevolgen voor de aflossing en financieringsstructuur. Het consortium en de private financiers zullen er daarom naar streven de opgelopen boetes tot een minimum te beperken.
Voor- en nadelen DBFM
Voordelen:
- Planning van ontwerp, bouw en onderhoud zijn beter op elkaar afstemt dan wanneer dit door meerdere afzonderlijke opdrachtnemende partijen wordt uitgevoerd. De kosten voor de opdrachtgever zullen daardoor meestal lager uitvallen dan bij traditionele contractvormen.
- De dienst (bijvoorbeeld een nieuwe/verbrede weg) komt meestal eerder beschikbaar dan vooraf gepland.
- Door de betere afstemming kunnen overdrachtsrisico's beter beheerst worden, wat leidt tot lagere faalkosten aan de kant van opdrachtnemer en een scherpere prijs.
- De opdrachtnemer heeft een even groot belang heeft bij het slagen van een project als de opdrachtgever. Geen resultaat betekent immers geen geld. Dit vergroot de kans op een succesvolle samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.
- Opdrachtgever besteedt de totstandkoming van het project integraal uit, waardoor hij zich kan toeleggen op zijn kerntaken.
- Alle onderdelen worden in 1 aanbesteding uitbesteed. Hiervoor is wel een hogere deskundigheid nodig. Dit helpt voor de professionalisering van een organisatie, maar de competenties moeten hiervoor binnen de organisatie wel aanwezig zijn.
Nadelen:
- Projecten hebben een (veel) langere voorbereidingstijd dan bij traditioneel aanbestede projecten.
- DBFM-projecten vragen specifieke kennis en kunde.
- de transactiekosten zijn behoorlijk hoog.
- Niet geschikt voor GWW (grond-, weg- en waterbouw) projecten met een kleine investeringsomvang, minder dan 10 à 20 mln euro.
Contractkeuze DBFM
Met name het Rijk heeft de laatste jaren veel ervaring opgedaan met DBFM. De decentrale overheden passen soms wel DBFM toe, vooral als het om medefinanciering gaat van projecten. De decentrale overheden geven in de GWW vaak nog de voorkeur aan meer eigen regie. Ook het onderhoud wordt nog vrijwel altijd apart gecontracteerd. De inhoud, aanbestedingsvorm en omvang van projecten komen tot stand door de transactiekosten, marktmogelijkheden en het netwerkmanagement tegen elkaar af te wegen.
Bij de aanbesteding van GWW projecten werkt Rijkswaterstaat standaard met D & C contracten. Zij gebruikt DBFM-contracten als samenwerking met de markt meerwaarde biedt over de levenscyclus van een project. Om bij de contractkeuze afgewogen keuzes te kunnen maken, heeft Rijkswaterstaat het Afweegkader Inkoop opgesteld. Met behulp van onder andere een Public-private comparator (PPC) wordt gekeken of een DBFM(O) contract meerwaarde biedt ten opzichte van een aanbesteding waarbij aanleg en onderhoud geknipt, uit elkaar getrokken zijn.
Meerwaardetoetsen DBFM
Om bij de contractkeuze tussen onder andere Design & Construct contracten (D&C) en DBFM-contracten afgewogen keuzes te kunnen maken, heeft Rijkswaterstaat het Afweegkader inkoop opgesteld. Met behulp van een Public-private comparator (PPC) en Public sector comparator (PSC) wordt bepaald of een DBFM(O) contract meerwaarde biedt ten opzichte van D&C contracten. Het Afweegkader inkoop zorgt zo in een vroeg stadium voor een helder inkoopprogramma, op basis van een duidelijke en transparante besluitvorming.
Rijksbrede modelovereenkomsten DBFM(O)
Er zijn Rijksbrede modelovereenkomsten DBFM(O) beschikbaar. Op Rijksoverheid.nl vindt u onder onderwerp Publiek-Private Samenwerking tevens aanbestedingsleidraden en andere relevante publicaties. Tevens vindt u informatie in de brochure: Samen bouwen aan de toekomst: PPS bij natte en droge infrastructuur